Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

donderdag 17 maart 2011

Vernietiger


Ik begin op de meest onschuldige wijze. De Overschiese Krant uit Rotterdam meldt vandaag Wethouder van Huffelen reikt prijzen Ontwerpwedstrijd Groene Schoolpleinen uit’:
‘Woensdag 16 maart reikte wethouder van Huffelen (duurzaamheid, binnenstad en buitenruimte) op basisschool De Klimop, de prijzen uit aan de scholen met het beste groene ontwerp voor hun schoolplein. De Heemskerk school uit deelgemeente Feijenoord en de Rudolf Steiner school uit Prins-Alexander wonnen beide € 14.000. De Goede Herder school uit deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek en Mytylschool De Brug uit Overschie ontvingen ieder € 12.000 om hun ingediende ontwerp te realiseren.

Dertien scholen hebben de afgelopen maanden hard gewerkt aan een inzending met daarin een plan van aanpak, een ontwerp, een financieringsvoorstel en een planning. Een vakkundige jury heeft de inzendingen beoordeeld. Peter van Veen, Algemeen directeur dienst Sport en Recreatie reikte vandaag de twee prijzen uit van € 12.000. Wethouder van Huffelen reikte de prijzen uit aan de twee eerste prijswinnaars. Op de vraag waar zij zelf als kind speelde, antwoordde de wethouder dat zij vroeger erg fanatiek knikkerde en dat zij graag koppeltje duikelde op de rekstok. Zij vindt het belangrijk dat kinderen uit Rotterdam voldoende bespeelbaar groen hebben. Groene schoolpleinen, waar kinderen kunnen ontdekken en spelen, dragen hieraan bij.

Mytylschool de Brug uit deelgemeente Overschie wil haar leerlingen met een lichamelijke of meervoudige handicap de kans geven volwaardig te participeren in de maatschappij. Dit kwam ook scherp naar voren in de inzending. In het ontwerp wordt het schoolplein ingericht als praktijktuin met veel zintuigelijke ervaringen. Er zijn bijvoorbeeld sterk geurende kruiden en felgekleurde bloemen opgenomen in het plan. De leerlingen leren over de natuur door middel van praktijklessen. Ook vond de jury het prijzenswaardig dat de school heeft gezocht naar externe partijen om hen te helpen bij de aanleg en het onderhoud van het plein.

De Ontwerpwedstrijd Groene Schoolpleinen is een onderdeel van het project Groene Schoolpleinen. In dit project heeft Rotterdam van het ministerie van LNV de uitdaging gekregen om in drie jaar tijd in de krachtwijken twaalf schoolpleinen groen in te richten. De eerste pleinen zijn inmiddels enthousiast in gebruik genomen en een aantal anderen zijn vol in ontwikkeling. Het animo onder de Rotterdamse scholen is groot. Ook onder scholen die buiten de krachtwijken liggen, of op een andere manier niet aan de projectcriteria voldoen. Speciaal voor deze scholen is de ontwerpwedstrijd uitgeschreven. Zo kunnen straks nóg meer kinderen spelen in een groene omgeving. Meer info over het project is te vinden op: www.rotterdam.nl/groeneschoolpleinen
Hierbij kan ik aansluiten met dit bericht vandaag op de weblog van de Vereniging van vrijescholen, getiteld ‘Kinderrechten’:
‘Defence for Children en UNICEF monitoren jaarlijks de stand van zaken rond kinderrechten in Nederland. In het kader daarvan wordt ook met kinderen op scholen gesproken over kinderrechten. In het kader van deze actie hebben Jan Alfrink (pedagogisch adviseur) en Gert Hilbolling (coördinator primair onderwijs) namens de Vereniging van vrijescholen in de klassen 5 en 6 een les verzorgd over kinderrechten.

Tijdens de les zijn eerst een aantal stellingen aan de kinderen voorgelegd. De resultaten daarvan worden gebruikt in het jaarbericht van Defence for Children en UNICEF. Het was opmerkelijk hoe genuanceerd kinderen stelling nemen.

Eén van de stellingen luidde: Ouders die net een baby hebben gekregen, moeten op les. Daar leren zij, hoe zij hun kind moeten opvoeden.  Een jongen in klas 5 kon deze vraag niet met eens of oneens beantwoorden. Zijn reden daarvoor: “het hangt van het gedrag van de ouders af.”

