Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

vrijdag 1 oktober 2010

Spotlights

Hij is een beetje donker uitgevallen, deze foto. Maar dit is nog steeds hetzelfde punt Porte de Clichy als gisteren, op de kruising tussen Avenue de Clichy en Boulevard Berthier, dichtbij de Périférique in het noordwesten van Parijs.

We zetten vandaag OlmenEs weer eens in de spotlights. Voor het laatst gebeurde dat op 31 december 2009 in ‘Hoopvol’. Op 17 september 2009 meldde ik in ‘Historiek’:
‘Het nieuws van de dag komt vandaag uit Appelscha. Trots wordt daar vandaan gemeld dat sinds gisteren de website van OlmenEs is vernieuwd. Dus het “oude en oubollige” is eraf. En hoe! Het ziet er prachtig uit. Instelling OlmenEs wordt er nu betiteld als “woon- en werkgemeenschap voor mensen met een verstandelijke beperking”. Overigens bestaat deze gemeenschap intussen al vijftien jaar en dat wordt volgende week zaterdag gevierd met een Open Dag. Maar dat meldde ik al op 28 augustus in Uitbreiding”.’
Over die uitbreiding is nu het nodige te lezen op de nieuwspagina van de website van OlmenEs. Onder het kopje ‘Nieuwbouw’ lezen we:
‘Op 25 augustus 2009 is de bouw gestart van twee nieuwe woonhuizen voor 28 bewoners. Ook wordt hard gewerkt aan drie werkplaatsgebouwen. De verwachting is dat deze gebouwen begin 2011 in gebruik genomen kunnen worden. Hieronder kunt u meer lezen over de laatste ontwikkelingen.’
Inderdaad, want daaronder staat vermeld, onder de titel ‘September 2010’:
‘Er is inmiddels gestart met de bouw van een nieuwe bakkerij. Binnenkort wordt hiervoor een naam bedacht.

Door middel van een boortoren achter de nieuwe woningen de Prunus en de Fraxinus, hebben er grondboringen plaatsgevonden. De boortoren heeft vier gaten in de grond geboord, tot een diepte van 175 meter. Daar is een constante temperatuur van 13 à 14 graden. Dat biedt de mogelijkheid om met geavanceerde warmtewisselapparatuur de woningen in de winter te verwarmen en in de zomer te koelen, een moderne en milieuvriendelijke manier van temperatuurbeheersing. Een verwarmingsketel is niet meer nodig.

De oplevering van de Prunus zal in november van 2010 zijn. De Fraxinus wordt in januari 2011 opgeleverd. Hierna zal het inhuizen van het meubilair plaatsvinden. De bewoners van de nieuwe woningen zullen begin 2011 worden verwelkomd. In de Prunus komen twaalf bewoners. In de Fraxinus komen er zestien, waarvan acht in appartementjes.

Er verrijzen in totaal 3 nieuwe werkplaatsgebouwen. De bakkerij, de Robinea en de Ulmus. Robinea zal onderdak bieden aan twee bosgroepen, de tuinwerkplaats, de plantsoenwerkplaats en een kruidenwerkplaats. In de Ulmus komen de wasserij, de weverij en de papierwerkplaats. Op de Robinea wordt een sedumdak geplaatst. Het gebouw krijgt een computergestuurde houtkachel. Hiermee wordt hout gestookt afkomstig van bomen die groeien op terrein van OlmenEs.

