Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zaterdag 15 december 2012

Hokjesman

Dezelfde 11 december dat ik mijn bericht ‘Zelfverrijking’ maakte, kwam AntroVista al met ongetiteld nieuws over:
‘Grootschalig onderzoek van het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg van Hogeschool Leiden onder 2100 patiënten van 22 antroposofische huisartspraktijken laat zien dat deze patiënten op alle fronten zeer tevreden zijn.’
Dit is het begin van een bijgeleverd persbericht dat als tweet ook op de homepage van Hogeschool Leiden wordt vermeld:
‘Antroposofische huisarts scoort goed #hsleiden bit.ly/12n4px3 about 2 days ago
De inhoud van dit persbericht luidt verder:
‘Het gemiddelde algemene waarderingscijfer van de antroposofische huisartsen op een schaal van 0 (slechtste) tot 10 (beste) is 8,4. Dit cijfer ligt iets hoger dan het gemiddelde waarderingscijfer voor reguliere huisartsen (8,2), dat in 2008 werd onderzocht. Het gemiddelde waarderingscijfer van antroposofische therapeuten in gezondheidscentra – zoals fysiotherapeuten en kunstzinnig therapeuten – is eveneens hoog (8,3).

De metingen van dit onderzoek zijn verricht met een gevalideerde CQ-index (Consumer Quality Index), dezelfde systematiek die ook wordt gebruikt voor onderzoeken naar de kwaliteit van reguliere zorg. Naast de vragen uit de CQ-Index Huisartsenzorg, werden ook specifieke vragen gesteld over zelfmanagement, health promotion en de kwaliteit van de relatie tussen de arts/therapeut en de patiënt. Het onderzoek toont ook aan dat de patiënten het belangrijk vinden om aangesproken te worden op de eigen verantwoordelijkheid, ondersteund te worden bij het zelfherstellend vermogen van hun lichaam en om actief bij te dragen aan de eigen gezondheid. Ook hechten de patiënten groot belang aan de kwaliteit van de therapeutische relatie, de kwaliteit van de professionele aandacht en de attitude van de zorgprofessional.

Het eerste CQI-rapport wordt tijdens het jaarlijkse symposium van het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg op 14 december aangeboden aan prof. dr. Diana Delnoij. Dr. Delnoij is momenteel directeur van het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ), vanaf 1 januari 2013 is zij directeur van het nieuwe Kwaliteitsinstituut in de gezondheidszorg.’
Over dat symposium, dat dus gisteren plaatsvond, meldt de website van het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg:
‘Symposium lectoraat 14 december 2012
Goede antroposofische gezondheidszorg: innovatief, verantwoord en zichtbaar

Kwaliteitsbeleid door:
– zorgprogramma ontwikkeling
– ICT ondersteuning bij consultvoering
– monitoring van klantervaringen, veiligheid en (kosten)effecten
– online beschikbaar maken van wetenschappelijke resultaten

Kijk hier voor het programma en hier voor de werkgroepen. U kunt zich hier aanmelden.

Accreditatie is aangevraagd bij de verschillende beroepsgroepen. Reacties:
– NVET [euritmietherapeuten, MG]: 3,5 punten
– BPHA [psychosociale hulpverleners, MG]: wordt achteraf beoordeeld, verwachting is dat punten worden toegekend
– NVDA [diëtisten, MG]: 4 punten
– NVAP [psychotherapeuten, MG] : deelnemers dienen zelf een bewijs van aanwezigheid in te dienen voor accreditatie

Goede zorg voor patiënten

Drie onderdelen van het kwaliteitsbeleid in de gezondheidszorg zijn in de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden: het ontwikkelen van innovaties, het wetenschappelijk verantwoorden van de zorg en het zichtbaar maken van de kwaliteit van de zorg.

Door innovaties wordt de zorg voortdurend verder verbeterd. Dat wil in veel gevallen zeggen: beter voor de patiënt en/of goedkoper. Wetenschappelijk onderzoek is niet alleen nodig bij de ontwikkeling van innovaties, maar ook bij het testen ervan, en het vergelijken met andere, reeds bestaande zorg. Hierbij worden klantervaringen, veiligheid en (kosten)effecten van de zorg in kaart gebracht. Het zorgaanbod en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden in toenemende mate (bv. via de websites Zichtbare zorg en Kiesbeter) transparant gecommuniceerd aan stakeholders. Op basis hiervan kunnen bv. patiënten kiezen voor bepaalde zorgvormen en verzekeraars bepaalde zorgvormen financieren.

Het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg werkt door het uitvoeren van praktijkonderzoeken, binnen deze context aan het (verder) ontwikkelen van innovatieve, verantwoorde en zichtbare antroposofische gezondheidszorg (AG).

Innovaties

In de gehele gezondheidszorg worden momenteel zorgprogramma’s ontwikkeld. De financiering van de zorg maakt hier gebruik van, bijvoorbeeld in diagnosebehandelcombinaties (DBC’s). De AG kan bij deze ontwikkeling aansluiten door zelf AG-zorgprogramma’s te ontwikkelen waarbij de inhoud en de eigenheid van de AG intact gelaten wordt. Zo kan duidelijk gemaakt en verantwoord worden hoe de AG werkt, dat er eventueel afgeweken wordt van bestaande behandelprotocollen en -standaarden, en waarom de AG dat doet. Eind 2012 zijn er drie multidisciplinaire AG zorgprogramma’s ontwikkeld (depressie, kanker en hooikoorts) en zijn er drie in ontwikkeling (hechtingsstoornissen, stress-gerelateerde klachten en fysiotherapie bij schouderklachten). In 2013 staan de ontwikkeling van drie nieuwe zorgprogramma’s en het testen en verder implementeren van de ontwikkelde zorgprogramma’s op het programma.
Daarnaast wordt gewerkt aan een ICT ondersteuning van AG huisartsen.

Wetenschappelijke verantwoording

In 2012 is het lectoraat AG gestart met het inrichten van een structurele monitoringsinfrastructuur voor de AG. Hierbij worden per beroepsgroep best practices (op basis van expertkennis van zorgprofessionals) in kaart gebracht en wordt een routine outcome monitoring (ROM) infrastructuur ingericht (voor alle beroepsgroepen, maar ook binnen zorginstellingen). Op deze manier wordt een eerste, basale wetenschappelijke stap gezet om de effecten van AG inzichtelijk te maken. Op basis hiervan wordt vervolgens verder gericht en beter gecontroleerd onderzoek naar veiligheid, klantervaringen en (kosten)effecten gedaan.

