Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

dinsdag 14 april 2015

Strategie


Ik kan weer mijn inmiddels bekende rondje maken. Eerst de Antroposofische Vereniging, ofwel Motief, dan de Vereniging van vrijescholen of nieuws op vrijeschoolonderwijsgebied, vervolgens de landbouw, zowel biologisch als biologisch-dynamisch, dankzij Biojournaal, Bionext en andere organisaties, daarna de zorg in zijn vele facetten, om uit te komen bij varia en buitenland, wat soms politiek, economie en driegeleding, maar meestal stevige Duitse beschouwingen en discussies inhoudt. Dat ga ik vandaag dus zo veel mogelijk weer doen. Vandaag verscheen op de website van de Antroposofische Vereniging, dat wil zeggen op het deel met nieuwsberichten dat door tijdschrift Motief wordt verzorgd, ‘Populaire vrijescholen belemmerd in vrije ontplooiing’:
‘Afgelopen weekend publiceerde dagblad Trouw, in navolging van De Volkskrant, een persoonlijk verhaal van een journaliste over de schoolkeuze voor haar kinderen in relatie tot de vrijeschool. Hiermee haakt ook Trouw in op de almaar groeiende populariteit van vrijescholen in Nederland.

Volgens het artikel, dat overigens hier online te lezen is, komt die stijgende belangstelling voor vrijeschoolonderwijs door onvrede met het rendementsdenken, de prestatiecultuur en het eenzijdige onderwijs op veel reguliere scholen. Deze ouders vinden dat er meer is in het leven dan taal en rekenen en waarderen de brede vorming die het vrijeschoolonderwijs hun kinderen biedt.

Veel vrijescholen hebben lange wachtlijsten en de Vereniging van Vrijescholen signaleert zelfs een beperking in de vrijheid van onderwijs. Op haar website legt de vereniging uit dat het stichten van nieuwe scholen en het openen van dependances in veel regio’s weerbarstig is en dat lokaal beleid en bestaande kaders vaak belemmerende factoren vormen. Volgens de vereniging staan gevestigde belangen en de concurrentieposities van bestaande onderwijsorganisaties en lokale schoolbesturen een gezonde keuzevrijheid in de weg.

Desondanks zijn er positieve ontwikkelingen. Dankzij diverse ouderinitiatieven lukt het, vooral in krimpgebieden als Zeeland en Limburg, om nieuwe vrijescholen te starten. In o.m. Roermond, Heerlen en Borne zijn bijvoorbeeld bovenbouwafdelingen gestart die onder het bestuur van reguliere middelbare scholen vallen. Bij Vrije basisschool De Regenboog in Eindhoven werd onlangs de lange wachtlijst voor kleutergroepen opgeheven door een ingrijpende verbouwing en uitbreiding van de schoollocatie. “Ik heb maar één school en die is vol. Maar is veel vraag naar vrij onderwijs en daarom zien we mogelijkheden. En ik wil ouders niet teleurstellen,” zegt directeur Emiel Link daarover in het Eindhovens Dagblad.’
Het genoemde artikel in Trouw verscheen op zaterdag 11 april onder de titel ‘School voor hart, hoofd en handen’ en werd geschreven door Laura van Baars. Zij zocht uit welke feitelijke opgang vrijescholen maken:
‘Er zijn inmiddels 89 vrijescholen in Nederland, waarvan er de laatste twee jaar in ieder geval vijf zijn ontstaan: basisscholen in Rotterdam en Amsterdam, middelbare scholen in Heerlen, Roermond en Zwolle.’
En voegde hier aan toe:
‘Komend schooljaar start er een in Delft, die meteen van start gaat met twee brugklassen. De Amsterdamse middelbare school Geert Groote lootte afgelopen jaar anderhalve klas uit, zoveel belangstelling was er. De Groningse Parcivalschool is dit jaar bijna de enige in de stad die moet loten. De meeste brugklassers komen van niet-vrijescholen noch van andere “conceptscholen” als Montessori, Dalton of Jenaplan. Er volgen in Nederland zo’n 23.500 kinderen vrijeschoolonderwijs.’
Verder stelde ze:
‘De laatste jaren lukt het vooral in krimpgebieden als Zeeland en Limburg om vrijeschoolafdelingen op te richten. Scholen vechten om de leerlingen en proberen zich te profileren. Binnen een bestaande school, soms in een leegstaande vleugel van het gebouw, wordt dan een vrijeschoolafdeling opgericht. Soms trekken docenten uit de Randstad speciaal naar de provincie om op zo’n vrijeschool te kunnen werken. De groei van het vrijeschoolonderwijs is dus ook een kwestie van strategie bij scholen in nood: het trekt leerlingen en goede docenten aan.’
Op dezelfde dag reageerde de Vereniging van vrijescholen met ‘Vrijheid van onderwijs onder druk’:
‘De populariteit van het vrijeschoolonderwijs neemt sterk toe de laatste jaren. Bestaande vrijescholen groeien uit hun jasje en zoeken naar mogelijkheden om uit te breiden en op diverse plekken in het land slaan ouders de handen ineen om initiatieven voor nieuwe vrijescholen op te starten. Tegelijkertijd hebben zij in de praktijk de grootste moeite om deze uitbreiding of oprichting van een vrijeschool te realiseren. Ouders worden hiermee beperkt in hun keuzevrijheid voor het onderwijs dat zij wensen voor hun kinderen. De Vereniging van vrijescholen ziet daarin een zorg omdat de vrijheid van onderwijs daarmee onder druk komt te staan.