Binnenkort wordt er gestart met de bouw van een nieuwe serre bij de winkel van OlmenEs. Tot slot is het terrein verrijkt met een flowform. De harmonieuze beweging van het water in de flowform draagt bij aan de vitaliteit en het zelfreinigende vermogen van het water. Het gebied rond de flowform zal de komende tijd verder ingericht worden met beplanting en enkele paden.’
Op dezelfde pagina wordt ook melding gemaakt van het ‘OlmenEs Nieuwsbulletin nummer 1 – 2010’:
‘Het Nieuwsbulletin wordt twee keer per jaar gestuurd aan externe relaties en iedereen die graag op de hoogte wil blijven van actuele ontwikkelingen binnen OlmenEs. (download PDF)
Als we dat downloaden, vinden we een alleraardigst Nieuwsbulletin van twaalf bladzijden. Een veelzeggend artikel staat op de bladzijden 8 en 9, getiteld ‘Bouwmeester van OlmenEs’:
‘Een wandeling met Grietzen Kunnen over het terrein van OlmenEs heeft veel weg van een reis door de tijd die alle richtingen uitschiet. De projectmanager van de bouw schakelt met volstrekte vanzelfsprekendheid van verleden naar toekomst, om in een adem weer terug te keren bij het hier en nu.

Dat is ook niet vreemd want de initiatiefnemer van het eerste uur draagt OlmenEs in zijn hart, al 23 jaar. “Ik heb me innerlijk verbonden met dit terrein.”

“Kijk”, wijst Grietzen op een plukje noodgebouwen verscholen in het bos. “Hier zijn we, na zeven jaar praten en lobbyen, in 1994 begonnen met de eerste groep van 18 bewoners. Wonen en werken ineen, onvoorstelbaar rijk en groots vonden we dat destijds.” In de tussenliggende zestien jaar heeft zich over het voormalige sanatoriumterrein een compleet dorp ontvouwd.

Levenswerk
Vanaf het hoofdgebouw bij de ingang tot aan de boerderij met de weilanden liggen nu twee opeenvolgende brinken met de bewonershuizen en de werkplaatsen, het bos aan weerskanten. Grietzen heeft als bouwmeester bij elk afzonderlijk gebouw aan de wieg gestaan. Als straks de laatste brink is voltooid, dan is het oorspronkelijke initiatief volgens plan uitgevoerd en beschouwt hij zijn levenswerk als volbracht.

Van meet af aan heeft OlmenEs zich volgens Grietzen laten leiden door drie uitgangspunten. “Wij willen levendigheid in ons dorp, bewoners moeten elkaar op straat kunnen ontmoeten, vandaar de keuze voor de brinkbebouwing. Naast wonen nemen we arbeid heel serieus. Werk draagt bij tot het zelfbewustzijn van de bewoners en versterkt de onderlinge band. En we huldigen het principe van organisch bouwen; harmonieuze architectuur heeft invloed op de ontwikkeling en het welzijn van mensen. Je kan dus spreken van een morele verplichting om de gebouwen liefdevol vorm te geven.”

Uit de lengte of uit de breedte
Wat dat betekent valt direct op bij binnenkomst in de huizen; de vertrekken zijn ruim en licht. Open naar de straatkant voor bewoners die van reuring houden, meer gericht naar de bosrand voor bewoners die onrustig worden van teveel prikkels. Elk gebouw in OlmenEs heeft zijn eigen identiteit, geen pand is gelijk. Het heeft Grietzen de nodige hoofdbrekens en overredingskracht bij de architect gekost, maar hij houdt vast aan de gedachte dat individualiteit gerespecteerd dient te worden. Kan het niet uit de lengte, dan moet het uit de breedte. Zo heeft hij bewerkstelligt dat de twee gezamenlijke woonruimtes in de nieuwbouw voor bewoners met gedragsproblemen met de helft worden vergroot, door een dringend beroep te doen op de speciale reserves. Ook ziet hij graag twee begeleiders op de zware groepen van vier bewoners, al loopt OlmenEs dan tegen meerjarige exploitatieproblemen aan. “Dat hebben we opgelost door er een tweede verdieping op te zetten met acht appartementjes voor anderen die zich zelfstandig kunnen redden. Die groep kan toe met een begeleider, en zo komt het financiële cirkeltje dan weer rond.”

Voor de gemeenschappelijke zaal heeft Grietzen een klokkenstoel laten plaatsen met twee klokken. De oude stamt nog uit de tijd van het sanatorium, in de nieuwe staat in brons gegraveerd: “Wij volgen onze ster”. Zo heeft hij de bouw van OlmenEs gedaan, de beheerskant vertrouwt hij met een gerust hart toe aan zijn opvolgers.

