Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

woensdag 28 augustus 2013

Doek

In ‘Eetcafé’ op 20 mei heb ik Sijthoff in Leiden voorgesteld. Nog twee dagen, en dan vindt de opening plaats. Op de website lezen we over ‘Opening Sijthoff’, blijkbaar met ‘Burgemeester Lenferink’:
‘Op 30 augustus, kort na 16.00 uur, zal de burgemeester van Leiden het nieuwe café-restaurant Sijthoff met de bijbehorende Cultuurzaal openen. Na een aanloop van twee jaar is het eindelijk zover. Het linker gedeelte van het Sijthoff-pand aan de Doezatraat is grondig verbouwd. Beneden aan de voorkant is een café-restaurant gerealiseerd. In dit café-restaurant worden zoveel als mogelijk biologische gerechten geserveerd.

Achter het gebouw is een van de oorspronkelijke zalen waar ooit de drukpersen stonden, omgetoverd tot de Cultuurzaal. Deze Cultuurzaal wordt net als het café-restaurant gezien als een plek van ontmoeten. In deze zaal zullen tal van activiteiten worden gehouden, o.a. exposities, muziek- en toneeluitvoeringen, cursussen op allerlei gebied.

De hele middag en avond is er een muzikale omlijsting van deze opening: vanaf 16.00 uur verzorgt accordenist Arkadi de muziek buiten en in het café-restaurant; in de Cultuurzaal speelt Marjolein Hennes en haar strijkkwartet, afgewisseld door Simon van t Hoff, piano. Ook na 18.00 uur is er muziek. Zie daarvoor de agenda.

Reserveren
Graag online aanmelden via de button of bij chantalbosch@sijthoff-leiden.nl’
Onder het opschrift ‘eko-eetcafé’ wordt uitgelegd dat deze naam passé is:
‘Inmiddels wordt bij Sijthoff niet meer resproken van een eko-eetcafé. We gaan verder als café-restaurant. De man achter dit café-restaurant is Christophe Vermeulen. Christophe werkt alleen met biologische producten en als het even kan met produkten van biologisch-dynamische oorsprong.