Groei en kwaliteit

Dat de belangstelling voor de vrijeschool toeneemt blijkt uit de telgegevens die de Vereniging van vrijescholen verzamelt van vrijeschoolleerlingen in Nederland. Dat zijn nu ruim 23.500 leerlingen. In 2013 en 2014 groeiden vrijescholen gemiddeld met 5,0% en 5,6%, en trend die doorzet in 2015. De afgelopen vijf jaar gaat het om een groei van ruim 15%. Opvallend daarbij is dat vrijescholen in het primair onderwijs stijgen tegen de landelijke krimp in. Ook in het voortgezet onderwijs gaat het om een bovengemiddelde groei.

Oorzaken voor de groei worden vaak gezien in het brede perspectief op onderwijs dat centraal staat op de vrijeschool. Een evenwichtige aandacht voor cognitieve, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling van leerlingen én ruimte voor creativiteit en talentontwikkeling. Niet alleen ouders die een bewuste keuze maken voor de vrijeschool zoeken naar deze brede basis, ook in de sector wordt het belang van een ruime onderwijsvisie steeds meer onderkend. Zo schrijft de Onderwijsraad in haar adviesrapport – een smalle kijk op onderwijskwaliteit: “Er is te weinig visie op wat het onderwijs leerlingen moet bijbrengen. In de afgelopen periode was de aandacht eenzijdig gericht op meetbare doelen, in het bijzonder op het verhogen van taal- en rekenprestaties”. Zo kiezen ouders steeds vaker voor onderwijs dat fundamenteel meer ruimte biedt voor creatief denken en sociale vaardigheden. Zij kiezen voor de vrijeschool.

Obstakels keuzevrijheid

Ouders kiezen dan wel voor de vrijeschool, maar kunnen niet altijd vervolg geven aan deze keuze. Zij kunnen in hun buurt dan niet terecht op de school van hun keuze. Dit kan zijn omdat de betreffende vrijeschool zo in populariteit is gestegen, dat de school te maken heeft met wachtlijsten. Het komt ook voor dat de reistijd naar de dichtstbijzijnde vrijeschool te lang is. De ouders die dit betreft hebben vaak weloverwogen voor vrijeschoolonderwijs gekozen en zijn daardoor dermate gemotiveerd dat zij bij wijze van een burgerinitiatief op onderzoek uitgaan met als doel zelf een nieuwe vrijeschool op te richten. Zij komen vaak een heel eind en diverse scholen in het primair en voortgezet vrijeschoolonderwijs openden de afgelopen twee jaar hun deuren, weliswaar als vrijeschool-afdeling onder bestaande onderwijsinstellingen van andere denominaties.

Maar in veel regio’s is het stichten van nieuwe scholen en het openen van dependances weerbarstig en vormen lokaal beleid en bestaande kaders vaak belemmerende factoren. Ook de marktwerking blijkt in de praktijk een wassen neus. Gevestigde belangen en de concurrentieposities van bestaande onderwijsorganisaties en lokale schoolbesturen staan een gezonde keuzevrijheid in de weg. Initiatieven voor nieuw op te zetten vrijescholen zijn vaak afhankelijk van de bereidwilligheid van de gevestigde orde om mee te werken aan een nieuwe school.

Wanneer succesvol onderwijs belemmerd wordt in het groeiproces en de keuzevrijheid van ouders niet kan worden bereikt dan raakt dat direct aan de vrijheid van onderwijs. De Vereniging van vrijescholen maakt zich zorgen over deze ontwikkeling en maakt zich sterk om ouderinitiatieven voor nieuwe vrijescholen te ondersteunen in hun opstartproces, aldus Rian van Dam, voorzitter van de Vereniging van vrijescholen.’
De dag daarna, op 12 april, verscheen op ‘Vrijeschoolbeweging.nl’ het artikel ‘Vanwaar de naam van onze schoolsoort?’ van Maarten Zwakman:
‘In 1998 is centraal gekozen voor de eenduidige schrijfwijze vrijeschool altijd aan elkaar en bij samenstellingen ook alles aan elkaar.