Zichtbare antroposofische zorg

In de hele wereld wordt onderzoek naar AG gedaan. Deze resultaten zijn niet eenvoudig te vinden. Het lectoraat AG heeft daarom een website ontwikkeld, waar voor patiënten, verwijzende huisartsen en andere geïnteresseerden, geupdate wetenschappelijk verantwoorde informatie over AG gevonden kan worden. Tevens wordt op deze website zichtbaar gemaakt, waar in Nederland de zorg binnen de ontwikkelde zorgprogramma´s aangeboden wordt.

In dit symposium worden de verschillende praktijkonderzoeken waarmee door het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg aan het (verder) ontwikkelen van innovatieve, verantwoorde en zichtbare AG gewerkt wordt, gepresenteerd.
Meldt u hier aan voor het symposium.’
Maar ja, dit symposium is al achter de rug, dus dat lukt niet meer. Op 12 december kwam AntroVista met nieuws over de vrijeschool in Zutphen waar ik het op vrijdag 30 november in ‘Koe-knuffelen’ ook al over had. Het bleek te gaan om een bericht op de website van de Stentor (die overigens volledig vernieuwd is en nu een totaal andere aanblik vertoont), getiteld ‘Eén locatie vrije school Zutphen dicht’:
‘Het basisonderwijs verdwijnt uit het gebouw van school De Berkel in Zutphen. Het aantal basisscholen van de vrije school wordt teruggebracht van drie naar twee. Daarnaast wordt het voortgezet vrijeschoolonderwijs in Zutphen samengebracht aan de Weerdslag. De Raad van Toezicht van Stichting De Vrije School Noord- en Oost-Nederland stemt daarmee in.

Bekijk ook...
Verzet ouders school De Berkel
Basisschool De Berkel in Zutphen verdwijnt
Basisschool De Zwaan blijft open
Ouders basisschool De Zwaan verenigen zich
Vrije School stoot locatie De Zwaan af

Stichting De Vrije School Noord- en Oost- Nederland (VSNON) is het overkoepelend bestuur van basisscholen De Zwaan, De Berkel, De IJssel en voortgezet vrijeschoolonderwijs in Zutphen. De afgelopen tijd is er veel gesproken over de toekomst van de vrije scholen. De penibele financiële situatie van VSNON en een dalend leerlingaantal zorgen er voor dat het niet mogelijk is om in de toekomst op drie locaties basisscholen op de been te houden, constateerde bestuurder Lizzy Plaschek. Een faillissement is niet onwaarschijnlijk als op de huidige weg wordt doorgegaan.

Er waren drie toekomstvarianten voor de vrije scholen in Zutphen. Daaruit maakte Plaschek een paar weken geleden een keus, het zogenoemde voorgenomen besluit. Het aantal basisschoollocaties in Zutphen wordt teruggebracht van drie naar twee. In de toekomst vindt basisonderwijs alleen nog plaats op de huidige locaties van De Zwaan (Valckstraat) en De IJssel (Henri Dunantweg). Het gebouw van De Zwaan wordt gerenoveerd. Het huidige gebouw van basisschool De Berkel aan de Weerdslag wordt in de toekomst gebruikt voor voortgezet onderwijs. Plaschek wil namelijk al het voortgezet onderwijs in Zutphen, dat nu nog is verdeeld over twee locaties in Zutphen, concentreren aan de Weerdslag.

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad had vorige week al een positief advies gegeven over het voorgenomen besluit. De Raad van Toezicht heeft dat voorgenomen besluit nu bekrachtigd.

De komende tijd wordt een plan van aanpak gemaakt om de uitwerking van het besluit handen en voeten te geven. Dat plan is in januari klaar. Streven is om per 1 augustus 2013 te starten met de overgang van drie naar twee zogenoemde stromen. Ook gaat dan het aantal kleuterklassen terug van zes naar vijf. De operatie moet 1 augustus 2015 zijn afgerond.’
De lezers van het Noordhollands Dagblad werden eergisteren, op donderdag 13 december, opgeschrikt door ander verontrustend nieuws. Die avond verscheen op de website een artikel getiteld ‘Brandweer: “Midgard tikkende tijdbom”’:
‘Van de twaalf gebouwen op antroposofisch woonzorgcentrum Midgard in Tuitjenhorn zijn er volgens de brandweer tien “brandonveilig”. Tim Groenewoud, adviseur brandveiligheid van de gemeente Harenkarspel, spreekt zelfs van een “tikkende tijdbom”. “Zoals het daar nu is, zou ik mijn kind daar geen nacht willen laten blijven.”

Op Midgard, onderdeel van de Raphaëlstichting, wonen honderd mensen met een verstandelijke beperking.

De adviseur pleitte daarom donderdagmiddag voor de Alkmaarse rechtbank tegen bestuursrechter mevrouw De Feijter dat de Raphaëlstichting zo snel mogelijk moet zorgen dat aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan. “Verder uitstel is wat ons betreft niet aan de orde. Daarvoor zijn de gebreken op Midgard véél te ernstig en de risico’s dus onacceptabel”, vulde gemeentelijk jurist Mark Jobst aan.

En: “Als wij uitstel verlenen en er ontstaat brand waarbij doden vallen, dan wijst iedereen met de vinger naar de gemeente. Is er dan niks geleerd van de ramp in café ’t hemeltje en de brand in het cellencomplex Schiphol-Oost? Moet er soms weer een ramp gebeuren voordat de maatschappelijke bewustwording terugkeert? Het lijkt er wel op.”

Op Midgard moeten nieuwe kozijnen, ramen en brandvertragende (tussen)deuren in tien gebouwen worden aangebracht. Volgens Groenewoud zijn bij inspecties op vele plaatsen brandwerende scheidingen aangetroffen waar de gaten in zaten.

De Raphaëlstichting erkent de problematiek bij monde van raadsman Antonisse. “Maar wij hebben meer tijd nodig dan de één tot twee maanden die het college van Harenkarspel op 30 oktober jongstleden heeft opgelegd. We hebben daarvoor vier tot vijf maanden nodig.”

De rechtbank doet op donderdag 27 december uitspraak.’
Hemel, wat is hier aan de hand? Op de homepage van de Raphaëlstichting is ‘Krantenberichten over Midgard’ te vinden:
‘Veel gestelde vragen naar aanleiding van krantenberichten over de brandveiligheid van Midgard. > Lees verder
Hier staat ook over ‘De Raphaëlstichting’ vermeld:
‘De Raphaëlstichting biedt zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Zij is daarnaast actief in de psychiatrie en verpleeghuiszorg. Er werken 1500 medewerkers op diverse locaties in Noord- en Zuid-Holland voor 1200 cliënten van alle leeftijden.

Wij laten ons inspireren door de antroposofische visie die de individuele ontwikkeling van cliënt en medewerker in gelijkwaardigheid en wederkerigheid vooropstelt. Binnen een intensief gemeenschapsleven is er veel aandacht voor kunst en cultuur. Het centraal bureau is gevestigd in Schoorl.’
We gaan natuurlijk meteen in ‘Krantenberichten over Midgard’ kijken wat hierover wordt geschreven:
‘Voldoet Midgard aan de eisen van brandveiligheid?