Met dit café-restaurant en de erachter gelegen Cultuurzaal kan Sijthoff aan de Doezatraat een trefpunt genoemd worden voor de bewoners van Leiden en omstreken waar kunst, cultuur en maatschappij elkaar kunnen ontmoeten.’
In het menu rechts op de homepage wordt de hele verbouwingsontwikkeling uit de doeken gedaan. Alleen de datering kan niet kloppen, zoals uit de teksten zelf blijkt. Ik houd maar gewoon de volgorde van boven naar beneden aan, te beginnen met opnieuw ‘eko-eetcafé, 23 maart 2013’:
‘Het Sijthoff-gebouw had een grote entree. Waarschijnlijk is het ooit een grote kamer geweest. De entree wordt aangepast en een deel van de grote ruimte wordt toegevoegd aan het eetcafé. Om die reden is de muur tussen wat eerst de vergaderkamer was en de entree gedeeltelijk verwijderd. Opmerkelijk is dat de muur geen enkele dragende functie had. De grote balken in het plafond lopen door tot aan de overkant van de gang die achter de linker wand loopt. Het is bijna niet voor te stellen dat over een vijftal maanden op deze plaats mensen zitten te dineren.’
‘De kamers aan de voorkant van het Sijthoff-pand zijn bij elkaar getrokken. Ze vormen het grootste deel van het café-restaurant. Inmiddels is afgestapt van de term eco-café. Wel blijft het zo dat biologische en zo mogelijk biodynamische produkten worden verwerkt. De wandschildering van Jan de Boon zit inmiddels (juli 2013) verscholen achter een nieuwe wand. Aan de zijkant bij het raam is nog een klein stukje zichtbaar, voor zolang als dat duurt.’
Een week eerder werd ‘De Cultuurzaal-1, 16 maart 2013’ geplaatst:
‘Halverwege maart zag de Cultuurzaal er uit zoals op bovenstaande foto. Alle extra wanden, vloerdelen, en plafonddelen zijn verwijderd. Het geeft meteen een indruk van de afmetingen (5,3 m breed en zo’n 16 m diep) en de prachtige lichtinval. In de vloer zijn nog twee grotendeels afgedekte goten zichtbaar, een ongeveer in het midden en een aan de linkerkant. Door deze goten loopt een aantal leidingen, waarschijnlijk om de drukpersen die hier ooit gestaan hebben, van water en inkt te voorzien. Deze leidingen lopen door onder de tegelvloer die nog net op de voorgrond zichtbaar is. Een eenzame wandschildering van Jan de Boon heeft het geweld van de sloper overleefd. De piano heeft alles meegemaakt.’
Hier is ook een deel 2 van, ‘De Cultuurzaal-2, 15 maart 2013’:
‘De Cultuurzaal heeft inmiddels (juli 2013) een metamorfose ondergaan. Alles wat overbodig was, is verwijderd. De wanden en plafonds zijn brandwerend gemaakt, er is een nooddeur gekomen en nieuwe ruiten zijn in een nieuw raamwerk aangebracht. Alleen het schilderwerk moet nog gebeuren. De kleur in het achterste gedeelte op de foto wordt veroorzaakt door een afdekzeil: de ruiten waren nog niet afgekit. Voor de gewenste houten vloer en podium zijn we afhankelijk van bijdragen van vrienden of van een sponsor.’
‘Op de bovenverdieping waren alle plafonds verlaagd. Op de foto is te zien hoe oneerbiedig men daarbij te werk was gegaan. Na het verwijderen van de verlaagde plafonds kwam het oude, gebladderde bruine oorspronkelijke plafond tevoorschijn. Hoogte ca. 5 meter! Ook een aantal in de tijd toegevoegde wanden zijn verwijderd. 
Onder het getoonde plafond wordt één van de studentenkamers gerealiseerd. Vanwege de hoogte wordt een vide in de kamer aangebracht. Dat geeft wat extra vloeroppervlak. Iedere kamer heeft een groot raam dat uitkijkt op de (gezellige) Doezastraat. De toekomstige bewoner/ster kan bovendien gebruik maken van een gezamenlijke woonkamer, keuken en badkamer.’
Dit is de geschiedenis van ‘de verloren deur, 3 maart 2013’:
‘Bij de sloop werd aan de achterkant op de benedenverdieping een oude deur aangetroffen. Deze deur was weggewerkt met een gipswand. Achter de deur is de wand te zien van de feestzaal van buurman Karalis. Ook de vloer bleek een verrassing. De houten planken waren bevestigd op balken met een hoogte van ca. 15 cm. Deze balken rustten op een stenen vloer van (straat)klinkers. Aan de rechterkant kwam een goot tevoorschijn met daarin een aantal leidingen. Op deze plaats komen te zijner tijd de keuken en de bar van het café-restaurant.’
‘Inmiddels (juli 2013) is van de verloren deur niets meer zichtbaar. Het wordt steeds meer duidelijk dat op deze plek de keuken van het café-restaurant Sijthoff komt. De wanden zijn inmiddels betegeld. De apparatuur is nog niet aanwezig.’
En dit was het eerste bericht, ‘start verbouwing, 1 maart 2013’:
‘Begin maart is begonnen met de verbouwing en dan met name met de sloop van alles wat niet thuis hoorde in het gebouw. Het is meteen ook de start van de ondergang van een aantal wandschilderingen van Jan de Boon. Na het verwerven van het Sijthoff-gebouw heeft Jan een groot aantal kunstwerken op de wanden in het gebouw gemaakt in de wetenschap dat ze op een gegeven moment zouden worden “gesloopt”. Wanneer het gebouw gerenoveerd is, zullen er ongetwijfeld weer nieuwe creaties hun plek vinden op de maagdelijke wanden.’
De Facebookpagina van De Kleine Johannes Vrijeschool meldde vanochtend:
‘Gisteren hebben Wim den Blanken en de directeur van de Openbare Bibliotheek Jos Debeij, een samenwerkingsovereenkomst getekend. De nieuwe samenwerking is gericht op het bevorderen van het leesplezier van onze leerlingen. De bibliotheek zal ons onder andere ondersteunen bij het saneren van onze schoolbibliotheek en bij het opbouwen en onderhouden van een kwalitatief goede boekencollectie. Ook krijgen we een nieuw digitaal uitleensysteem dat de leerlingen voortaan ook de gelegenheid biedt om bij andere bibliotheken te lenen. En we krijgen advies bij ons lees- en mediaplan en bij het monitoren van het leesgedrag.’
De Facebookpagina van Warmonderhof kwam op 24 augustus met een ‘Open dag Warmonderhof 8 september’:
‘Weerzien op Warmonderhof?