Afgelopen jaren is een groot deel van de vrijescholen van naam veranderd. Soms hebben ze in de soortnaam nog het element “vrije” zoals in “vrije basisschool”, vaak niet. Maar als bijv. de regionale tv Gelderland een item komt maken, horen ze in Arnhem “De vrijeschool voor basisonderwijs de Parcivalschool” en in Ede “Basisschool De Vuurvogel is geen reguliere basisschool, maar een vrijeschool.” Met deze ontwikkelingen dreigt de betekenis van de soortnaam “vrijeschool”, die gehandhaafd zal blijven, uit beeld te raken.

Soortnaam

Een belangrijk element dat het voor vrijescholen erg lastig maakt om de naam te wijzigen is het feit dat onze naam tevens een aanduiding is van onze pedagogische principes (Hofrichter, 2002). Dit is voor andere traditionele vernieuwingsscholen en confessionele scholen ook een probleem: een montessorischool haalt “montessori” ook niet makkelijk van de gevel af als de school deze identiteit wil bewaren.

Het is interessant om de historische achtergrond van het vormen van onze naam te onderzoeken.

De oorsprong van de naam “vrijeschool” heeft alles te maken met de Duitse achtergrond van de schoolbeweging. Alle scholen in Duitsland die niet tot het openbaar onderwijs behoren, de niet-staatsscholen, dragen de soortnaam “Alternativschule” of ook wel “Freie Schule”. Zo heet in Duitsland de vrijeschoolbeweging Freie Waldorfschule (Bund der Freie Waldorfschulen, 2014). In feite dus: niet-openbare waldorfscholen.

De originele betekenis van de soortnaam “vrijeschool” is dus “school vrij van staatsbemoeienis”. Hetzelfde geldt voor België, waar een “vrije school” op eigen initiatief is gesticht, en ook de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft om dezelfde reden zijn naam gekregen.

We hebben de naam aangehouden ook al konden na de oorlog de meeste van onze scholen niet zonder subsidie, omdat we op inhoudelijk en organisatorisch gebied nog steeds algehele vrijheid van overheidsbemoeienis nastreefden.

Betekenissen die tegenwoordig aan “vrijeschool” worden gehecht vinden wij meer in de hoek van creativiteit en vrijheid. Alhoewel dit mooi, poëtisch en wellicht ook waar is heeft het ook tot verwarring geleid. En geeft het volgens sommigen een onduidelijk beeld van de schoolbeweging.

Eigennaam

De eigennaam van de eerste vrijeschool in Nederland luidt: “De Vrije School Den Haag”. Deze is door Rudolf Steiner gegeven in november 1923, bij zijn eerste bezoek aan de school, die dat schooljaar in de Kerkstraat was gestart. Daarmee gaf Steiner aan “welke plaats de school inneemt en welke vlag zij voert: vrijheid, als het hoogste waar de mens in zijn ontwikkeling naar streven moet.” (Schenk, 2000) Onlangs is besloten deze naam ook de komende tijd te handhaven.

Waldorf

Deel twee van de Duitse naam: Waldorf, is het resultaat van een fraai verhaal. Een sprookje van de vroeg-moderne tijd. Een jongeman, Johann Jakob Astor, uit het dorpje Waldorf vertrekt op 20-jarige leeftijd naar Amerika om daar zijn geluk te beproeven. Hij komt er straatarm aan in 1783. Maar het lukt hem door de bonthandel om schatrijk te worden. In New York neemt hij zijn geboortedorp op in zijn achternaam: J.J. Waldorf-Astor.

De vermogensrijke nazaten van hem komen eind 19e eeuw terecht in een hotelletje in Philadelphia. Het is een koude nacht en het hotel is vol. De manager, C. Boldt, stelt zijn eigen kamer beschikbaar. Twee jaar later wordt deze heer Boldt opgehaald en naar het Waldorf-Astoria Hotel in New York gebracht. Hij herkent de rijke man die hij een paar jaar eerder in de kou zo genereus gastvrijheid verleende: William Waldorf Astor. Die vertelt hem dat hij het hotel in New York heeft laten bouwen opdat Boldt daar manager kon worden.

De rijke familie Waldorf-Astor investeerde niet alleen in hotels, maar ook in tabak. Een van de tabaksfabrieken die een licentie kreeg om onder de naam Waldorf-Astoria tabak te verhandelen stond onder leiding van Emil Molt (Hofrichter, 2002). Deze ruimdenkende vermogende man ontmoette Rudolf Steiner en omarmde direct zijn ideeën over de sociale driegeleding. Hij vroeg Steiner lezingen te geven voor de fabrieksarbeiders. Die werden enthousiast en wilden graag dergelijke lessen ook voor hun kinderen. Daarom stelde Molt een deel van zijn kapitaal beschikbaar om een nieuwe school op te zetten, die geheel naar ideeën van Rudolf Steiner was gevormd (Molt, 1919). Financieel vrij van staatsbemoeienis, maar wel met compromissen ter wille van de inspectie en de examens. Op die manier komt de naam Waldorf van Duitsland via de Amerikaanse big business terecht op de gevelstenen van Duitse vrijescholen. In de Engelstalige landen wordt ook nog steeds gesproken van waldorfscholen.