Fondsenwerving nodig
Ach ja, nu we het er toch over hebben. De dorpswinkel heeft nog een serre nodig, en een terras waar bewoners met hun familieleden of de langsfietsende toeristen wat kunnen drinken en eten. Om dat te kunnen verwezenlijken is fondswerving noodzakelijk. De actie staat op stapel, maar het kan vast geen kwaad om daar nu al even melding van te doen.’
Ook met de directeur/bestuurder van OlmenEs, Merlijn Trouw, staat er een interview in dit Nieuwsbulletin. Hem had ik in het vizier op 7 juni 2009 in ‘Verschil’. Maar ook op de webpagina van OlmenEs, ‘OlmenEs in de pers’, komen we hem tegen. Daar staat meteen bovenaan ‘Klik september 2010’. Dat heeft op zichzelf weinig te maken met een link waarop geklikt kan worden, want ‘Klik’ is ook de naam van een tijdschrift:
‘Interview door Marja Kroef met Merlijn Trouw, directeur / bestuurder van OlmenEs, voor het maandblad voor de verstandelijk gehandicaptenzorg Klik – september 2010 (download PDF)’
Deze pdf bevat het artikel ‘Klein blijven of groter worden. De voors en tegens van samenwerking of fusie’, geschreven door Marja Kroef:
‘Klein blijven of toch een beetje groter worden? Wat past het beste bij de organisatie, de cliënten, de medewerkers? Wat is financieel haalbaar? Directeur Merlijn Trouw van het Friese OlmenEs over de voors en tegens van uitbreiden, samenwerken of fuseren.

OlmenEs is een instelling voor ruim 100 volwassenen op een bomenrijk terrein in het Friese Appelscha. OlmenEs werkt op antroposofische basis, heeft 163 personeelsleden (115 fte) en bestaat 16 jaar. Sinds oktober 2008 is Merlijn Trouwer directeur/bestuurder. Als organisatieadviseur heeft hij de fusie begeleid tussen het Heilpedagogisch Verbond en de Federatie Antroposofische Gezondheidszorg; dat werd de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders.

Merlijn Trouw: “Wij werken op een aantal gebieden samen, dat kan nog intensiever. De vraag is wat voor juridische vorm je daarvoor moet kiezen. Soms gebeurt het andersom: wij willen fuseren en kijken daarna welke processen we integreren. Op ons terrein staat ook een verpleeghuis.

We kunnen elkaar negeren, maar elkaar ook versterken. Wij willen bijvoorbeeld ’s nachts en in de weekenden gebruik maken van hun artsen. We moeten met regionale partijen bekijken bij welke voorwaardenscheppende processen we kunnen samenwerken en schaalvoordelen behalen. Voor zaken die met de identiteit samenhangen ligt samenwerking met andere antroposofische zorgorganisaties meer voor de hand. Als wij een deeltijd-orthopedagoog nodig hebben en in Ilmarinen (een collega-instelling voor gehandicaptenzorg in Groningen) zoeken ze er ook een, zijn we gek als we de koppen niet bij elkaar steken: kunnen we iemand lIit het westen overhalen om die ene volle baan bij onze twee organisaties in te vullen? Dan zoeken we later wel uit op welke loonlijst die persoon komt te staan.”

Servet en tafellaken
“Onze organisatieomvang zit precies tussen servet en tafellaken: we kunnen iets nét wel of nét niet zelf organiseren. Zelfstandigheid is voor mij geen doel op zichzelf. Ik vind wel dat we altijd een directeur moeten hebben die het gezicht van de instelling is. Deze woonwerkgemeenschap is een zelfstandig organisme. De twee pijlers van ons werk zijn verbinding en ontwikkeling. Zo willen wij met bewoners omgaan, waarbij samenleven, samenwerken en samenwonen centraal staan. Dat moet terugkomen in de besturingsfilosofie. Ik ken bijna alle bewoners bij naam. Ik bemoei me niet me de zorg voor hen, maar ze komen vaak op mij af, ik ben als bestuurder het kristallisatiepunt en zo’n beetje de burgemeester van deze gemeenschap.”