Kom kijken naar wat onze oud-studenten laten zien; Maarten Jansen, varkens, Anita en Mark Alderwegen met Skoftig lekker ijs, Maaike Bosschloo voor de mooiste vakantie van je leven, Tim en Marja Kloet met hun waterproject, Annemiek Zwanenburg voor je laatste reis, Anne en Anneke Koekoek Waddenzuivel, Koen gaat weer pizza’s bakken en Frank Loef presenteert zijn bio Toko, Willem Zevenbergen maakt muziek, Merle Koomans promoot de Estafette winkels. De landbioscoop gaat weer draaien, kortom het wordt weer leuk. Ben je een oud student en wil je ook je bedrijf presenteren...je kunt je nog opgeven bij jverheye@online.nl ( ook een oudleerling)’
Biojournaal kondigde op 23 augustus deze ‘Cursus “Fenomenologie van de natuur” IAOT start 8 september’ aan:
‘Op 8 september gaat de cursus Fenomenologie onder leiding van Jan Diek Mansvelt van start. De cursus gaat over kleine dieren. Zeven zondagochtenden van 10:00-12:30 in Driebergen: 8 september, 13 oktober, 24 november, 2 maart, 6 april, 18 mei en 29 juni. Het thema van dit jaar is: Enkele ongewervelde dieren, en vier elementen, plantendelen en seizoenen.

Dit wordt een extra onderzoekend jaar – we exploreren vrij onbekende gebieden. Honingbijen zijn “in”: hoe kennen we ze? Wat weten we ervan? Honingzoet, bijensteken, trossen bijen in de bomen, vruchtbare koninginnen, nutteloze darren, nijvere werksters. Mieren vinden we vaak enge steekdieren uit het bos, maar soms ook in de weide, of ineens in je tuin. Je licht een steen op en ze beginnen met hun enorme witte eieren te rennen, om ze verder onder de grond in veiligheid te brengen.

Rupsen kennen we vaak als bladwegvreters – ze laten kale planten achter... De cocons zie je bijna nooit. En dan ineens zijn er die vlinders, die zo warrig rondfladderen. Om dan plots feilloos op de bloem te landen waar ze kennelijk een oogje op hadden. En dan die wormen. Dat vinden we vaak maar onooglijke kruipers, die je pas ziet als je een grasplag wegtrekt, of een gat in de grond maakt. Of herkent aan hun vreemde poephoopjes, zo kunstig in het gras gekringeld. Dik en dun, kort en lang, rood, blauw, wit...?