Met rechten zijn ook plichten verbonden. In een tweede deel van de les kregen de kinderen 28 kinderrechten voorgelegd. 10 daarvan waren “nep”. De kinderen wisten vrijwel onmiddellijk wat een recht is, zoals bijvoorbeeld: het recht op zorg en liefde, het  recht om te spelen of het recht op bescherming tegen oorlog en geweld. Aan de “neprechten” werd duidelijk dat er ook een ontwikkeling zichtbaar wordt. Wat voor een baby geldt past niet meer bij een 18e jarige.  Bijvoorbeeld het recht om aan tafel te mogen boeren. Als je baby bent is iedereen nog blij. Als je 11 bent en hetzelfde doet vertoon je ongepast gedrag. Naarmate je ouder wordt komen er naast de rechten ook steeds meer plichten bij. Het was zeer herkenbaar voor de kinderen dat ze in de leeftijd van elf twaalf jaar halverwege zijn wat de verhouding tussen rechten en plichten betreft.

Het kinderrechtenverdrag is opgesteld in 1989 door de Verenigde naties en is ondertekend door 193 landen. Nederland tekende het verdrag in 1995.’
Van het onderwijs naar de landbouw. Vaste bezoekers van deze weblog zullen begrijpen waarom ik toch nog graag even naar de website van NRC Handelsblad op dinsdag 8 maart ga. Webredacteur Hans van der Lugt schreef die dag over ‘Biologische landbouw nodig in strijd tegen voedselcrisis’:
‘Door toepassing van biologische landbouwmethoden kunnen kleine boeren in arme landen hun voedselproductie in tien jaar tijd verdubbelen. Dat stelt de voedselrapporteur van de Verenigde Naties, Olivier de Schutter, vandaag in een nieuw rapport. De conclusie zal verzet oproepen omdat veel instanties, zoals de Nederlandse regering, juist de nadruk leggen op de introductie van nieuwe technieken als gengewassen voor verhoging van de voedselproductie om de groeiende wereldbevolking te voeden.

“Om 9 miljard mensen te kunnen voeden in 2050″, zegt De Schutter, “moeten we snel de meest efficiënte landbouwtechnieken toepassen die beschikbaar zijn. Het huidige wetenschappelijke bewijs laat zien dat ecologische methoden een beter resultaat geven dan het gebruik van kunstmest in het verhogen van de voedselproductie in gebieden waar hongerigen wonen, vooral in armoedige gebieden.”

“Conventionele landbouw leunt op dure input, veroorzaakt klimaatverandering en is niet bestand tegen klimaatschokken. Het is domweg niet de beste keuze in de huidige tijd”, aldus De Schutter.

De Schutter spoort regeringen aan om stimulerende maatregelen te nemen. “Bedrijven zullen niet investeren in beleid dat geen beloning oplevert in de vorm van octrooien of marktopening voor chemische producten of nieuwe zaden.”

Eerder onderzoek met vergelijkbare conclusies
De conclusies van De Schutter komen overeen met die van zo’n 400 wetenschappers drie jaar geleden in het International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development (IAASTD). Ook zij stelden dat kleinschalige, arbeids- en kennisintensieve verbeteringen de voorkeur zouden moeten krijgen boven bijvoorbeeld grootschalige introductie van gengewassen om de voedselproductie in arme landen te verhogen.

Vóór publicatie van het IAASTD-rapport was het project al controversieel omdat vertegenwoordigers van het biotech-bedrijf Syngenta wegliepen. Drie regeringen maakten een voorbehoud bij de conclusies van het rapport: de VS, Canada en Australië.’
Het is zo’n bericht dat je gauw over het hoofd ziet, bij al het dagelijkse nieuwsgeweld. Tot dezelfde rubriek van ‘kun je je eigen overheid wel vertrouwen’ valt ook het volgende. Ik had het daar op 13 januari in ‘Vooravond’ nog over. Dat begon zo:
‘Het is weer zover. De griep waart rond. Tijd om alle alarmverhalen weer tevoorschijn te halen.’
Niet dat je onvoorzichtig moet zijn. Maar niet dat ge-paniek. Als voorbeeld nam ik Bart Hinke van NRC Handelsblad die in ‘Nederland op drempel van griepepidemie, RIVM meldt weer vier doden’ onder meer schreef:
‘In tweederde van de gevallen waarbij influenza is aangetroffen in de afgenomen monsters gaat het om het virus dat bekend is als de Mexicaanse griep. Dat maakt deze griepgolf volgens medische redacteur Wim Köhler “bijzonder”.