Midgard vindt de veiligheid van haar cliënten en medewerkers belangrijk. Ze neemt de brandveiligheidseisen en de handhaving van de gemeente serieus. Midgard heeft een zogeheten gebruikersvergunning die nog steeds van kracht is. Midgard heeft een goed werkende en gecertificeerde brandmeldinstallatie en houdt regelmatig ontruimingsoefeningen. De basis van de brandveiligheid is in orde.

Wat is er aan de hand?

Regelmatig vinden controles door de Gemeente op de brandveiligheid plaats. Dit heeft geleid tot verbetermaatregelen en aanpassingen. Sommige daarvan zijn nog niet uitgevoerd. Dit betreffen een aantal bouwkundige aanpassingen volgend uit het vernieuwde bouwbesluit 2012. Ondermeer betekent dat het vervangen van een groot aantal deuren en kozijnen vanwege de brandvertragingseisen die omhoog gegaan zijn naar 20 minuten voor bestaande bouw. En ook zijn er leidingen gelegd door scheidingswanden die niet goed zijn afgedicht.

Waarom een rechtszaak?

De gemeente heeft voor de verbeteringen een termijn gesteld van een tot twee maanden. De rechtszaak gaat nu over deze termijnen en niet over de inhoud van de te nemen maatregelen. Midgard vraagt meer tijd, vier tot vijf maanden. De rechter zal 27 december uitspraak doen over de termijnen.

Wat doet Midgard nu?

Er is een plan om deze maatregelen uit te voeren. De doorvoeren en openingen in wanden zijn eind januari gedicht. Kozijnen en deuren worden vernieuwd. Voor de bedrijfshulpverlening in de nacht zijn aanvullende maatregelen getroffen. Een groot deel van de andere verbeterpunten is al aangepakt en verholpen. We doen dit overigens in goed overleg met de gemeente.’
‘Hartelijk welkom bij de Vrije School Den Haag.

De oudste vrijeschool van Nederland, die komend jaar haar 90-jarig bestaan viert. Het begon allemaal in een huiskamer, groeide snel uit naar een gebouw aan de Waalsdorperweg voor peuters t/m pubers. Dat gebouw huisvest nu het voortgezet onderwijs (VO) met ca. 560 leerlingen. In 1989 werd een eveneens organisch gebouw aan de Abbenbroekweg geopend, waar het primair onderwijs (PO) met naschoolse opvang gevestigd is, in totaal ca. 460 leerlingen.

De Vrije School Den Haag heeft altijd als één school met één visie gefunctioneerd. Bestuurlijk en deels ook qua leerlingen, ouders en leerkrachten is dit nog steeds zo. De vrijescholen kennen voor het PO en VO doorlopende leerlijnen en gemeenschappelijke principes. De belangrijkste daarvan staan bij vrijeschoolonderwijs. Verder is er veel van de uitwerking gezamenlijk en zijn er vele activiteiten.

Maar voor de meeste onderwerpen gaat u direct naar de websites per gebouw: PO op de Abbenbroekweg en VO op de Waalsdorperweg.’
‘Welkom op Warmonderhof, biologisch dynamische MBO opleidingen en bedrijven 
Studenten in MBO Nederland hebben hun opleidingen beoordeeld. Groenhorst is in 2012 het beste groene MBO. Binnen Groenhorst heeft Warmonderhof Opleidingen het hoogste cijfer gekregen, een 8,3. Dus mogen we gerust zeggen dat de studenten vinden we de beste groene opleiding van Nederland zijn. En daar zijn we trots op.’
Verderop is te vinden:
‘Filmpje? 6 studenten vertellen (duur 3 minuten). Klik op de YouTube button.
YouTube kanaal met filmpjes over biologisch dynamische landbouw.’
Dat is niet helemaal handig gedaan. Je zou dat filmpje toch moeten kunnen ‘embedden’ (hoewel het mij de vorige keer, op woensdag 28 november in ‘Barometer’, niet lukte; maar dat had mogelijk met de Belgische herkomst te maken, en daar is nu geen sprake van). Ik zal dat hier doen:


En ga je naar die ‘Warmonderhof studenten interviews’, dan zie je dat dit filmpje is ‘Geupload op 22 sep 2011’ en nu 2109 keer bekeken:
‘6 studenten van biologisch dynamische opleiding Warmonderhof vertellen over hun ervaringen op de school en in de praktijk.’
Op vrijdag 7 december moest ik in ‘Brui’ het droeve nieuws melden van het teloorgaan van De Aardespiegel. Op de website verscheen gisteren ‘De Aardespiegel van donderdag 13 december 2012’:
‘Mailing Aardespiegel – verzonden op 14 december 2012

Een dag later dan gepland, maar hier is het laatste nummer van De Aardespiegel.

We kregen nog eens 24 reacties op de mededeling van vorige week. Daarin riepen enkele lezers ons op om terug te komen op ons besluit. Andere bedankten ons hartelijk voor al het werk wat we hebben gedaan en gaven ons complimenten. Weer anderen vroegen zich af waarom we niet met een herhalingsoproep kwamen in plaats van een in hun beleving “overhaast besluit om ermee te stoppen”. Tot de laatste groep mensen zouden we willen zeggen dat we in alle nummers van De Aardespiegel altijd openheid van zake hebben gegeven met betrekking tot de cijfers, in totaal zijn er dertig herhalingsoproepen geweest in de loop van de afgelopen anderhalf jaar.

We hebben geen spijt van al het werk dat we hebben geleverd, integendeel, we hebben veel geleerd over de stand van zaken met betrekking tot de mens en de wereld en we hebben een veel realistischer beeld van onszelf in de huidige samenleving dan we hadden toen we begonnen in augustus 2011.

Rest ons om van deze gelegenheid gebruik te maken om iedereen, die bijdragen hebben geleverd, in welke vorm dan ook, hartelijk te bedanken voor alles: Ina van Dijk, Gerard Bunnik, Frouke Willemsen, Ferdinand Zanda, Arjen Nijeboer, Ro Naastepad, Harry Fiegel, Floris de Graad, Paul Engelen, Imke Jelle van Dam en verder iedereen die we nu even zijn vergeten. Twee mensen in het bijzonder zouden we willen bedanken: Werner Govaerts, die met een ijzeren discipline iedere keer weer een column produceerde en als stille man op de achtergrond altijd aanwezig was; en Edy de Munck voor al zijn bijdragen in alle mogelijke vormen, hij heeft ons vanaf het begin gezien en gevolgd, leefde mee en ondersteunde ons.