Om ze dichterbij te halen, ze meer recht te doen, gaan we met deze bekende maar veelal toch ver van ons afstaande dieren aan de gang, met een nieuwe blikrichting:
– honingbijen en andere – verwant aan licht en warmte, stuifmeel en honing
– bosmieren en andere – verwant aan aarde en warmte; wortel en zaad
– rupsen en vlinders – verwant aan vocht, licht en lucht; blad en bloem
– regenwormen en andere – verwant aan vocht en aarde; wortel, stengel en blad

Alle deelnemers zijn uitgenodigd zich dit studiejaar, in groepjes en/of apart, met een van deze vier groepen bezig te houden. Het gaat er om ze direct zelf en ook via boeken, platen, video's (internet) en bezoeken aan experts de diergroep te leren kennen in uiterlijke kenmerken, levensprocessen en ecosysteemfuncties. Mediterend over de beelden, die zo allengs in jou als onderzoeker gaan ontstaan, kun je merken dat de dieren je iets gaan zeggen. Ze blijken ons als mensen iets te vertellen te hebben. In hoeverre dat verhaal algemeen is, en in hoeverre het speciaal voor jou als onderzoeker is bestemd zullen we al werkend ontdekken. Voorkennis is niet nodig. Belangstelling voor de natuur wel, en zin in onderzoek.

Adres: ’t Haagje 1, 3971 MZ, Driebergen. Kijk voor meer informatie op www.iaot.nl. Cursusleiding: Jan Diek van Mansvelt’
Ook een aankondiging eergisteren op de Facebookpagina van Yeshayahu Ben-Aharon:
‘Forthcoming!

Spiritual Science in the 21st Century
Transforming Evil, Meeting the Other, and Awakening to the Global Initiation of Humanity

Yeshayahu Ben-Aharon
Lectures
1997-2012
view the contents at: http://www.event-studies.org/
We zien daar inderdaad staan:
‘Table of Contents

Lecture 1. Spiritual Science and Contemporary Philosophy in Dialogue (Colmar 2007) 1 
Lecture 2. An Esoteric History of the 20th Century (Järna 2004) 38
Part 1: The World Situation at Present 38
Part 2: Impulses of Resurrection 59
Part 3: Counterfactual History 71 
Lecture 3. Changing Self Love into World Thinking (Orust 2012) 86 
Lecture 4. The Incarnation of the Middle Stream and Vidar (Orust 2012) 104 
Lecture 5. Can We Become the Guardian Angels of our Brothers and Sisters? (Orust 2012) 124 
Lecture 6. The Working of the Christ in the Apocalyptic Conditions of the 20th and 21st Centuries (Utrecht 1997) 134 
Lecture 7. The Beast and the Reversal (Gothenburg 2009) 150 
Lecture 8. The Christ Event of the 21st Century (Stuttgart 2012) 176 
Lecture 9. Israeli Civil Society and the Global Melting Pot (New York City 2002) 198 
Lecture 10. Israel in the Midst of the Clash of Civilizations (Munich 2004) 221 
Lecture 11. The Global Initiation of Humanity and Education (Oslo 2006) 231 
Lecture 12. The Transformation of Evil and the High Tor Archangel (New York City 2002) 242 
Lecture 13. High Tor Part 2: The Fallen Angels and the Alchemical Processes in Initiation (Saratoga Springs 2002) 273
Endnotes’
Wolfgang Held op de Facebookpagina van weekblad ‹Das Goetheanum› meldde gisteren ‘Mysteriendramen verleihen Flügel’:
‘Der zehnte Zyklus der Mysteriendramen hat vor ausverkauftem Haus stattgefunden. Es ist die letzte Aufführung der Dramen vor dem Umbau der Bühne ab September. Diese Resonanz auf die Neuinszenierung der Dramen hatten nur wenige erwartet. Dabei mag die kollegiale Ensemblearbeit, der Neugriff der Eurythmie wie auch die textorientierte Regiearbeit gemeinsam diesen Erfolg möglich gemacht haben. Der jetzt ausverkaufte Zyklus gibt den Verantwortlichen am Goetheanum den Mut, nach dem nun anstehenden Bühnenausbau weitere Aufführungen der Dramen ins Auge zu fassen. Man darf nicht vergessen, dass die Schauspieler jeweils für die Aufführungen und kurzen Wiederaufnahmeproben als freies Ensemble zusammenkommen. Das sind weitaus schwierigere Bedingungen, als sie bei den vergangenen Inszenierungen geherrscht haben. Es sei, so die Spieler bei der Generalprobe, der familiäre, freundschaftliche Geist im Ensemble, der trotzdem Flügel verleihen würde. Von der Generalprobe dieses zehnten Zyklus wurden Filmaufnahmen gemacht, die in wenigen Wochen Einblicke in das Leben auf und hinter der Bühne geben werden. Wolfgang Held/CC’
Dan heb ik nog dit mooie artikel uit het Duitse vrouwenblad ‘Gazelle’, eergisteren op de website geplaatst, getiteld ‘Waldorfschule im Trend’:
‘Schule für Hippie- und Ökokinder war gestern. Deutschland ruft nach Alternativen zur Staatsschule. Rudolf Steiners Erben geben Antwort. Am Institut für Waldorfpädagogik in Witten-Annen wurde über elementare Fragen diskutiert. Gazelle Autorin Sunya Baaroun traf Waldorflehrer Kellermann, Dipl.-Sportlehrerin Bek, Schulkoordinatorin der Blote Vogel Schule Henke – Kohl und Verwaltungsleitung am Institut Witten Annen für Waldorfpädagogik Körner.