“Een normale wintergriep treft vooral ouderen en de toch al kwetsbaren. De Mexicaanse griep treft vooral jonge mensen. Voor een klein aantal mensen kan de komende griepgolf niettemin wel degelijk dramatisch verlopen, met opname op de intensive care of zelfs de dood tot gevolg. Dat hoeven niet perse mensen te zijn die al aan andere kwalen lijden.” – Wim Köhler, NRC’
Deze medische redacteur was ook al op 2 november 2009 present, in ‘Klimaat’. Toen klonk het allemaal nog veel meer doordacht. Zijn de tijden gevaarlijker geworden? Je gaat het soms denken. Hans Klis van dezelfde krant op dezelfde website kwam op 7 maart met ‘Japan stopt vaccinaties na dood kinderen’:
‘Japan is tijdelijk gestopt met het toedienen van het Prevenar van de Amerikaanse fabrikant Pfizer en het Franse Sanofi-Aventis SA. De aanleiding is de dood van vier kinderen, meldt AP.

Het betreft een vaccin tegen onder andere longonsteking en meningitis.

De vier kinderen, tussen de zes maanden en twee jaar oud, stierven begin deze maand elk drie dagen nadat zij Prevanar toegediend hadden gekregen. Zaterdag besloten de Japanse autoriteiten het vaccinatieprogramma stil te zetten. Het programma liep al twee jaar en meer dan een miljoen kinderen kreeg het vaccin al toegediend.

Het vaccin wordt in Amerika al tien jaar gebruikt en werd al begin jaren negentig goedgekeurd in zowel Frankrijk als de VS. De Japanse autoriteiten houden dinsdag een hoorzitting waarin zij experts van de twee bedrijven zullen ondervragen.’
Op 10 maart gevolgd door Jules Seegers, we hebben het nog steeds over dezelfde krant op dezelfde website, met ‘Nederland verlost van griepepidemie’:
‘Voor het eerst sinds begin 2011 ligt het aantal griepgevallen dusdanig laag dat er van een epidemie geen sprake meer is. Afgelopen week werden per honderdduizend inwoners 46 grieppatiënten gemeld. De “heilige” grens van 51 werd daarmee doorbroken.

In 75 procent van de gevallen ging het dit griepseizoen om de relatief milde B-variant van de griep. Aan het begin van de epidemie was het vooral de Mexicaanse griep die kwam opzetten. Sinds oktober 2010 zijn daar 38 mensen, onder wie ook kinderen, aan overleden. 645 mensen werden in het ziekenhuis opgenomen vanwege deze H1N1-variant.

Medische redacteur van NRC Wim Köhler zei er eerder het volgende over:
“Een normale wintergriep treft vooral ouderen en de toch al kwetsbaren. De Mexicaanse griep treft vooral jonge mensen. Voor een klein aantal mensen kan de griepgolf niettemin wel degelijk dramatisch verlopen, met opname op de intensive care of zelfs de dood tot gevolg. Dat hoeven niet per se mensen te zijn die al aan andere kwalen lijden.”

Van een epidemie is sprake als er twee weken lang meer dan 51 griepgevallen per honderdduizend inwoners zijn.’
En verdomd of het niet waar is, weer komt hetzelfde paniekverhaal, bovendien van dezelfde medische redacteur, bovendrijven. Dat hekelde ik al in ‘Vooravond’ op 7 januari:
‘Wat blijft van zo’n bericht nu hangen? Dat zijn ongetwijfeld deze geciteerde woorden van medisch redacteur Wim Köhler:

‘Voor een klein aantal mensen kan de komende griepgolf niettemin wel degelijk dramatisch verlopen, met opname op de intensive care of zelfs de dood tot gevolg.’