Op zaterdag 12 januari 2013 van 13.00 uur tot 17.00 uur vindt een bijeenkomst plaats over mogelijke verdere ontwikkelingen van De Aardespiegel of een variatie erop. De locatie is: De Genneper Hoeve, Tongelreeppad 1, Eindhoven. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd door Ferdinand Zanda en Frouke Willemsen.

Voor nu wens ik alle lezers nog één keer veel leesplezier en inspiratie,
met vriendelijke groet,
Jac Hielema,
Evelien Nijeboer en
Stephan Geuljans

klik hier voor de bijlage bij dit bericht (29Aardespiegel131212.pdf)
Als slotwoord in dit laatste nummer komt nog eenmaal Jac Hielema aan het woord, in ‘een laatste vraag van de initiatiefnemer’:
‘Lieve lezers,

Voor wie dit laatste nummer helemaal heeft gelezen, moge het duidelijk zijn: met De Aardespiegel hoopten we een bijdrage te leveren aan het scheppen van een klimaat voor geesteswetenschappelijk onderzoek naar actuele vraagstukken. Onze eerste poging is niet gelukt. Maar nadat we de anderhalf jaar ervaring als aardespiegel hebben verteerd, zullen we een nieuwe poging wagen. Hoe? En: in welke constellatie? We hebben nog geen idee.

Nogmaals, wat ons betreft is het grote actuele vraagstuk: heeft de mens een vrije wil, en zo ja, is hij in staat om op grond van die vrije wil een samenleving te creëren waarin ieder mens tot zijn recht komt? Al onze artikelen zijn in zekere zin pogingen om antwoorden te vinden op variaties op deze essentiële vraag waar Rudolf Steiner zijn Filosofie van de Vrijheid mee begint: is de mens een geestelijk vrij wezen of is zijn denken en handelen onderworpen aan natuurwetten? En voor zover onze artikelen niet over de vrije-wilsvraag gingen, onderzochten we de logisch daaruit voortvloeiende vraag: als de mens in zijn denken en handelen een geestelijk vrij wezen is, hoe kan hij dan een rechtvaardige samenleving scheppen?

Onze vraag nu aan alle lezers is: wat zou een volgende stap kunnen zijn als bijdrage aan een geesteswetenschappelijk onderzoeksklimaat in België en Nederland waarin deze actuele vraagstukken kunnen worden besproken?

Jullie kunnen jullie mogelijke antwoorden mailen naar info@aardespiegel.nu. Daarnaast zijn jullie van harte uitgenodigd om deel te nemen aan de bijeenkomst op zaterdag 12 januari 2013 van 13.00 uur tot 17.00 uur op De Genneper Hoeve in Eindhoven (ook makkelijk bereikbaar voor de Belgische lezers)*. Laat per mail even weten of je komt.

Rest ons jullie fijne feestdagen te wensen en een mooie, goede en ware jaarwisseling.

hartelijke groeten,
Jac Hielema’
Gisteren verscheen er op de Facebookpagina van Floris Schreve volgend bericht:
‘Onderstaande foto slaat dus op het nieuwe VPRO programma “De Hokjesman”, van documentairemaker Michael Schaap. Wat heb ik daarmee te maken? Word ik op tv in een hokje gestopt? Niet echt. Er komen diverse kuddes, subculturen, groepen, clubjes, levensovertuigingen aan bod. Van geen van die kuddes maak ik deel uit, maar ik heb wel wat te vertellen over een van die kuddes, nl... zie oa op mijn weblog http://fhs1973.wordpress.com/category/antroposofie-en-racisme/ Voor meer over het programma, zie: http://weblogs.vpro.nl/nieuws/2012/11/27/de-vpro-gaat-in-nieuw-programma-op-safari-in-eigen-land/
Volg ik die laatste link, kom ik inderdaad bij de VPRO uit, waar al sinds dinsdag 27 november dit bericht over ‘De VPRO gaat in nieuw programma op safari in eigen land’ blijkt te staan:
‘Gefascineerd door de heersende hokjesgeest gaat programmamaker Michael Schaap in het nieuwe televisieprogramma De Hokjesman op veldonderzoek binnen de leefwereld van aansprekende Nederlandse subculturen. Hoe verhouden mensen binnen een hechte gemeenschap zich tot elkaar en hoe staan zij ten opzichte van buitenstaanders? Wat wordt als afwijkend gedrag gezien?Wat is er nodig om uit de groep te stappen of te worden gestoten? Met een knipoog naar de klassieke volkenkundige, gestoken in driedelig pak met strik, ontleedt De Hokjesman de mens als groepsdier.

“Van alle landen en volkeren waar ik kwam, vond ik geen vreemdsoortiger slag dan de Nederlanders. Niet één volk, maar een tombola vol culturen, verenigingen en groepen. Met vreemde stammen en exotische gemeenschappen. Zoals de klassieke volkenkundigen voor mij zoek ik ze op, ontleed ze, meet ze en doorgrond ze.”

De Hokjesman waagt zich acht afleveringen lang in het milieu van Volendammers, Molukkers, orthodoxe boeren, subversieven, mariniers, antroposofen, SP-ers en edellieden. Binnen de groepen die hij onderzoekt kijkt hij nadrukkelijk naar geschreven en ongeschreven wetten, regels, codes en taboes. Zijn doel is niet alleen het blootleggen van de geheimen van de betreffende gemeenschap. Hij wil ook lering trekken uit de mogelijke kwaliteiten van de kliek; uit de omgangsvormen, de handigheidjes en de overlevingsstrategieën. Wie de Hokjesman volgt op zijn safari in eigen land ontdekt de rimboe in zichzelf.

De Hokjesman: een safari in eigen land, op zoek naar de rimboe in onszelf.
Uitzending: Vanaf donderdag 10 januari, 21.30 uur, Nederland 3’
Dat belooft dus wat... Op dinsdag 11 december kwam in ‘Zelfverrijking’ Judith von Halle ter sprake. Meteen de dag erna schreef Michael Mentzel van ‘Themen der Zeit’ dit mooie verslag, ‘Erkennen und Erleben an der Schwelle’:
‘Offenheit und Klarheit im Verhältnis unterschiedlicher Strömungen und Positionen in der anthroposphischen Bewegung kennzeichneten den Versuch der Annäherung an Judith von Halle.

Rund 130 Menschen hatten sich am 8. Dezember im – leider ziemlich ausgekühlten – Festsaal der Essener Waldorfschule eingefunden, um einer Veranstaltung beizuwohnen, die von der Deutschen Landesgesellschaft der Anthroposophischen Gesellschaft (ADiD) organisiert worden war. Anlass war der Versuch, mit Judith von Halle – der derzeit wohl umstrittensten Vertreterin der öffentlichen Anthroposophie – in ein öffentliches Gespräch zu kommen. Neben Judith von Halle hatten Wolfgang Gutberlet und Benediktus Hardorp sowie für die AGiD Hartwig Schiller, Wolf-Ulrich Klünker und Justus Wittich vom Vorstand der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft (AAG) auf dem Podium Platz genommen. Dem Treffen waren konstruktive Gespräche mit den Beteiligten vorausgegangen und Hartwig Schiller wies in seiner Einführung auf die Notwendigkeit hin, den begonnenen Austausch zukunftsoffen fortzusetzen und vor allem miteinander statt übereinander zu reden.