Die Anmeldezahlen für Waldorfschulen steigen. Ist die vermehrte Unzufriedenheit mit der deutschen Bildungspolitik Schuld?

Kellermann: An der Waldorfschule müssen Eltern nicht bereits in der vierten Klasse über den weiteren Werdegang ihres Kindes entscheiden. Erst später, in der elften oder zwölften Klasse, steht den Schülern offen, ob sie das Abitur machen möchten. Dann können sie nämlich selbst entscheiden. Wir bieten somit eine Alternative. Mit Beginn des G8 Modells stiegen die Anmeldezahlen nach der Grundschule. An jeder zweiten Waldorfschule könnten wir aktuell eine weitere fünfte Klasse eröffnen.

Bek: Meine Tochter wäre an der Staatschule in der ersten oder zweiten Klasse sitzen geblieben. An der Walddorfschule hatte sie die Möglichkeit sich zu entwickeln. Heute macht sie Abitur, hat gute Noten. Sie musste nicht schon als Kind Frustration entwickeln. Außerdem ist der Klassenlehrer als Bezugsperson sehr wichtig, da er über acht Jahre dieselbe Klasse unterrichtet. Er ist jemand, der wirklich immer dabei ist, das Kind in seiner Entwicklung begleitet. Auch der Kontakt zu den Eltern ist sehr wichtig: Jeden Monat findet ein Elternabend statt, Gespräche sind stets möglich.

Kellermann: Waldorfschulen geben Kindern die Zeit, die sie brauchen. Das Prinzip lautet: Gelingen fördern. Deshalb gibt es lange Zeit keine Noten, nur Gutachten, damit die Schüler sich nicht dauernd vergleichen. Bei Schulwechseln oder Abschlusszeugnissen werden diese Gutachten dann in übliche Noten übersetzt. Letztere stellen in unserer Gesellschaft eine Tauschwert-Qualifikation dar. Bei uns werden Gebrauchswert-Qualifikationen erworben. Die Eltern erhalten einen Entwicklungsbericht. Möchten Schüler dennoch einmal Noten haben, ist das möglich.

Oft wird die Beziehung zwischen LehrerIn und SchülerIn betont. Räumt man Klassenlehrern so nicht zu viel Macht ein? Und was ist, wenn sie nicht gefallen?