Daar wil toch niemand bij horen. Dus dan ga je je maar meteen laten inenten.’
Dan ben ik ook niet verbaasd meer als ik vandaag op de website ‘Welingelichte kringen’ lees over de vraag ‘HPV vaccin gevaarlijk en overbodig?’ Het antwoord komt van redacteur Chantal Caes; volgens opgave van de website is zij:
‘geboren in Brussel, getogen in Vlaanderen, sinds 1982 in Nederland. Studie klinische psychologie, KU Leuven. Ruim 10 jaar universitair docent en onderzoeker aan de Universiteit Maastricht. Sinds 2002 zelfstandig tekstschrijver, webredacteur en auteur van educatieve uitgaven voor het HBO. Speciale interesses: gedragswetenschappen, geneeskunde, Vlaanderen en Engeland.’
Zij schrijft nu:
‘“De vaccinatie tegen baarmoederhalskanker voldoet niet aan de criteria voor het Rijksvaccinatieprogramma en kan daarom beter afgeschaft worden. Bovendien zou dat veel kosten schelen”, schrijven dr. A. S. Groenewoud en dr. R. Seldenrijk, respectievelijk directeur van het Lindeboom Instituut voor ethiek van de gezondheidszorg en directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV), in het Reformatorisch Dagblad.

Bijna 40% van de meisjes komt niet opdagen bij de vaccinatie tegen het humaan papillomavirus (HPV). Het RIVM, verantwoordelijk voor het Rijksvaccinatieprogramma, beraadt zich over de oorzaken en de campagne. Terecht zeggen Groenewoud en Seldenrijk, want er werd te weinig aandacht besteed aan de beste manier om kanker te voorkomen: geen wisselende seksuele contacten en regelmatig een uitstrijkje laten maken. Hun standpunt is vanzelfsprekend als je weet dat het Lindeboom Instituut een wetenschappelijk studiecentrum is dat “vanuit de christelijke levensbeschouwing” werkt, en de NPV “vanuit Bijbelse waarden en normen” werkt. Welopgevoede christelijke meisjes en vrouwen hebben uiteraard geen wisselende seksuele contacten en zelfs geen monogame relatie met iemand die dat zou kunnen hebben.

Eén van de redenen waarom het HPV vaccin volgens deze auteurs niet aan de eisen van het Rijksprogramma voldoet, is dat het niet gaat om een ernstige ziekte die (potentieel) een grote groep mensen bedreigt. Jaarlijks overlijden 200 vrouwen aan baarmoederhalskanker, van wie 100 omdat ze geen uitstrijkjes laten maken. Bijna 75% van de patiënten overleeft; bij vroegtijdige behandeling zelfs 100%. Jammer is dat ze alleen naar de sterfte door kanker kijken. In een voorstadium van baarmoederhalskanker is soms een conisatie nodig. Dan wordt een kegelvormig stukje weefsel van de baarmoedermond verwijderd. De baarmoedermond sluit dan minder goed en dit kan onvruchtbaarheid, miskramen en premature geboortes tot gevolg hebben.

Op sommige punten hebben de heren gelijk, o.a. dat de effectiviteit en veiligheid bij meisjes van 12-13 jaar nog onvoldoende is onderzocht, én dat het vaccin niet maatschappijbreed geaccepteerd wordt. Het hele programma heeft tot veel onrust en onduidelijkheid geleid, met een lage opkomst als gevolg. Maar daar dragen artikelen als dit alleen maar aan bij.

Een ander voorbeeld van paniek zaaien is te vinden in de Metro France: daarin staat een lijst van middelen die bij het Agence française de sécurité sanitaire des produits de santé (Afssaps) onder verscherpt toezicht staan. Op die lijst staat ook Gardasil, het middel dat in Nederland als HPV-vaccin wordt gebruikt. Dat heeft ertoe geleid dat verhalen de ronde doen in de trant van “Gardasil staat op een lijst van verdachte medicijnen”. Nee, dus. Het Afssaps betreurt dat de publicatie van de lijst tot zoveel onrust heeft geleid: “De resultaten van studies, die onder dit toezicht zijn uitgevoerd, tonen aan dat dit middel goed verdragen wordt en trekt het nut van de vaccinatie niet in twijfel”. Alle nieuwe medicijnen die op de markt worden gebracht, worden aan een “verscherpt toezicht” onderworpen. Dat is dus ook het geval met Gardasil. Dit middel is in Frankrijk tussen 2006 en 2007 op de markt gebracht en nu, 4 jaar later, vindt het Afssaps het gebruik verantwoord vanaf 14 jaar.