ls er een kritische grens voor de organisatieomvang?
“Ja. Wij gaan nog wat uitbreiden op het terrein. Om meer te differentiëren, omdat er vraag naar is, maar ook voor de continuïteit. Onze exploitatie is nu 7,5 miljoen, na de uitbreiding wordt dat 10 miljoen, met 132 bewoners. De bestuurder van een grote instelling met 100 miljoen zei laatst tegen mij dat hun organisatie eigenlijk te klein is. Wij steken nu veel meer geld in ondersteunende- en managementfuncties dan vijf jaar geleden. Dat is nodig, maar daarmee wordt veel geld onttrokken aan de zorg. Wij moeten meer expertise in huis hebben. en dat kunnen we alleen maar doen als we weer iets groeien.”

Ineke Peerdeman, directiesecretaresse vanaf het begin en daarvoor begeleidster elders in de gehandicaptenzorg: “We zijn destijds begonnen met 18 niet al te ernstig gehandicapte bewoners. Later konden dat er meer worden, en bij een intramurale voorziening komen nu eenmaal de wat zwaardere zorgvragen terecht.”

Spanning
Bestuurder Merlijn Trouw wil verdere uitbreiding niet op het terrein, maar in het dorp. “Er is altijd een zekere spanning tussen de cultuur van de huizen in Appelscha en die op het terrein. Dat leidt tot vragen en discussies. Daar houd ik wel van, want dan heb je in je organisatie een groepje dat vooruitloopt en discussies aanzwengelt. De bewoners in het dorp zijn kritischer en stellen meer vragen. Laatst hebben ze mij precies verteld waar ze tegenaan lopen en wat ze nodig hebben. We kunnen bewoners nog veel serieuzer nemen dan we toch al doen, en ik heb nu een glashelder beeld van hun situatie en wat er moet gebeuren. Voor een aantal bewoners was de slapende wacht een van de redenen om van het terrein af te gaan. Dat is voor mij relevante informatie, voor ik besluiten neem.”

Pioniersfase
Merlijn maakt onderscheid tussen typen samenwerking. “Je hebt uitwisseling, ontmoeting en versterking. Het Heilpedagogisch Verbond heeft veel betekend in de pioniersfase van OlmenEs en andere instellingen; nu die stevig staan is de toekomst van zo’n verbond niet makkelijk. Hoe groter de instellingen worden, hoe minder ze die samenwerking nodig hebben.”

Er zijn een paar grote antroposofische instellingen: Zonnehuizen, Raphaëlstichting en Lievegoed Zorggroep. “Zij kunnen dingen die wij niet kunnen, maar door hun schaalgrootte lopen ze op tegen problemen die wij niet hebben. Onze identiteit is levendig. Hoe groter, hoe minder de bestuurder bij de directe zorg betrokken is. Instellingen krijgen steeds meer ‘reguliere’ bestuurders en managers binnen, die zelf niet verbonden zijn met de antroposofie.

En er komen ook steeds meer cliënten die niet om een antroposofische benadering vragen. De kwaliteit die wij bieden trekt mensen aan; zij kiezen voor ons terrein, de werkplaatsen, de kleinschaligheid, de warmte en de aandacht. Dat is goed, antroposofische zorg moet geen zuilenkarakter krijgen. Wij doen iets vanuit onze levensbeschouwing, en dan maakt het niet uit welke achtergrond de bewoner heeft.”

Ineke Peerdeman: “Van alleen bewoners die zelf antroposofisch zijn, kunnen we niet bestaan.”

OlmenEs werkt voor kwaliteitscontrole al jaren hecht samen met het niet antroposofische Maeykehiem in Sint Nicolaasga. Van fuseren met Maeykehiem is geen sprake. Eerder ziet Trouw zo’n ‘uitnodiging’ komen van een grote antroposofische zorgaanbieder. “Het wordt voor ons de komende jaren spannend wat betreft de financierbaarheid van de zorg.