Bibliografie

Satzung der Bundes der Freien Waldorf-schulen e. V. (2014, Maart). Name und Zweck, 1. Stuttgart.
Wikipedia. (2014, November). Opgehaald van Alternativschule: https://de.wikipedia.org/wiki/Alternativschule
Hofrichter, H. (2002). Waldorf: Die Geschichte eines Namens. Stuttgart: Pädagogische Forschungsstelle beim Bund der Freien Waldorfschulen.
Lutters, F. (2005). De stichting van de eerste vrijeschool in Nederland. In Daniel Johan van Bemmelen 1899-1982: Opnieuw geboren aan het begin van het Lichtende Tijdperk (pp. 84-97). Zeist: Christofoor.
Molt, E. (2007). Het ontstaansmoment van de eerste Vrije School. Over ontstaan en streven van de eerste Vrije School, 15-16.
Schenk, D. (z.j. [2000]). Voor de kinderen die in dit huis zullen wonen. Rijswijk: Elmar.

P.S. Redactie: spelling van de soortnaam

Reeds in 1998 is centraal gekozen voor de eenduidige schrijfwijze vrijeschool altijd aan elkaar en bij samenstellingen ook alles aan elkaar.

In de Lerarenbrief van St. Jan 2008 heeft Roelof Jan Veltkamp verantwoording afgelegd van zijn contacten met de Taalunie sindsdien over de spelling van onze schoolsoort. Zolang we niet zelf zó consequent zijn in al onze taaluitingen, dat iedereen dat ook zo gaat doen, zal het Groene boekje en daarmee de woordenboeken hun spelwijze “vrije school” handhaven. Het is aan onszelf om vrijeschool, vrijeschoolbeweging etc. te schrijven waar het maar kan, en anderen die het niet doen daarop te wijzen. Bij deze.

Maarten Zwakman is leraar op De Vrije School Den Haag
Gepubliceerd in de Lerarenbrieven Advent-Epifanie 2015’
Dit laatste, het artikel van Roelof Jan Veltkamp, heb ik op 13 februari 2014 weergegeven in ‘Achterban’. Op donderdag 10 april meldde ‘De Gazet van Antwerpen’ op gezag van persbureau Belga ‘Internationaal jongerencongres rond levenskeuzes in Lierse steinerschool’:
‘In Lier is het zesdaagse congres Connect Conference voorbij halfweg. 300 leerlingen uit 20 landen zitten er nog tot zondag in de Lierse steinerschool samen om workshops en lezingen te volgen en (vooral) ervaringen uit te wisselen. Op die manier willen de laatstejaars uit het middelbaar onderwijs een betere kijk verkrijgen op de levenskeuzes die ze binnenkort zullen moeten maken.

Tijdens de les- en overlegmomenten komen thema’s aan bod zoals migratie, een basisinkomen voor iedereen, duurzaamheid en landbouw. Tot de sprekers horen onder meer historicus en activist Che Wagner, architect Edgard Gouveia Junior, wereldreiziger Caleb Buchbinder en cineast Mathij Poppe. “Het is de bedoeling dat de deelnemende jongeren indrukken en inspiraties opdoen die ze mee naar huis kunnen nemen voor hun latere leven”, zegt Shirin Eimermacher, een van de initiatiefnemers.

De Connect Conference is een soort voortzetting van een teloorgegaan Zwitsers project dat om de twee jaar georganiseerd werd van 2003 tot 2007. De meeste aanwezige jongeren zijn leerlingen van steinerscholen, maar dat was geen noodzakelijke voorwaarde. De Lierse steinerschool was destijds al betrokken bij het Zwitserse project en stelt nu zijn gebouwen beschikbaar voor de organisatie, een groepje vrijwilligers.

“We hebben een tour door Europa ondernomen om ons project her en der voor te stellen en hebben ook daarbuiten heel wat scholen gecontacteerd”, zegt Eimermacher. “We zijn zeker blij met de opkomst, want de reiskosten moesten door de leerlingen of hun scholen zelf betaald worden. Al hebben we via crowdfunding wel enkele scholen kunnen helpen die daarvoor onvoldoende middelen hadden.” Of er nog edities zullen volgen, is nog niet bekend.’
In ‘Lef’ op donderdag 26 maart had ik van deze conferentie melding gemaakt, door het bericht van Motief hierover op de website Antroposofische Vereniging door te plaatsen. Meteen na dit bericht volgde op die plek ‘Film bd-imkerdag op tv’. Vandaag schrijft Biojournaal over hetzelfde onderwerp ‘Flevolandse landbouw centraal in documentaire Georgica’:
‘De documentaire Georgica van regisseur Katelijne Schrama wordt op donderdag 16 april om om 23:00 uur uitgezonden bij de BOS op NPO2. Aan de hand van Vergilius’ tweeduizend jaar oude lofzang aan de landbouw en veeteelt Georgica bespreken hedendaagse boeren in Flevoland het verleden, de toekomst en de invloed van overheid en voedselindustrie op het moderne boerenbedrijf.