Je zou eigenlijk nog een keer bij Jan Willem Nienhuys om de hoek moeten kijken, op zijn ‘Skepsis Blog. Een kritische kijk op buitengewone beweringen’, dat hier op 8 januari van dit jaar (niet toevallig na mijn eerder genoemde bericht op 7 januari) in ‘Nep’ voor het laatst ter sprake kwam. Jan Willem Nienhuys is hier heel vaak aan bod geweest, vooral de eerste jaren van deze weblog (2008 en 2009), en ik had de eer dat hij zich op 9 januari 2011 22:20 verwaardigde zelf een reactie te geven. Dat bericht ging overigens niet over vaccinaties; maar het is wel een van Nienhuys’ vaste onderwerpen, zoals op 17 februari nog bleek in zijn bericht ‘De komende epidemie van mazelen’. Bij een doorgewinterde scepticus als hij is het toch zeer merkwaardig om zulke bijdragen te lezen, waar men zich totaal aan de collectiviteit wil uitleveren. Hij begint zijn bericht zo (over de foto die erbij geplaatst is zal ik maar niet beginnen):
‘Het is goed mogelijk dat er dit jaar weer een grote explosieve mazelenepidemie komt. In 1976/1977 kregen er nog 4300 mensen (vooral kinderen) de mazelen, in 1988 (1500 gevallen) en 1999/2000 (3400 gevallen), dus telkens na 11 of 12 jaar waren er epidemieën. De oorzaak is het groeiende reservoir van levensbeschouwelijke niet-prikkers. Komt er in 2011 weer zo’n golf?

Mazelen werd vroeger beschouwd als een onvermijdelijke en tamelijk onschuldige kinderziekte. Maar zelfs in onze gezonde goed doorvoede samenleving gaat van elke 1000 personen die mazelen krijgen er gemiddeld ongeveer één dood (bij de epidemie van 1999/2000 nog drie), en nog eens zoveel krijgen een hersen- of hersenvliesontsteking (encefalitis of meningitis) die in ongeveer een derde van de gevallen permanente hersenschade achterlaat. Van mazelen kan men ook nog blijvend doof of blind worden. Mazelen tijdens de zwangerschap kan een miskraam of doodgeboorte veroorzaken.

Van die 1000 worden er 50-150 in elk geval zo ziek dat ze moeten worden opgenomen in een ziekenhuis. Er is geen geneesmiddel tegen mazelen. Homeopaten die anders beweren, liegen gewoon. Het is ook onwaar dat de complicaties zoals longontsteking die bij mazelen optreden (vaak door bijkomende bacteriële infecties, met name door streptokokken) alternatief behandeld kunnen worden.

Uitroeien
Het is opvallend dat de twee grote epidemieën in Nederland telkens elf of twaalf jaar kwamen na de vorige keer dat er grote aantallen zieken waren. (Zie tabel aan het eind van dit stuk.) Dat is wel begrijpelijk. Men krijgt een epidemie wanneer een mazelenpatiënt gemiddeld meer dan één andere aansteekt: een klasgenootje of een ander gezinslid of een medekerkganger. Men is al drie dagen besmettelijk voor de uitslag zichtbaar wordt. Als het reservoir van niet-immune personen dus maar groot genoeg is, kan de epidemie beginnen. Het ligt dus voor de hand dat die periode van 11,5 jaar geen toeval is, maar voortkomt uit de aard van een proces waar vrijwel niets aan veranderd is in de afgelopen tientallen jaren. Vroeger, toen er nog niet gevaccineerd werd, was er om de twee tot drie jaar een epidemie.