In evenwicht
“Wij hebben twee jaar verlies geleden, nu zijn we weer in evenwicht, maar er zit niet veel vet op de botten. Ons eigen vermogen is goed, onze exploitatie is maar net in evenwicht. Het gaat niet goed als je je afsluit voor anderen. Je kunt beter je kwetsbare punten onderkennen, en daarbij samenwerken. Bestuurlijke samenwerking, eventueel een fusie, is pas een eventuele volgende stap. Ik heb als organisatieadviseur veel fusies zien mislukken: in 70% van de gevallen worden de doelstellingen niet gehaald.”

Toch draaien bedrijven of instellingen een fusie niet vaak terug.
“Er zijn belangen gemoeid met fusies. Het salaris van de bestuurders is gekoppeld aan de omvang van de organisatie. Schaalvoordelen worden maar zeer ten dele waargemaakt.”

Dagelijkse praktijk
Dus is groot zo slecht nog niet?
“Het nadeel van onze grootte is dat ik vooral directeur ben en soms te weinig mijn blik naar buiten kan richten. Ik word sterk gezogen in het dagelijks leiding geven aan deze organisatie, daar heeft een bestuurder van een grote instelling andere mensen voor. Maar die heeft weer een minder goed beeld van de vraagstukken in de dagelijkse praktijk. Hoe verder je van het zorgproces af komt te staan, hoe minder relevant het wordt dat je iets van de inhoud weet.”

lneke: “Dankzij onze omvang blijft bij ons iedereen in gesprek met elkaar, van directeur tot medewerker van de technische dienst. Iedereen weet wat er leeft en wat we met elkaar willen. Iedere medewerker of cliënt kan Merlijn of een ander altijd aan zijn mouw trekken. Dat vinden wij belangrijk.”’
In een apart kader bij het artikel staat ook nog dit, onder de kop ‘Sneller’:
‘Merlijn Trouw komt uit het bedrijfsleven, wat vindt hij van de gehandicaptenzorg? “Er zijn veel vergaderingen, veel en uitgebreide notulen, verslagen, plannen en evaluaties. In het bedrijfsleven gaat de besluitvorming sneller en met heel wat minder papier. Wat levert het de bewoner op? We moeten zorgvuldig omgaan met overheidsgeld, maar we hoeven niet alle regelgeving kritiekloos te implementeren. Je creëert een systeem om risico’s uit te sluiten, daarmee creëer je angst. Terwijl het erom gaat je verantwoordelijkheid te nemen. Een paar van onze bewoners slapen nog in een Zweedse band, die moeten we van de Inspectie om de paar uur controleren. Maar hoe laat en hoe vaak? Er kan net zo goed iets misgaan vijf minuten nadat die bewoner is gecontroleerd. Maar wij houden ons aan de richtlijnen.”’
Dit is nog niet alles wat op die nieuwspagina ven OlmenEs is te vinden. Daar staat ook een ‘Interview door Arianne Collee voor het antroposofisch maandblad Motief – juni 2010 (download PDF)’. Het draagt de titel ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ en dat is in het huidige tijdsgewricht bijzonder, aangezien het spiksplinternieuwe concept-regeerakkoord, gisteren gepresenteerd als basis voor het mogelijke kabinet Rutte-Verhagen (ook al wel ‘Rutte-1’ genoemd), precies dezelfde titel heeft. Alleen ben ik niet zeker of het ook over precies dezelfde dingen gaat... Arianne Collee tekende in ieder geval uit de mond van Merlijn Trouw het volgende op:
‘“Toen ik door OlmenEs werd gevraagd was ik helemáál niet op zoek naar een nieuwe baan. Wel waren mijn vrouw Roosje en ik al een tijd op zoek geweest naar een nieuwe woon plek omdat onze Amsterdamse etage te klein werd voor het gezin. We hadden juist besloten even met zoeken te stoppen en de bevalling van onze tweede af te wachten. Een paar weken later werd ik gebeld. En nu wonen we in Drenthe.”