Der Ratschlag eines Besuchers vor Beginn der Veranstaltung, alle müssten sich wohl “warm anziehen”, bekam angesichts der Temperaturen im Festsaal der Schule eine reale Bedeutung, wenn auch nicht im Sinne des ironisch Gemeinten. Das Thema des Treffens: “Erkennen und Erleben an der Schwelle – Geistige Erfahrung in der Gegenwart”. Im Hinblick auf die Teilnehmerzahl – man hatte mit ca. 350 Personen gerechnet – wurde kurzerhand improvisiert und die gesamte Veranstaltung zu einem offenen Gespräch umgewidmet, dem die Einführungsreferate der Podiumsgäste vorangingen.

So war es möglich, die verschiedenen Sichtweisen zum Thema sowohl allgemeiner als auch individueller Prägung aus den unterschiedlichen Anschauungsweisen zu betrachten, wobei sich herausstellte, dass die Ausgangsorte der Betrachtungen gar nicht so weit auseinanderlagen. Benediktus Hardorp legte seinen Schwerpunkt auf die eher globalen Schwellensituationen, wie sie derzeit überall auf der Welt hervorträten. Justus Wittich fragte nach den Veränderungen der Schwellensituation im 21. Jahrhundert und wies hin auf das Verhältnis heutiger Erkenntnisbemühungen zu denen Steiners am Anfang des letzten Jahrhunderts und nach dem Weg zu einem neuen Umgang mit geisteswissenschaftlichen Erkenntnissen.

Wolfgang Gutberlet benannte die eigene Schwelle zu neuen Erfahrungen als eine der größten Herausforderungen und Schwierigkeiten: Wo stehe ich selbst, wenn die Schwellen zahlreicher und immer höher werden? Zu fragen, wo stehen die anderen und scheinbar Erreichtes mit anderen zu vergleichen, mache unfrei. Wichtig sei es, bei der “Beschreibung” der persönlichen Erkenntnisse zu bleiben.

Für Judith von Halle erwies es sich als Schwierigkeit, “in einer so kurzen Zeit etwas Ernsthaftes zu sagen”. Sie schilderte in ihrem Einführungsstatement ihre persönliche Situation und sprach über die Hintergründe der Auseinandersetzungen, das Problem der Beurteilung ihrer Person durch die Stigmatisierung. Die Betroffenheit über die von ihr wahrgenommene Ausgrenzung ihrer Person von führenden Vertretern der Anthroposophischen Gesellschaft war ihr deutlich anzumerken, als sie davon sprach, dass sie als somnambul bezeichnet worden sei. Sie sei “keine anthroposophische Geistesforscherin”, hätte es geheißen. Ihre Frage, ob der Deutsche Landesvorstand sie noch heute in einer solchen Weise sähe, wurde im weiteren Verlauf des Tages durchaus mehrmals durch die erklärte Bereitschaft des Landesvorstands beantwortet, in Zukunft eine neue und offenere Gesprächskultur zu pflegen.

Judith von Halle nannte neben einigen Voraussetzungen zu einer künftigen konstruktiven Zusammenarbeit insbesondere den Wunsch, offene Räume zu schaffen, in denen über alles geredet werden könne: “Ich sehne mich nach Normalität im Sozialen”. Natürlich müssten auch ihre Aussagen genauso geprüft werden, sie frage sich jedoch, ob es denn auch dieselben Bedingungen seien, unter denen es bei ihr geschehe. Sehr deutlich jedoch war auch von ihrer Seite die Bereitschaft zu spüren, sich auch in Zukunft zu gemeinsamen Gesprächen mit den Vertretern der Deutschen Landesgesellschaft zu treffen.

Für Wolf-Ulrich Klünker stellen sich heute, einhundert Jahre nach der Gründung der Anthroposophischen Gesellschaft durch Rudolf Steiner, neue Fragen zum Selbstverständnis der Geisteswissenschaft. Wo ist Steiner heute, fragte er im Hinblick auf eine dringend notwendige “existenzielle Innovationskraft”. Er merkte an, dass es heute ganz neue Formen des spirituellen Erlebens gebe. Die geistige Welt sei offen, sagte er: “Es ist alles da und liegt auf der offenen Hand , können wir dies heute bemerken?” Geistiges Erleben sei tatsächlich etwas Neues. Er zitierte den Architekten Karl Friedrich Schinkel mit den Worten: “Wie können wir das neue Element in die Welt einführen, damit die Geschichte zu dem wird, was sie eigentlich ist?”

Nachdem es zu Beginn der offenen Gesprächsrunde mit dem Publikum noch einzelne Versuche gab, die Probleme verschiedener Vertreter der Anthroposophischen Gesellschaft mit Judith von Halle – hier wurde insbesondere Sergej Prokoffieff genannt – noch umfassender zu diskutieren, konnte dank der Umsicht von Hartwig Schiller die Aufmerksamkeit schnell wieder in die Richtung der Offenheit der Gesprächssituation gelenkt werden. Viele Gedanken – zum Teil auch sehr persönliche Fragen und Anmerkungen – zum Thema “Erleben an der Schwelle” wurden aus dem Publikum hereingebracht und wenn auch die erwarteten Antworten nicht immer befriedigt haben dürften, weil sie angesichts der Fülle der Wortmeldungen manchmal zu kurz kamen, war doch ein allgemeines Gefühl der Anerkenntnis des Versuchs eines Dialogs zu spüren und sicher – auf beiden Seiten – auch ein wenig Erleichterung.

Der Wunsch eines großen Teils der Zuhörer, dass es in Zukunft zu einer verstärkten Zusammenarbeit mit Judith von Halle kommen möge, war offensichtlich und wurde dann auch eindeutig formuliert. Ebenso eindeutig schien aber auch das Anliegen vieler Teilnehmer, wie sehr sie die Frage nach der Begegnung mit dem “ätherischen Christus” bewegt und wie sie hier auf Antworten von Judith von Halle hoffen. Was (nach der Veranstaltung im Gespräch mit einigen Teilnehmern) die Frage aufwarf, ob die eigene Auseinandersetzung mit der Anthropsophie durch die Fixierung auf Autoritäten zugunsten schneller Antworten – auf scheinbar existenzielle Fragen – manchmal dann allzu leichtfertig in den Hintergrund tritt.