De situatie in Nederland is eigenaardig. In Engeland en Wales is de vaccinatiegraad gezakt door de angst over autisme door het BMR-vaccin, maar daar wonen 3,2 maal zoveel mensen, en niettemin waren er op het hoogtepunt van de Wakefield-epidemie in 2008 maar 1370 gevallen. (Zie Wikipedia en hier) In vergelijking daarmee waren de Nederlandse epidemieën in 1988 en 1999 ware explosies. Het zou natuurlijk fijn zijn als de volgende explosie nooit meer kwam, maar ik zie het somber in. De eerstvolgende explosie wordt misschien nog wel ernstiger dan de vorige, omdat de antivaccinationisten (kortweg antivaxers) hier ook actief zijn geworden.’
Ik zal maar niet beginnen over dat eigenaardige ritme van 11,5 jaar, dat zich echter vroeger ‘om de twee tot drie jaar’ voltrok, zoals ik dat probeerde te duiden op 29 januari in ‘Negenhonderd’, want dat is voor iemand als Nienhuys natuurlijk helemaal onmogelijk. De dag voor dit bericht van Nienhuys, op 16 februari op de website van dagblad Trouw, schreef de wetenschapsredactie van deze krant nog over ‘Zonnestorm kan navigatiesystemen storen’:
‘De aarde krijgt donderdag te maken met de effecten van de zwaarste zonnestorm in jaren. De kans is groot dat gps-systemen in bijvoorbeeld auto’s en op mobiele apparatuur met storingen te maken krijgen. Ook dreigen problemen met het radioverkeer in de luchtvaart. Dat liet een woordvoerster van de Nederlandse Onderzoekschool Voor Astronomie (NOVA) woensdag weten.

De afgelopen jaren is de zon niet erg actief geweest. De laatste keer dat de zon een grote wolk geladen deeltjes richting aarde schoot was in 2003. Toen viel in Zweden de elektriciteit uit en hielden navigatiesystemen van vliegtuigen ermee op.

Een zonnestorm bestaat uit protonen en elektronen die loskomen van de zon en met enorme snelheid de kosmos worden ingeslingerd. De deeltjes kunnen in de buurt van de polen de aarde bereiken en krijgen daar een elektrische lading.

Volgens de NOVA is de storm deeltjes die donderdag de aarde bereikt niet uit de allerzwaarste categorie, maar sterk genoeg om problemen met elektronische apparaten te veroorzaken. Het grootste risico daarop is in landen die dicht bij de Noordpool en bij de Zuidpool liggen.

Volgens de Belgische sterrenwacht bestaat de kans dat in West-Europa het noorderlicht te zien zal zijn. Nederlandse sterrenkundigen achten die kans klein. “Wellicht bij heel helder weer zal er iets te zien kunnen zijn”, aldus de woordvoerster van de NOVA.

Het kleureneffect van het noorderlicht ontstaat doordat de deeltjes van de zonnestorm door het aardmagnetisch veld worden afgebogen naar de polen. Daar dringen ze met hoge snelheid de atmosfeer binnen. De energie die daarbij vrijkomt, veroorzaakt de kleurenpracht.

In 2008 waarschuwde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA voor een gat in het aardmagnetisch veld waardoor bij een volgende piek van zonneactiviteit er grote schade kan worden toegebracht aan het moderne leven op aarde met al zijn elektronica. Die piek is in 2012 of 2013.’
Maar ik dwaal af; dit is ook een heel ander onderwerp. Of toch niet? Zon en aarde hebben veel invloed, dat blijkt dezer dagen ook in Japan. Maar wat ik wilde zeggen, gaat over wat Nienhuys de ‘Wakefield-epidemie in 2008’ noemt. Op 7 januari schreef hij in ‘Autisme en vaccinatie’ over deze kwestie:
‘Het verhaal dat vaccinatie (in het bijzonder de gecombineerde vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond) autisme kan veroorzaken gaat allemaal terug op een onderzoek van de arts Andrew Wakefield uit 1998. Dat onderzoek was al dubieus. Maar nu blijkt dat Wakefield (die betaald werd door een letselschadeadvocaat om dit bewijs te leveren) gewoon willens en wetens gefraudeerd heeft. Het resultaat is dat vele angstige ouders afzagen van vaccinatie, met voorspelbaar ziekte en dood als gevolg. Wakefield vindt zichzelf een slachtoffer van de journalist Brian Deer (foto) die erachter kwam, en die, zo stelt Wakefield, wordt betaald (door Big Pharma) om dit bewijs te leveren. Zoals de waard is...