Kellermann: Zunächst sollte die Angst vor dem Scheitern in einem guten System nicht Grund sein, sich an ein schlechtes System zu binden, in welchem der Schüler sich alle paar Jahre einer neuen Bezugsperon gegenüber gestellt sieht. Ich war selber Klassenlehrer. Wenn ich am Ende des Jahres meine Zeugnisse geschrieben habe, konnte ich mir nicht denken: “Zum Glück bin ich Fritz los”, sondern: “Wie komme ich nächstes Jahr mit Fritz zurecht?” Das ist eine Aufgabe. Angenommen man ist mit dem Lehrkörper unzufrieden, sollte man ihn mit den Gründen der Unzufriedenheit konfrontieren. Bei schwerwiegenden Konfrontationen ist ein Lehrer natürlich auch zu ersetzen. Andernfalls kann zum Beispiel der Schüler die Klasse bzw. Schule wechseln.

Gestern noch Schule für Hippie – und Ökokinder. Heute ein Model für intellektuell und alternativ gemäßigte Bürgerliche. Luxus “Waldorfschule”?

Kellermann: Waldorfschulen entstehen aus Initiative heraus. Diese findet man nicht spontan in bildungsfernen Schichten. Denn erst wenn man sich fragt, was man für eine Pädagogik möchte, findet man. Das individuelle Interesse an Bildung zählt – ganz gleich in welchen Einkommensverhältnissen man sich bewegt. Wir sind keine Eliteschule für Finanzkräftige.

Bek: Die erste Waldorfschule wurde 1919 für Arbeiterkinder gegründet. Die Eltern unserer Schüler zahlen einen Beitrag. Dieser kann als Hürde empfunden werden. Das Schulgeld bemisst sich jedoch am Einkommen, somit findet ein Ausgleich statt. Letztlich muss also niemand auf eine Waldorfschule verzichten, weil er wenig Geld zur Verfügung hat.

Wie sieht der unterste Beitragssatz aus?

Kellermann: Null Euro. Nach oben hin etwa 800 Euro. Im Übrigen sprechen wir hier nicht von Schulgeld sondern von einem Schulträgerbeitrag. Thema Luxus: Was ist das? Für mich hat sich die Bedeutung des Begriffs völlig verändert. Ein wichtiges Gut ist Zeit. Ist Gesundheit. Wasser. Bildung. Wenn sich nun eine Gruppe auf den Weg macht, um mit viel Engagement etwas zu verwirklichen, das ihr sehr wichtig ist, dann ist das schon ein Betreiben von Luxus?

Angenommen in einer bestimmten Region hat sich eine Interessengemeinschaft zusammen getan, die sich eine Waldorfschule wünscht. Unter welchen Bedingungen ist ein solches Projekt realisierbar?

Kellermann: Waldorfschulen entstehen in der Regel durch Elterninitiativen. Das Interesse entzündet sich oft durch Erlebnisse mit der entsprechenden Pädagogik. Oder weil es in der jeweiligen Waldorfschule mehr Anmeldungen als freie Plätze gibt. Zunächst sucht man nach potentiellen Lehrern. Danach wendet man sich an die Landesarbeitsgemeinschaft der Walddorfschulen oder an den Bund der Freien Waldorfschulen. Dieser verfügt über einen Kreis von Gründungsberatern. Von diesen bekommt man dann ein oder zwei an die Seite gestellt, die helfen, die Schule auf die Beine zu stellen.

Wie gestaltet sich das?

Kellermann: Schwer. Der Staat stellt Auflagen – wie: entsprechend ausgebildete Lehrer. Dann einen Lehrplan, der dem staatlichen Konzept gleichwertig ist. Die größte Hürde stellt die räumliche Einrichtung dar. Gleich zu Beginn muss man nachweisen, dass man für zwölf Klassen plus Fachräume den nötigen Platz hat.

Anthroposophie. Rudolf Steiner. Waldorfpädagogik. Schlagwörter die schnell in eine Schublade gesteckt werden. Ist das in Ordnung?