Die Ergebnisoffenheit von Zusammentreffen wie diesem kam noch einmal in den Abschlussworten von Justus Wittich zum Ausdruck, der danach fragte, wie sich in Zukunft ein Vertrauensverhältnis bilden kann, das dann auch zur Kraft wird. Hartwig Schiller nannte in seiner Zusammenfassung das Treffen “sehr erfreulich” und gab noch einmal – ebenso wie Judith von Halle – ein klares Votum für eine Fortsetzung des begonnenen Dialogs ab.’
Zo zag het er dus ‘van binnenuit’ ongeveer uit. Maar hoe zou het er ‘van buiten af’ uit hebben gezien? Weer was het Facebook waardoor ik hierin op weg werd geholpen. Dat wil zeggen, ‘Medienstelle Anthroposophie’ liet gisteren weten:
‘“In Dornach ist der Teufel los”: Titelstory im “Spatz Basel” über Judith von Halle und mögliche Spaltungstendenzen der anthroposophischen Bewegung. “Einige Stimmen warnen deshalb vor einer inneren Zerreissprobe und einer gewaltigen Verschiebung der Gewichte innerhalb der anthroposophischen Bewegung. Die Gesellschaft könnte darüber zerbrechen, wird sogar befürchtet.”’
Het bleek te gaan om een uitvoerig artikel van 13 december door Stefan Gyr, getiteld ‘In Dornach ist der Teufel los | SpatzZeitung.’ Hij vat de complexe situatie helemaal niet zo slecht samen, maar maakt de hele geschiedenis natuurlijk wel een beetje ‘lekker’:
‘Schwindlerin oder Seherin? Seit Ostern 2004 trägt Judith von Halle angeblich die Wundmale Christi, isst nichts mehr und unternimmt geistige Zeitreisen. Bei den Anthroposophen hat sich an dem Fall ein Streit entzündet, der die Bewegung spalten könnte.

Trutzig erhebt sich das Goetheanum mit seiner mächtigen Betonfassade über Dornach und Arlesheim. Am Fuss des Hügels, bloss 500 Meter entfernt von der Anthroposophen-Zentrale, hat sie in einer ehemaligen Schreinerei ihre Zelte aufgeschlagen: Judith von Halle, die umstrittenste Figur in der von Rudolf Steiner gegründeten Bewegung. Seit der Karwoche 2004 will die aus Berlin stammende Architektin (40) die Wundmale von Christus, sogenannte Stigmata, tragen und keinen Bissen mehr gegessen haben. Selbst Wasser habe sie nur noch in beschränktem Mass zu sich genommen. Und das ohne nennenswerten Gewichtsverlust oder körperliche Beschwerden. «Der verwandelte physische Leib wehrt jede irdische Nahrung wie Gift ab», erklärt von Halle. Sie musste laut eigenen Angaben sogar den Gebrauch von Zahnpasta einstellen. Die darin enthaltene winzige Menge Alkohol habe in ihrem Organismus «heftigste Vergiftungserscheinungen» ausgelöst. Damit nicht genug: Die Anhängerin von Rudolf Steiner erfährt nach eigenem Bekunden wie der Meister selbst «Schauungen» und unternimmt «geistige Zeitreisen». So will sie die Kreuzigung und Auferstehung Christi miterlebt haben.

In Deutschland berichtete vor einigen Jahren bereits der «Spiegel» über die «fragwürdige Hungerstory», so das Nachrichtenmagazin. Dagegen ist in der Schweiz von den Querelen bei den Anthroposophen noch nichts nach aussen gedrungen. Von Halle scheint zurückgezogen zu leben und die Öffentlichkeit zu scheuen. Auf ihrem Briefkasten in Dornach sind allein ihre Initialen J.v.H. zu entdecken. Fotos von ihr sind kaum zu finden. Einzig die deutsche Kulturblog-Seite netzhaueter.de hat 2009 zwei heimlich geschossene Bilder eines Vortrags in Mannheim veröffentlicht, auf denen allerdings nur wenig zu erkennen ist.

Gemäss der gleichen Webseite hat sie an diesem Anlass behauptet, Aids sei die Folge des Glaubens, die Menschen stammten vom Affen ab. Auch Demenz sei ein Zeichen eines fehlgeleiteten Zeitgeists. Eine weltfremde Spinnerin sehe aber anders aus, ist in dem Blog weiter zu lesen. «Statt einer schwebenden Lichtgestalt stand da ein zierliches Persönchen mit warmherziger Ausstrahlung und lachenden Augen auf der Bühne.» Nur die verbundenen Handgelenke hätten auf das Mirakel hingedeutet. Auch nach anderen Quellen besitzt sie eine charismatische Ausstrahlung und weibliche Reize, die sie sehr bewusst einsetzen könne.

Von Halle sei die Wiedergeburt der Ärztin Ita Wegman, einer der Mitbegründerinnen der Anthroposophie, raunen ihre Jünger. Andere bringen sie mit der Bildhauerin Edith Maryon in Verbindung, die ebenfalls zum innersten Kreis um Rudolf Steiner gehörte. Über ihre mystischen Erlebnisse hat sie in zahlreichen Vorträgen vor eingeweihtem Publikum und in 18 Büchern berichtet. Diesen Winter sollte sie in ihrer Dornacher Heimstatt mehrere Vorträge und Seminare halten, zum Beispiel über Steiners Mysteriendramen und den «Impuls des heiligen Gral im Einweihungsritus des Templer-Ordens». Doch alle Veranstaltungen bis Ende Januar 2013 wurden kurzfristig abgesagt. Judith von Halle sei schwer erkrankt, hiess es auf Facebook. Nur einen Termin Anfang Dezember wollte sie unbedingt nicht verpassen: ein Podiumsgespräch in Essen mit der anthroposophischen Führungsriege in Deutschland – Thema: «Erkennen und Erleben an der Schwelle – Geistige Erfahrung in der Gegenwart».

«Gravierende Missstände»

Noch 2005 hatte sich der Vorstand der Anthroposophischen Gesellschaft in Deutschland von den «Überzeugungen, Interpretationen und Bestrebungen» im Zusammenhang mit der Stigmatisation von Judith von Halle öffentlich distanziert. Die Ursache der «fraglos vorhandenen Phänomene» müsse als ungeklärt gelten, schrieb er. Doch die Vorgänge könnten die Gesellschaft «auseinander dividieren», wenn versucht werde, die anthroposophische Bedeutung der Stigmatisation herauszustellen. Tatsächlich ist bei den Anthroposophen der Teufel los, seit die blutenden Wundmale aufgetaucht sind. Während die einen von Halle als Seherin und Eingeweihte verehren, schmähen sie die anderen als schwarzmagisch geprägte Okkultistin und Schwindlerin, die eher auf eine Jahrmarktbude gehöre.