De geschiedenis van Wakefields artikel staat samengevat in een column van Piet Borst van twee jaar geleden. In 1998 publiceerde de niet-klinisch werkzame maag-darmchirurg Andrew Wakefield een artikel dat een verband legde tussen vaccinatie, darmproblemen en regressief autisme (waarbij het kind na een voorspoedige ontwikkeling achteruit gaat). Het leidde tot een grote terugval in vaccinatiebereidheid en het was een steun in de rug voor de antivaccinatiebeweging. In 2004 kreeg Brian Deer, journalist bij The Sunday Times, opdracht van zijn krant om eens goed te kijken naar dat onderzoek. Van het een kwam het ander en in februari 2010 werd het stuk ingetrokken. Later dat jaar werd Wakefield ook geschrapt als arts in het VK na 217 hoorzittingen van de Britse tuchtcommissie, wegens voornamelijk ethische kwesties.’
Het is goed om hier weet van te hebben, of nog beter: hier flink notie van te nemen. Maar nu weer terug naar Nienhuys’ verhaal over de mazelen, want het fanatieke karakter ervan komt in het vervolg scherp naar voren:
‘Overigens is Nederland op het punt van de vaccinatie goed georganiseerd. De vaccinatiegraad is ondanks de vrijwilligheid heel hoog. In Duitsland (vijfmaal ons inwoneraantal) is er niet zoiets als een Rijksvaccinatieprogramma, met als gevolg in 2001-2002 ongeveer 10.000 gevallen, in 2006 nog 2300 gevallen en in de jaren daartussen toch wel honderden gevallen per jaar (veel kinderen van antroposofen en homeopaten). In Oostenrijk en Zwitserland is het niet veel beter. Meer informatie hierover op de Duitse Wikipedia. De relevantie voor Nederland is dat import van mazelen uit het Europese buitenland niet voorkomen kan worden.

Het is onverantwoordelijk van de ouders om hun kinderen aan het risico van mazelen bloot te stellen. Maar ze bedreigen er niet alleen hun eigen kinderen mee. Wie niet is ingeënt, krijgt vrijwel zeker mazelen na contact met het virus. Mazelen is nu eenmaal een uiterst besmettelijke ziekte. Wie wel is ingeënt, heeft een kans die wel honderd of meer keer zo klein is om de ziekte te krijgen als men in contact met het virus komt. Het gebeurt namelijk soms dat de vaccinatie niet “aanslaat”. Personen met een immuunsysteem dat niet of niet meer goed werkt (bijvoorbeeld in verband met een behandeling tegen kanker) zijn ook kwetsbaar. Dat is een kleine groep, en het zijn ook de enigen waarvoor er een medische reden is om niet te vaccineren. Baby’s van ingeënte moeders hebben nog wel antistoffen tegen mazelen, maar niet zoveel als in het geval dat de moeders de mazelen echt gekregen hebben. Daardoor zijn de meeste baby’s tussen de leeftijd van 4 maanden en 14 maanden onbeschermd.

De Wereldgezondheidsorganisatie WHO doet sinds 1984 haar best om mazelen uit te roeien; in dat jaar stierven er wereldwijd nog een miljoen mensen aan de mazelen. In Noord- en Zuid-Amerika vinden bijna geen besmettingen door mazelen meer plaats, de paar gevallen daar zijn allemaal veroorzaakt door import in combinatie met “filosofische” oppositie tegen vaccinatie. De WHO had zich ten doel gesteld om de wereld in 2010 vrij van mazelen te hebben, maar heeft haar doel moeten verleggen naar 2020. In 2008 waren er wereldwijd nog 30 miljoen gevallen, en 164.000 doden (dat is ongeveer 1 per 200). In de afgelopen anderhalve eeuw zijn er naar schatting wereldwijd 200 miljoen doden door mazelen gevallen. Bij een tekort aan vitamine A kan mazelen ook blindheid veroorzaken, dat resulteert nog steeds in enkele tienduizenden gevallen van blindheid per jaar over de hele wereld.’
Ja, dit klinkt verschrikkelijk en is natuurlijk ook verschrikkelijk. Maar is het doel wel juist gesteld, met de juiste middelen? Als je zulke grote aantallen gaat hanteren en daaruit conclusies trekken, worden de (fout)marges ook veel groter. Waar kom je dan uit? Dat kun je bijvoorbeeld aflezen uit waar het bij Nienhuys op uitdraait: een soort communistische heilstaat. Is de wet, en ook de pers, er niet juist om te beschermen tegen de almacht van de staat, die het individu met inzet van zijn hele apparaat dreigt plat te walsen? Om zulk machtsmisbruik aan de kaak te stellen? Het venijn bij Nienhuys zit hem in de staart. De terminologie is navenant, zoals blijkt uit het slot onder de kop ‘Asociaal’, waar woorden als ‘uitroeiing’ (opnieuw) en ‘profiteurs’ vallen. Inenting onder dwang is helaas nog niet mogelijk, stelt Nienhuys met grote spijt:
‘Er zijn een aantal groepen die weigeren aan de uitroeiing mee te werken: streng protestantse en orthodox-joodse gemeenschappen, antroposofen en antivaxers. In feite is in Nederland de staat medeverantwoordelijk, omdat die weigert vaccinatie verplicht te stellen. Het terugdringen van dergelijke ziekten is in het belang van iedereen. De overheid stelt het dragen van autogordels verplicht en heeft ook regels voor de bescherming van kinderen in auto’s. De fictie is dat niemand verplicht is om een auto te gebruiken, en dan mag je dus zulke regels maken. Men zou vaccinatie best verplicht kunnen stellen, vind ik. Zolang dat niet het geval is, zou men in elk geval veel energie moeten stoppen in overreding.