Frau Henke-Kohl: Das Problem ist die Schublade, denn bei der ist ja neben dem Aufziehen das Wichtige, dass man sie zumachen kann. Es gibt so viele Facetten und allgemeingesellschaftliche Ansätze, dass eine Schublade sicher nicht ausreicht. Umgekehrt übernehmen andere pädagogische Konzepte auch etwas von der Waldorfschule. Geht man auf dessen Ursprünge zurück, landet man nicht selten bei Waldorf. Die schriftlichen Zeugnisse in der Klasse eins und zwei beispielsweise. Oder: Neuesten Forschungen zu Folge bildet die verlässliche Beziehung zwischen Lehrer und Kind die wichtigste Grundlage fürs Lernen – in der Waldorfschule durch den Klassenlehrer von Anfang an veranlagt.

Lieber grün, singend und tanzend als gesellschaftlich nicht etabliert. Ausweg Waldorfschule, wenn sonst nur die Förderschule bleibt?

Bek: Von der gesetzlichen Grundlage her konnte man vor der Inklusion ein Kind mit besonderem Förderbedarf gar nicht in die Waldorf-Schule aufnehmen. Das wäre jetzt möglich. Es gibt übrigens auch Waldorf-Förderschulen.

Kellermann: Wiederum kann man sagen, dass Kinder, deren Weg eine staatliche Förderschule gewesen wäre, an der normalen Waldorfschule oft sehr gut zurechtgekommen. Mein Sohn konnte am Ende der zweiten Klasse nicht lesen. Der Wille dazu kam erst in der vierten Klasse. Da wir an Waldorfschulen der linken Gehirnhälfte aber genauso viel Bedeutung wie der rechten zumessen, fand mein Sohn bis zu diesem Zeitpunkt Angebot und Bestätigung in anderen Disziplinen.

Durch Waldorfpädagogik erfahren die Kinder also weniger Druck?

Bek: Druck bedeutet für mich, man agiert von außen, damit das Kind lernt. Waldorfschule dagegen hat das Ziel im Inneren des Menschen etwas zu wecken. Das ist also schon da; denn jedes Kind, das in die Schule kommt, möchte lernen. Und entweder mache ich als Lehrerin etwas, damit das so bleibt oder ich handle anders, nämlich so, dass das Kind irgendwann nicht mehr möchte. Letzteres ist fatal. Wenn nötig, sind wir Waldorf-Lehrer allerdings auch konsequent bei der Einforderung von Leistungen, zu denen das Kind fähig ist; denn beides braucht der Mensch: Fordern und Fördern, und manchmal ist es ein und dasselbe.

Dennoch stellt sich die Frage, wie man als Abgänger einer Waldorfschule im normal gesellschaftlichen Leben zurechtkommt. Wenn der Professor an der Uni sich nicht im Geringsten für die Belange all seiner Individuen interessiert.

Bek: Das staatliche Schulsystem ist ein Spiegel des Menschenbildes unserer Gesellschaft: Ziel ist das Funktionieren in der Arbeitswelt.

Kellermann: Gegenfrage, wollen wir diese Gesellschaft denn so, wie sie im Moment ist? Muss ich meine Schüler, nur weil wir eine Ellenbogengesellschaft sind, deshalb auch zwingend darauf vorbereiten? Oder sollte ich nicht versuchen so viel Kraft wachzurufen, dass eben genau diese Kraft die Gesellschaft auch verändern könnte? In unseren Schulen schließen mehr als die Hälfte der Schüler mit dem Abitur ab. Unsere Absolventen sind in ihren späteren Berufen meist zufrieden. Weil sie selbstbewusst genug sind, um nicht den einfachsten Weg zugehen, sondern ihren Weg zu suchen. Wir geben Qualitäten mit, die nicht mit Noten messbar sind. Es gibt ein sicheres Zeichen, an dem man Waldorfschüler erkennt: Sie blicken einem, wenn sie zuhören, in die Augen. Es kommt zur Begegnung. Sie schätzen sie anstatt sie zu fürchten.

Wie anthroposophisch ist die Waldorfschule?

Sabine Henke-Kohl: Sie meinen, ob Anthroposophie unterrichtet wird? Nein. Anthroposophie kann den Lehrenden eine Hilfe sein, sich ihrer individuellen Weltanschauung und ihres Menschenbildes bewusst zu werden.