In de documentaire komen ook biologische boeren aan bod, de nadruk ligt nadruk op de ontwikkeling van de veeteelt en landbouw in Nederland door de jaren heen.

Georgica is de derde en laatste documentaire in het drieluik De Drie Vergiften van de BOS, waarin de drie negatieve emoties onder de loep worden genomen die volgens de leer van Boeddha ten grondslag liggen aan het menselijke en maatschappelijk lijden: woede (Pekka, Alexander Oey), hebzucht (Schuldenaars, Ingeborg Jansen) en onwetendheid (Georgica, Katelijne Schrama).

Georgica

De inmiddels overleden Nederlandse boer en politicus Sicco Mansholt was als minister en Eurocommissaris van Landbouw na de Tweede Wereldoorlog groot pleitbezorger van grootschalige landbouw. Maar later kreeg hij spijt. Op zijn sterfbed zou hij Vergilius’ klassieke lofzang Georgica hebben gelezen, een lofzang op het boerenbedrijf en het leven op het platteland. Hij haalde er lessen uit over de verhouding van de mens tot de natuur. Wat vinden de moderne boeren in het hedendaagse Flevoland van deze teksten? Herkennen zij zich er nog in? Aan de hand van de lofzang komen vragen aan bod over de afkomst van ons voedsel, de impact van massaproductie en genetisch gemanipuleerd voedsel.

Uitzending: donderdag 16 april, 23:00 uur op NPO2.
Bekijk hier de trailer:’
‘Welke bekende Nederlander leeft het groenst? Dat is de vraag in het nieuwe programma Nederland wordt groen, in mei te zien bij de VARA op NPO 1. Het programma over duurzaamheid wordt gepresenteerd door Sophie Hilbrand en Waldemar Torenstra. Op weg naar een duurzamere wereld zendt de NPO onder de noemer NPO Groen een reeks nieuwe programma's over duurzaamheid uit. Nederland wordt groen trapt op zondag 17 mei af.

Een week lang duurzaam leven

In Nederland wordt groen gaan KRO-presentatrice Anita Witzier, NPO 3FM-dj Gerard Ekdom en zanger Frans Duijts er, samen met hun gezinnen, een week lang alles aan doen om zo duurzaam mogelijk door het leven te gaan. Dat betekent korter douchen, de verwarming een standje lager zetten, minder of helemaal geen vlees meer eten en minder gebruikmaken van de auto. Welke bekende Nederlander is het fanatiekst?

Lancering NPO Groen-app in mei

Met het oog op de veranderende wereld wil de NPO een voortrekkersrol spelen op het gebied van groener leven. Om die reden staat Nederland wordt groen ook in het teken van de lancering van de nieuwe NPO Groen-app. Deze app gaat tips en informatie geven over duurzamer leven.

Nederland wordt groen, zondag 17 mei, 21:05 uur, VARA, NPO 1.’
Waldemar Torenstra zijn we hier vaker tegengekomen: in 2013 op 15 januari in ‘Ons vermogen’, op 30 mei in ‘Vleet’ en op 20 oktober in ‘Beeldmerk’. Marc van Rijsselberghe ook: in ‘Bliksem’ op 12 juli 2009, ‘Demonen’ op 5 augustus 2012, ‘Vleet’ op 30 mei 2013 en ‘Blokkeren’ op 16 januari 2014. Op 10 april stond hij weer in Biojournaal, in het bericht van Lenneke Schot, ‘“Na aardappelen ook ijskruid, zeekraal en lamsoor”. Zilte bio-groenten van Texel komen er aan’:
‘De zilte biologische groenten komen er aan. Bij Marc op Texel zijn ze druk met de voorbereidingen voor het nieuwe teeltseizoen. “Naast de Zilte Aardappels die we afgelopen jaar geïntroduceerd hebben, is er vanaf nu lamsoor verkrijgbaar. En we komen binnenkort ook met zeekraal en ijskruid. Deze groenten worden geteeld op de zilte gronden van Texel, het hele concept is biologisch”, vertelt Jessie Loogman, die naar eigen zeggen als “schakel tussen het vaste land en Texel” fungeert.

Vooral het ijskruid is een opvallende groentesoort. Jessie: “Hier is de meeste interesse in, vooral vanuit de horeca. IJskruid heeft hele mooie bladeren, die bezaaid zijn met kleine ‘kristalen’. Daardoor springt deze groente er echt uit. IJskruid smaakt bijvoorbeeld goed in salades.” Jessie merkt ook duidelijk verschil tussen regulier en biologisch ijskruid: “Het biologische ijskruid is knapperiger, heeft kleinere en stevigere blaadjes en de ‘kristallen’ zijn beter ontwikkeld.” Dit geldt ook voor lamsoor: “Biologische lamsoor is naar mijn mening steviger, groener en meer smaakvol.”