Lang geleden werd het als bijzonder asociaal beschouwd als men niet meehielp aan het onderhoud van dijken en wel profiteerde van de bescherming die deze boden aan iedereen. De niet-vaccineerders worden lang niet allemaal ziek en dat komt doordat ze profiteren van de bescherming door alle mensen die wel zijn ingeënt. Maar gezamenlijk zijn deze profiteurs er mede oorzaak van dat deze ziekte nog steeds niet van de aardbodem en zelfs niet uit Europa is weggevaagd.’
Ja, wie is nu erger, ga je bij zulke teksten denken. Hoe groot is het werkelijke gevaar, en moet je zulke collectieve maatregelen willen treffen, terwijl er op een andere manier al heel veel preventief kan gebeuren. Hier wordt een argumentatie gebruikt die zéér verkokerd is, als bij een tunnelvisie, waar al het overige wordt weggereduceerd. Alsof er niet meer factoren meespelen. De rationaliteit krijgt iets irrationeels. Wie is hier eigenlijk mee gediend, ga je je onwillekeurig afvragen.

Ik kan er niet onderuit weer terug te keren naar de situatie in Japan, waar ik het gisteren in ‘Atoomenergie’ al over had. Dat bericht heb ik met opzet zo clean mogelijk gehouden, omdat de omvang en aard van de ramp, en de onduidelijkheid hierover, tot de meest wilde speculaties aanleiding kunnen geven. En dan heb ik het over de nucleaire ramp, nog niet eens over de aardbeving en tsunami. De berichten erover zijn tot op heden nog steeds niet eensluidend en duiden mogelijk op een grote paniek. Opnieuw haal ik de website ‘Welingelichte kringen’ aan, die bij monde van Monique Smits eergisteren de mythische proporties van kernenergie en een kernramp weer een keer onder woorden bracht in ‘Ik ben de dood geworden, de vernietiger van werelden’:
‘De “vader van de atoombom”, Robert Oppenheimer, citeerde na de bommen op Hiroshima en Nagasaki uit de Bhagavad Gita: “Ik ben de dood geworden, de vernietiger van werelden” (zie filmpje).

Kernenergie hebben we te danken aan geniale geesten als Einstein, Hahn en Bohr. “Maar tegelijkertijd zijn we ermee in het gebied van de irrationaliteit beland”, schrijft columnist Bert Wagendorp in de Volkskrant.

We snappen allemaal dat je kolen kunt gebruiken om stroom op te wekken. Maar dat dat ook kan door atoomsplitsing gaat de meesten van ons te boven. Wagendorp: “De opwekking van energie door kernsplitsing, dat glorieuze bewijs van wat het menselijk vernuft vermag, draagt de angst voor het onbegrijpelijke in zich, de dreiging van het onzichtbare en de doem van het oncontroleerbare; met het woord straling als bindende vervloeking.”

Wagendorp stelt dat kernenergie en vernietiging onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden sinds de Amerikaanse bommenwerper de “Enola Gay” op 6 augustus 1945 boven Hiroshima verscheen. “Een kerncentrale is geen atoombom, maar kernenergie heeft zich nooit volledig van de notie van een nucleaire catastrofe kunnen bevrijden – en telkens wanneer dat wel leek te lukken, gebeurde er iets dat de doemscenario’s voedde, in Harrisburg, Tsjernobyl of Fukushima”.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)