Körner: Eine Weltanschauung hat schließlich jeder Mensch. Aber ob die ihm bewusst ist, inklusive der Folgen in seinem Handeln, ist entscheidend für die Begegnung mit den Kindern, den Eltern, den Kollegen und letztendlich auch mit sich selbst. Die bislang vorherrschende Weltanschauung, dass mit Geld und Technik alles kontrollierbar sein soll und der Mensch eine Funktionseinheit in dieser Industriewelt sei, hat ihre Ergebnisse gezeigt – bis in die Schule. Also, wie anthroposophisch ist die Waldorfschule? Sie ist so anthroposophisch wie die dort tätigen Menschen sich bewusst für das Welt- und Menschenbild entscheiden, das den Kindern die größtmögliche Entfaltung ihrer Potenziale eröffnet, und selbst danach handeln.

Stichwort bunte Schule in Dortmund als interkulturelle Waldorfschule. Wie läuft das Vorhaben?

Frau Bek: Hiermit lehnen wir uns an die Interkulturelle Waldorfschule Mannheim an. Diese erzielte besondere Erfolge und wurde mehrfach ausgezeichnet. Bisher ist der Start der bunten Schule allerdings nicht abzusehen.’
Eergisteren liet Sander Louis nogmaals weten dat het hem ernst is. Ik had het er al op dinsdag 20 augustus in ‘Lowlands’ over. Hij schreef ‘Opheffing linkedin groep Vrije School Alumni per 1 september’:
‘Beste groepsleden,

Aan alle goede dingen komt een eind, zo ook aan het bestaan van de LinkedIngroep Vrije School Alumni.

Als je de afgelopen periode de berichten op het forum hebt gevolgd weet je inmiddels dat deze groep per 1 september wordt opgeheven. Die beslissing komt niet uit de lucht vallen en speelt al ruime tijd door mijn hoofd. Om het kort te houden de voornaamste redenen: te weinig (vernieuwende) activiteit en te weinig aanwas van leden (eerder is om min of meer dezelfde reden het zusterforum www.vrijeschoolalumni.nl gestopt). Afgezien van een heel klein clubje dat nog actief is lijkt het erop dat we wel zo’n beetje zijn uitgepraat over de Vrije School, in elk geval binnen dit forum. Enfin, wil je meer weten over de motivatie om de groep op te heffen, lees dan de tweede helft van deze discussie nog even na http://lnkd.in/j9bTFx.

Als je je toch graag onder de vlag van de Vrije School op LinkedIn wilt verenigen is er een alternatief: de linkedin groep Vrije School, http://www.linkedin.com/groups?home=&gid=4701523.

Wil je de discussies die hier gevoerd zijn nog nalezen dan kan dat via deze link: http://vrijeschoolalumni.wordpress.com/ (met dank aan Ramon de Jonghe)

Wil je zelf een eigen groep beginnen over een onderwerp naar keuze dan kan dat ook altijd: http://www.linkedin.com/createGroup?displayCreate=

Tot slot: Er waren soms heftige momenten in de discussies en de meningen waren vaak zeer verdeeld. Maar vrijwel altijd ging het om de inhoud. Persoonlijk hebben de discussies mij veel opgeleverd en hebben ze me geholpen met het verwerken en plaatsen van de ervaringen uit mijn schooltijd, positief en negatief. Graag wil ik iedereen heel erg bedanken die de afgelopen jaren een bijdrage heeft geleverd in de discussies en betrokken was bij het forum. Het ga jullie goed!

Hartelijke groet,
Sander Louis

PS Wil je met mij in contact blijven, aarzel dan niet om te linken: http://lnkd.in/NzaQwF
Het nakende einde heeft in ieder geval gezorgd voor een opleving van de discussies; die zijn interessant om nog even kennis van te nemen vóórdat het doek valt aanstaande zaterdag.
.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)