Als die Stigmata erschienen, war von Halle als Teilzeit-Sekretärin im anthroposophischen Arbeitszentrum Berlin tätig. Dort entzündeten sich an dem Fall «heftige Auseinandersetzungen», die «gravierende Missstände in der Verwaltung» zur Folge hatten, wie der Vorstand der Anthroposophischen Gesellschaft in Deutschland feststellte.
So seien nicht genehmigte Versände getätigt, Büroschlösser ausgewechselt und Computer-Passwörter geändert worden. Geschäftsführer Peter Tradowsky hatte zudem versucht, das Arbeitszentrum Berlin von der Anthroposophischen Gesellschaft abzutrennen. Der altgediente Lehrer und Autor Tradowsky (78) hatte die junge Mitarbeiterin mit den wundersamen Wundmalen von Anfang an gefördert und gleich auch die Deutung des Phänomens mit den Lehren Steiners geliefert. Demnach müsse der stigmatisierte Körper der «Phantomleib» sein, «der den Menschen über die Erdentwicklung hinaus in das Jupiter-Dasein trägt». Kurzerhand warf der Vorstand der deutschen Landesgesellschaft alle Mitarbeiter des Berliner Zentrums hinaus.

Postwendend hoben Tradowsky, von Halle und ihre Getreuen einen Gegenverein aus der Taufe: die «Freie Vereinigung für Anthroposophie». Diese will als «Gruppe auf sachlichem Feld innerhalb der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft» verstanden werden. Später richtete die Vereinigung eine Dornacher Filiale in der alten Schreinerei ein. Unter dem gleichen Dach liess sich der Verlag für Anthroposophie nieder. Er gibt ausschliesslich Bücher von Judith von Halle und ihrer Anhänger heraus, obwohl der Name anderes verspricht. Geleitet wird der Verlag für Anthroposophie von Joseph Morel, der viele Jahre den Verlag am Goetheanum geführt hat.

Dort gab er auch die ersten Bücher von Judith von Halle heraus, was ihm im Goetheanum verübelt wurde. Mitte 2009 wurde er auf diesem Posten abgelöst.

Zweijährige Untersuchung

Der Schwerpunkt der Aktivitäten von Halles verlagerte sich denn auch in den vergangenen Jahren zusehends nach Dornach, das weltweite Zentrum der Anthroposophie. In Deutschland wurde derweil auf Betreiben von Tradowsky eine Urteils-Findungs-Kommission (UFK) mit prominenten Anthroposophen eingesetzt. Nach einer zweijährigen Untersuchung und einem zähen Gezerre um angeblich verfälschte Aussagen legte die Kommission Mitte 2008 einen 107 Seiten starken Abschlussbericht vor. Darin empfahl sie nicht nur die Rehabilitierung von Tradowsky, der sich in der Anthroposophischen Gesellschaft «mit ausserordentlichem Engagement» verdient gemacht habe, sondern machte sich auch für die Förderung von Halles stark.

Ihre Stigmatisation, Nahrungslosigkeit und «herausragende» geisteswissenschaftliche Forschungskompetenz sollten als Tatsachen im Rahmen der Anthroposophischen Gesellschaft in Deutschland öffentlich anerkannt werden, heisst es in dem Papier, das der SpatzZeitung vorliegt. Weiter schlug die UFK vor, von Halle die Möglichkeit zu geben, ein Forschungskolloquium zu diesen Erscheinungen abzuhalten und eine «Christologische oder Theologische Sektion im Rahmen der Freien Hochschule für Geisteswissenschaft» in Dornach zu gründen.

Von Halle habe seit dem Jahr 2004 diese Phänomene geistig erforscht und mit Hilfe der anthroposophischen Geisteswissenschaft verständlich gemacht, begründete die Kommission ihre Empfehlungen. Ihre Bücher hätten eine breite anthroposophische Leserschaft gefunden und sich zu Bestsellern entwickelt.

«Das Ende der Anthroposophie»

Der Streit bei den Anthroposophen dauert aber bis heute unvermindert an. Der Vorstand der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft in Dornach hielt sich bislang bedeckt. Trotz interner Differenzen finde von Halle innerhalb der Nomenklatur insgesamt keine Unterstützung, ist zu hören. Als einziges Vorstandmitglied wagte sich Sergej Prokofieff 2009 mit Kritik an den Äusserungen von Halles hervor. In der anthroposophischen Zeitschrift «Goetheanum» wandte er sich gegen den «ungeheuren Anspruch», den die Stigmatisierte erhebe. Von Halle hatte 2004 kurz nach dem Auftreten der Wundmale des Gottessohns in einem Rundbrief behauptet, durch sie spreche Christus selbst. Solch eine Anmassung sei für ihn «das Ende der Anthroposophie», schrieb Prokofieff. «In der ganzen Geistesgeschichte haben keine Heiligen, Stigmatisierten oder Päpste derartige Ansprüche geltend gemacht.» Auf der anderen Seite hat von Halle aber längst auch Unterstützung durch prominente Anthroposophen und vor allem durch finanzkräftige Geldgeber in anthroposophienahen Unternehmen in Deutschland gefunden, wenn man Insidern glaubt. Tatsächlich haben sich Wolfgang Gutberlet (Tegut), Götz Rehn (Alnatura) und Götz Werner (DM) in einer deutschen Stiftung zusammengefunden, die der Freien Vereinigung für Anthroposophie eine halbe Million Euro gespendet hat. Einige Stimmen warnen deshalb vor einer inneren Zerreissprobe und einer gewaltigen Verschiebung der Gewichte innerhalb der anthroposophischen Bewegung. Die Gesellschaft könnte darüber zerbrechen, wird sogar befürchtet.

Nach aussen hin bemüht sich der Anthroposophen-Vorstand in Dornach, den Zwist herunterzuspielen. Von der SpatzZeitung um eine Stellungnahme gebeten, teilte er schriftlich mit: «Stigmata kommen spätestens seit Franz von Assisi immer wieder vor.

Über 300 Fälle

In der Religionsgeschichte sind über 300 Fälle bekannt, so dass es nicht überrascht, wenn auch mit der Anthroposophie verbundene Menschen davon betroffen sind. Zur Anthroposophie gehört die wissenschaftliche Durchdringung des Lebens auf dem Boden einer spirituellen Weltsicht. Auch und gerade bei Grenzphänomenen wie der Stigmatisation hat deshalb das wissenschaftliche oder besser geisteswissenschaftliche Verstehen Gewicht. Dass es dabei kontroverse Positionen gibt, auch innerhalb des Vorstands am Goetheanum, ist verständlich und ist so alt wie die Geschichte der Wundmale.»