Alle zaden zijn inmiddels de grond in gegaan. “De lamsoor is vanaf deze week zelfs al beschikbaar. We verwachten het ijskruid halverwege mei, de zeekraal komt iets later. Het seizoen loop tot en met oktober. We gaan dit jaar voor het eerst echt de markt op met de zilte groenten. Dat is heel spannend.”

Marc van Rijsselberghe is al 25 jaar bezig met de ontwikkeling van zilte teelt op Texel. De proeflocaties op het eiland, waar de ontwikkeling, teelt en opschaling van zouttolerante gewassen plaatsvindt, kon in de loop van de jaren al op veel belangstelling rekenen. Na jarenlang experimenteren is het hem vorig jaar gelukt om de Zilte Aardappels op de markt te brengen en dit jaar komen er dus meer zilte verrassingen aan van het concept Marc.

Nieuwe verpakking Zilte Aardappels

Rond de introductie zaten de Zilte Aardappels nog in een speciale doos verpakt, vanaf nu komen ze in stazakjes van 1 kilo in het schap te liggen. “De herkenbaarheid rond de producten van Marc moet vanaf nu komen doordat alle producten dezelfde stijl krijgen. De mooie etiketten zorgen voor een goede herkenbaarheid.” Jessie geeft toe dat de afzet in het begin best lastig verliep. “Een paar maanden na de start van het seizoen kwam er heel veel vraag van consumenten. De zilte teelt kreeg veel media-aandacht en daardoor is het echt goed gaan lopen. De consumenten zijn helemaal weg van de smaak en waarderen de structuur van de aardappelen.” Vorig jaar werd op 3 hectare Zilte Aardappels geteeld, dit jaar zal dit waarschijnlijk 5 tot 6 hectare worden.’
Ook in ‘Lef’ op donderdag 26 maart kwam De Bolster, een zaadteeltbedrijf voor biologische en biologisch-dynamische zaden in Epe, aan bod. Biojournaal heeft hier vandaag opnieuw een bericht over, ‘De Bolster maakt van de tuin een restaurant’:
‘“Als producent en veredelaar van biologische zaden willen wij onze verantwoordelijkheid nemen en een bijdrage leveren aan de landelijke zaaidag voor Bijen en Vlinders”, vertelt Frank Vosselman van De Bolster. Door bloemen te zaaien die bij uitstek geschikt zijn voor insecten, wordt de tuin niet alleen mooi maar ook een restaurant. Een plek waar Bijen en Vlinders kunnen smullen en op hun beurt weer andere dieren aantrekken.

Tijdens de internationale dag van de aarde, op 22 april, is het ook de landelijke zaaidag voor Bijen en Vlinders. Deze dag wordt al een aantal jaar gepromoot door imker Pim Lemmers. Tijdens de voorgaande edities werd opgeroepen om onbewerkte stukjes grond en braakliggende terreinen met bloemenmengsels in te zaaien die Bijen en Vlinders aantrokken. Behalve dat hiermee de dieren werden geholpen konden de deelnemers hun eigen woonomgeving verfraaien en een meer natuurlijke uitstraling geven.

Dit jaar staan er ook diverse activiteiten op de agenda en wederom is Pim Lemmers hierbij betrokken. Ook het programma Vroege Vogels en radio-dj Giel Beelen zullen zich inzetten voor het behoud van Bijen en Vlinders.

“Omdat duurzaamheid ons in de genen zit, hebben wij als De Bolster onze medewerking toegezegd”, aldus Frank (mede-eigenaar van De Bolster). “Zo zullen wij in de (social) media aandacht besteden aan dit initiatief, onze volgers en klanten oproepen om deel te nemen aan deze dag en natuurlijk hebben wij diverse bloemenmengsels in ons assortiment die een hoge aantrekkingskracht hebben op deze dieren.”

Het bloemenzaad Tübingermengsel zal gepromoot worden en tot 27 april met korting worden verkocht. Dit biologische mengsel kan worden gezaaid in de tuin of akkerrand en is een eenjarig mengsel. Het mengsel bestaat uit zaden van uitheemse en cultuurplanten zoals phacelia, boekweit, gele mosterd, koriander, juffertje in het groen, goudsbloem enz. Dit bloemenveld, dat tot juni gezaaid kan worden, is een lust voor het oog en een lekkernij voor Bij en Vlinder.

“Het belang van het behoud van de Bij en Vlinder is zo groot, dat wij onze schouders er onder zetten. Doe jij met ons mee?”