Merlijn Trouw koos na zijn studie geschiedenis een baan als organisatieadviseur. Vanuit die oriëntatie kijkt hij naar organisaties in het algemeen en OlmenEs in het bijzonder. “Het kernproces in antroposofische organisaties – het proces van mens tot mens – tussen medewerker en bewoner of tussen leraar en leerling verloopt meestal heel goed. Maar vaak is het minder goed gesteld met de aandacht voor de organisatie daaromheen. Ik streef met OlmenEs naar een professionele organisatie die aangesloten is op deze tijd én voldoet aan de eisen ervan. We moeten ons niet afsluiten voor maatschappelijke ontwikkelingen. Het primaire proces moet deugen, maar ook de bedrijfsvoering. Ik heb voorheen veel advies gegeven over kwaliteitsmanagement en hoorde in antroposofische kringen dan wel zeggen dat de inspectie niet écht naar de kwaliteit kijkt, maar alleen geïnteresseerd is in de vraag of er schone handdoekjes op de wc hangen. Dan denk ik: ‘Maar zórg dan ook dat die handdoeken schoon zijn.’ Dat je met heel wezenlijke dingen bezig bent, ontslaat je niet van die verplichting. Oók als je met iets bijzonders bezig bent, moet het gewone goed zijn.

OlmenEs moet een eigentijdse, dynamische organisatie zijn waar de antroposofie niet verkrampt, maar ook niet verdampt. Het voordeel dat ik meebreng is dat ik zelf opgevoed ben met de antroposofie. Ik heb de vrijeschool in Nijmegen doorlopen en was een van de oprichters van de Jongerengroep Antroposofie. Ik wil de antroposofische achtergrond van OlmenEs niet afschermen en behoeden, maar juist zichtbaar maken. We hebben de samenleving veel te bieden. De titel van het beleidsplan dat ik geschreven heb, luidt Zichtbaar anders.” Het persoonlijke motief van Merlijn blijkt sterk verbonden met zijn werk. Tijdens het interview toont hij een boek. “Dit boek van Václav Havel kreeg ik op mijn achttiende van mijn ouders. In diezelfde tijd speelde ik de hoofdpersoon Bérenger uit Rinoceros van Ionesco. In dat toneelstuk worden alle mensen langzamerhand groepsdieren. Alleen de hoofdpersoon blijft mens. Havel geeft in een van zijn essays aan hoe de mens geknecht wordt door onpersoonlijke systemen en macht waarin geen ruimte meer is voor persoonlijke verantwoordelijkheid en het eigen geweten. Dat boek en die hoofdrol spelen een belangrijke rol in mijn biografie. Midden twintig maakten we tijdens een etentje met het bestuur van de lona Stichting een keer spontaan een rondje over ieders levensthema. Ik riep meteen: ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’. Bij lastige kwesties als een ontslag of een reorganisatie vind ik het belangrijk om zelf het gesprek met de betrokkenen aan te gaan, zonder mij te verschuilen achter een direct-leidinggevende of het advies van een organisatie-adviseur. Ik waak voor ‘onpersoonlijke macht’ en neem mijn persoonlijke verantwoordelijkheid.

De maatschappij houdt ons van die eigen verantwoordelijkheid – en ook van onze eigen ervaring – af. Een voorbeeld. In de zorg moeten we objectieve kwaliteit meetbaar maken. Organisaties krijgen rapportcijfers en die worden op internet gezet. Maar een 6,1 of een 6,7 zegt mensen niets. Die cijfers raken de menselijke ervaring niet. Ouders besluiten op basis van de eigen ervaring in OlmenEs of ze hun kind aan ons toevertrouwen. Niets is objectiever dan die menselijke ervaring. En die wordt door die cijfers gebagatelliseerd en ontkend.”’
‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’. We zullen zien waartoe deze benadering uiteindelijk zal leiden.
.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)