Um die verschiedenen Sichtweisen ins Gespräch zu bringen, sei der öffentliche Austausch in Essen angesetzt worden. Von Halle weist leider alle Interviewanfragen von Medienleuten ab. Auch für die SpatzZeitung war sie nicht zu sprechen. Sie wolle ihr Privatleben bewahren und in Ruhe arbeiten können, erklärt Verlagsleiter Joseph Morel.

Kirche skeptisch eingestellt

Stigmatisationen traten bisher fast nur in streng katholischen Umgebungen auf. Dabei stand auch die römisch-katholische Kirche dem Phänomen stets skeptisch gegenüber. Zwar hat sie 13 Stigmatisierte heilig- und einige weitere seliggesprochen. Sie wertet aber die Wundmale nicht als Wunder oder als Beweis der Heiligkeit. Bei den bisherigen Heilig- und Seligsprechungen wurden sie entweder mit Schweigen übergangen oder nur am Rande erwähnt. Die Mehrzahl der Mediziner wie auch Theologen geht heute von einer überwiegend natürlichen, psychosomatischen Ursache aus. «Die Betroffenen halten sich nicht für Christus, wollen aber mit dem Gekreuzigten mitfühlen und mitleiden», erklärt der Frankfurter Psychiatrie-Professor Gerd Overbeck, der viele Fälle untersucht hat.

Die bekanntesten Stigmatisierten im 20. Jahrhundert waren der mittlerweile heiliggesprochene Pater Pio und die bayrische Bauernmagd Therese Neumann. Bei den Anthroposophen ist die Erscheinung nicht ganz neu: Richard Pollack, der vor rund hundert Jahren beim Bau des ersten Goetheanums mitgewirkt hatte, berichtete ebenfalls über Stigmata. Rudolf Steiner soll ihm daraufhin Übungen empfohlen haben, mit denen er die Wundmale loswerde.’
Nu had ik tot slot hier ook graag ‘An Interview with Peter Staudenmaier’ van 3 december door Michael Barker willen plaatsen, maar die wil dat expressis verbis niet:
‘Feel free to insert a link to this work on your Web site or to disseminate its URL on your favorite lists, quoting the first paragraph or providing a summary. However, DO NOT steal, scavenge, or repost this work on the Web or any electronic media. Inlining, mirroring, and framing are expressly prohibited.’
Omdat ‘Michael Barker is an independent researcher who currently resides in the UK’ wil ik dit zeker respecteren. Het interview is erg interessant, omdat daaruit de ontwikkeling van Peter Staudenmaier blijkt. Die begon wat antroposofie betreft in 1995, zo beschrijft hij zelf in het begin van het interview:
‘I was an independent scholar and activist for many years, working outside of the academy, and one of my first longer publications was a book on right-wing ecology co-authored with my colleague Janet Biehl (Janet Biehl and Peter Staudenmaier, Ecofascism: Lessons from the German Experience, AK Press 1995; second edition: Ecofascism Revisited, New Compass Press 2011). My chapter in that book explored the history of the so-called “green wing” of the Nazi movement and the various environmental aspects of National Socialism. Part of that history involves Rudolf Steiner’s anthroposophy; the anthroposophist version of organic farming, known as biodynamic agriculture, played an important role for the green faction of the Nazis. Anthroposophy is a fairly prominent movement in parts of Europe, and a few years after the Ecofascism book came out, I was asked by a European journal to write an article specifically about the connections between anthroposophy and the green wing of Nazism. Out of that article, the rest of my research on anthroposophy developed over the course of a decade.

My decision to start doctoral studies and embark on an academic career was a complex process. I had deliberately avoided an academic path for a long time, and I still think some of the best scholarship being done today comes from non-university based thinkers and independent intellectuals. I taught for years at the Institute for Social Ecology in Vermont, and eventually realized that if I wanted to continue teaching as part of my vocation, I would need to become a professional historian. An additional factor involved the increasingly intricate and extensive research I was working on, which can be difficult to pursue in a serious way without the support of academic institutions. I write on a lot of different topics, and the anthroposophy project seemed particularly well-suited to my doctoral work. After a year in the archives in Germany and Italy, I had more than enough material for a thorough dissertation on the history of anthroposophy under Nazism and Fascism. I am currently revising the dissertation into a book.’
In het vervolg vertelt hij hoe hij er meer in dook doordat hij forse tegenspraak en tegenstand vooral van antroposofen ondervond, en daarom verder ging uitzoeken hoe een en ander zat. Dit geldt vooral het artikel uit 1999. En hoewel zelf aanvankelijk afkerig van het academisch milieu en er niet op zijnde daartoe te gaan behoren, merkte hij gaandeweg dat het goed zou zijn om zodanig te professionaliseren dat zijn werk ook voor de geschiedeniswetenschap stand zou kunnen houden. Maar niet alleen dat:
‘I am a committed supporter of open and critical public discussion of historical research, and in my view it is a bad idea to leave the details of this sort of research to professional historians alone. In that sense, anthroposophist opposition to scholarly examination offers a welcome opportunity for public controversy and debate, even if few anthroposophists are willing to engage in public discussion of their movement. My responses to anthroposophical complaints about my research try to move this process forward ever so slightly.’
Dat is dus best een hele ontwikkeling in zeventien jaar. Om te proberen uit de hokjesgeest te blijven.
.

4 opmerkingen:

John Wervenbos zei

Rijkelijk informatief blogartikel Michel. Mijn complimenten.

Anoniem zei

Vraag me af of er antroposofen bereid zijn gevonden om iets bij te dragen aan die aflevering van de Hokjesman over antroposofie?

Weet jij er misschien meer van, Michel?

Ik zie overigens Floris op zijn FB-pagina in beeld met Steiners 'Die Mission einzelner Volksseelen', dus dat belooft.

John Wervenbos zei

Inhakend op het nieuwsstuk over Peter Staudenmaier hier een verwijzing naar Ecofascism - Lessons of the German experience (Google Books), geschreven door Janet Biehl en Peter Staudenmaier (1995). Lichtvoetig ironisch commentaar op faciliteiten aangeboden door Google Books schreef ik gisteren in dit blogbericht: Wagners worstelingen anno 2012/13; Wagner uit Goethes Faust (Cahier, 15-12-2012).

John Wervenbos zei

Bottom line bij initiatieven als De Aardespiegel is misschien ook wel dat zoiets tegenwoordig moeilijk commercieel te maken valt en het blijven maken van zo'n blad gaandeweg steeds meer tijd vraagt, extra tijd die diverse mensen vandaag de dag tamelijk vaak ontbreekt. Uit de beschreven format van komende VPRO serie De Hokjesman (VPRO Nieuws) spreekt naar mijn smaak vooringenomenheid en stereotiep denken; mogelijk dus weer een typisch geval van projectie, infotainment voor de kijkcijfers. Maar goed, ik zal het wel gaan bekijken.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)