Klik hier voor meer informatie en de blog.’
‘Op de Hof van Twello gebruiken moestuinders de grond en brengen in ruil daarvoor de helft van hun oogst in bij de Streekwinkel die is gevestigd op de Hof. Ze werken bovendien mee aan onderhoud van het landschap. De teelt gebeurt deels via permacultuur en (steeds meer) met plantaardige bemesting. Een financieel interessant model voor kleine tuinders. Wat vraagt zo’n werkwijze van de ondernemer? Gert Jan Jansen vertelt donderdag 16 april om 20:00 uur tijdens de Warmonderhof Avondklas in Dronten over consumentenparticipatie op zijn Hof van Twello. Hij schreef er een boek over, dat te koop is tijdens de Avondklas. Gesprekspartner is Joke Bloksma. Kijk alvast op www.hofvantwello.nl.

De avondklassen van de Warmonderhof Opleidingen (Groenhorst Dronten) zijn openbare avonden voor boeren, burgers en studenten om elkaar scherp te houden bij ontwikkelingskansen in landbouw, zorg, voeding en ondernemerschap. Steeds worden andere thema's aangesneden. Er wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd aan de bezoekers, om zo de volgende avondklas weer mogelijk te maken. De Avondklassen worden mede mogelijk gemaakt door Stichting Warmonderhof, de Vereniging voor biologisch-dynamische landbouw en voeding en Stichting Demeter.

De avondklas wordt gehouden in de Hofzaal van de school, Wisentweg 12. Voor meer informatie: www.warmonderhof.nl
Gisteren plaatste ‘Demeter Nederland’ deze column van haar directeur Bert van Ruitenbeek op Facebook:
‘Michelinster voor bodemboer
(column zojuist verschenen in de betere wereld krant)

Het is het internationale jaar van de bodem. Met het bijna niet te bevatten cijfers van verlies van 30 voetbalvelden per minuut aan vruchtbare grond door vooral erosie en overbemesting, is het besef aan het doordringen dat we de bodem en alles wat daarin leeft moeten koesteren.

Ik sprak onlangs met biodynamisch teler Reggy Waleson, die vertelde dat hij 20 jaar geleden begon te telen op een stuk grond wat door gebruik kunstmest en bestrijdingsmiddelen was uitgeput. “Je moest onkruid er met een aardappelschilmesje uitsnijden, zo hard was die bodem”, vertelt Reggy. Het heeft hem 10 jaar gekost om die bodem weer echt tot leven te brengen. Nu – vertelde hij trots – kun je onkruid met een penwortel van 20 cm er zo uittrekken. Door jarenlange liefdevolle verzorging met biologische mest en groenbemesters heeft de bodem weer een mooie structuur gekregen. De opbrengsten via zijn biodynamische teeltmethode zijn vanaf het begin elk jaar beter geworden. De eerste tien jaar waren nog verliesgevend en nu 20 jaar later gaat het nog steeds jaarlijks verder vooruit. “Ik word emotioneel als ik over mijn grond praat”, zegt Waleson.

Dat klinkt misschien vreemd, de woorden passie en emotie worden volop gebruikt bij ons voedsel, koks ontvangen Michelinsterren bij topprestaties, maar de basis voor lekker en gezond voedsel kan alleen voortkomen uit een gezonde levende bodem. Reggy zal – als hij ooit stopt – de bodem vruchtbaarder gaan achterlaten voor zijn opvolgers. Dat zou een erecode moeten worden. Waleson’s bedrijf is gekoppeld aan de Warmonderhof, een middelbare beroepsopleiding voor biodynamische landbouw in Dronten. Een meester in z’n vak. Wie geeft hem de Michelinster?

Bert van Ruitenbeek, directeur van het keurmerk Demeter voor biodynamische landbouw en voeding’
Nu ben ik zowel door het onderwijs als door de landbouw heen. Wat rest nog? De Summer Foundation. Op 2 april vond ik daar ‘Meer Democratie wil meer invloed voor de burger’:
‘In Nederland is onlangs de organisatie Meer Democratie opgericht. Doelstelling is de promotie van directe democratie, een vorm van democratie waarbij burgers meer inspraak krijgen in de wetten en regels die door de overheid worden opgesteld.

Arjen Nijeboer legt uit waarom Meer Democratie is opgericht: “Iedereen ziet dat het huidige top down politieke systeem niet meer van deze tijd is. De politieke partijen doen te weinig om dit te veranderen omdat ze teveel vast zitten in het huidige systeem of er gewoon teveel belang bij hebben. Verandering moet van onderop komen. Het is zaak dat burgers die echte verandering willen, zich verenigen en actie ondernemen. Daarom zijn we Meer Democratie gestart. We hopen dat velen zich bij ons aansluiten.”

Op de website www.meerdemocratie.nl staat te lezen dat democratie van oorsprong bedoeld is als een bestuursvorm waarin de burgers zichzelf besturen. Volgens de initiatiefnemers van ‘Meer Democratie’ is dat in Nederland nog veel te weinig het geval: “Er wordt meestal over de hoofden van burgers beslist. Een kleine partijpolitieke elite maakt de dienst uit, met alle bijverschijnselen die daarbij horen. Met de hulp van zoveel mogelijk Nederlanders willen we dat graag veranderen.”

In haar streven naar meer democratie vraagt de organisatie in 2015 aandacht voor de volgende onderwerpen:
– Volgens de grondwet zou iedereen die burgemeester, Commissaris van de Koning, lid van één van de vele adviescolleges of zelfs een hoge ambtenaar op een ministerie wil worden, zich verkiesbaar mogen stellen. In de praktijk is dit echter niet mogelijk omdat je daarvoor lid moet zijn van een politieke partij. Ruim 97,5 procent van de Nederlanders is echter geen partijlid en dus uitgesloten van deze functies.
– Meer Democratie is voorstander van het invoeren van ‘buurtrechten’. Vrij vertaald betekent dit dat burgers meer te zeggen krijgen over het beleid in hun eigen leefomgeving.
– Per 1 juli dit jaar treedt de Wet Raadgevend Referendum in. Vanaf die datum kunnen 300.000 burgers referenda aanvragen over wetten en verdragen nadat die door de Tweede en Eerste Kamer zijn goedgekeurd. Meer Democratie zoekt de publiciteit om burgers en maatschappelijke organisaties te informeren over de mogelijkheden die dit biedt.

Wil je meer weten over de doelstellingen en campagnes van Meer Democratie of wil je hun nieuwsupdates ontvangen, kijk dan op www.meerdemocratie.nl

Meer Democratie is lid van “Democracy International”, een organisatie met vertegenwoordigers in meer dan 40 landen.

Bron: Meer Democratie’
En John Hogervorst schreef in april op de weblog van deze website ‘Het onmogelijke proberen’:
‘Het was in de periode dat de oprichting van de Summer Foundation werd voorbereid. In die aanloop wilden we, als stichting in Nederland gevestigd, ervoor zorgen dat onze stichting in aanmerking zou komen voor de ANBI-status, waarmee giften aan de stichting fiscaal aftrekbaar zouden zijn. Die ANBI-status, die hebben we uiteindelijk toegekend gekregen, maar dat had wel wat voeten in de aarde. Zo kregen we al in een vroegtijdig stadium te maken met datgene wat we nu juist – zie onze doelstelling – willen veranderen.

In een gesprek met enkele medewerkers van de Belastingdienst, deden we een poging onze doelstelling te verhelderen en toe te lichten, om duidelijk te maken dat we tot nut van het algemeen actief willen zijn.

In dit gesprek liepen we de hoofdthema’s van onze doelstelling door en spraken we over het belang van de vrije ontwikkeling van de mens en over het vruchtbare effect daarvan voor de samenleving als geheel: stel je maar eens voor welke menselijke talenten en vaardigheden zouden opbloeien wanneer mensen wereldwijd zich in vrijheid zouden kunnen ontwikkelen! Wat zou dat niet kunnen betekenen voor de vele vraagstukken en problemen waarmee de mensheid te maken heeft!

En wat zouden we in de sfeer van de verhoudingen tussen de mensen niet allemaal kunnen opbouwen, wanneer we tot een werkelijk eigentijdse invulling van de beginselen van de democratie zouden komen, wanneer elk mens zijn mondigheid kan uitoefenen door in gelijkheid mede-verantwoording te nemen voor alle besluiten over wetten en regels, rechten of plichten die hem en alle anderen aangaan?

Daarmee zouden we, zo dachten wij toen (en dat denken we vier jaar later nog steeds), toch werkelijk stappen zetten naar een positieve toekomst, niet voor een klein bevoorrecht groepje mensen, maar voor ieder die op aarde leeft.

En in de economie, zo gingen we door in het gesprek met de ambtenaren van de Belastingdienst, zouden we ernst moeten en kunnen maken met het ideaal van de broederschap, door niet alleen zó samen te werken dat in ieders behoefte kan worden voorzien, maar door óók het resultaat van dit samen werken, samen te delen.

Ergens op dit punt in het gesprek, dat inmiddels al een uur gaande was, werd het één van onze gesprekspartners teveel.

“Maar...”, stamelde hij, “maar jullie willen iets dat helemaal niet kan! Jullie willen dat mensen eerlijk delen en niet uit egoïsme handelen. Maar dat kán helemaal niet!”

Hij was zichtbaar ten prooi aan grote verwarring.

“Zo zit de mens niet in elkaar!”, riep hij uit, “Het was in de oertijd al zo dat als een man rondliep en ergens een vrouw zag, dat hij haar dan gewoon bij haar haren greep en haar meesleurde! Zó is de mens nu eenmaal, en jullie willen dat veranderen?”

De verwarring van deze arme belastingfunctionaris was bijna tastbaar; alsof hij een holenmens was die niet één maar twee vrouwen zag en die niet wist hoe hij ze beiden mee kon sleuren.

Twee dingen werden ons in dat gedenkwaardige gesprek duidelijk. Het eerste was dat het werken aan onze doelstelling een ernstige en dringende zaak is. Het tweede was, dat we hier veel moed, kracht, geduld en doorzettingsvermogen voor zouden moeten opbrengen.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)