Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

woensdag 19 oktober 2016

Voleinding

Er is weer genoeg te melden sinds de vorige keer op 9 oktober. En dat zullen we dan meteen maar doen ook. Traditiegetrouw beginnen we met Motief. Bronverwijzingen zijn onder de link in de originele teksten teug te vinden.
Peter Blom en Arnoud Boot nieuwe Sustainable Finance Lab-voorzitter

10 oktober 2016

Het Sustainable Finance Lab (SFL) in Utrecht werd in 2011 opgericht op initiatief van de hoogleraren Herman Wijffels en Klaas van Egmond van de Universiteit Utrecht en Peter Blom van Triodos Bank. Al die tijd was Herman Wijffels voorzitter. Op 3 oktober droeg Wijffels zijn functie over aan Peter Blom en Arnoud Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam.

Een gezamenlijk interview met de beide kersverse voorzitters verscheen op 2 oktober in Het Financieele Dagblad, onder de titel ‘Huidig bankentoezicht vormt groot gevaar voor financiële sector’. Interviewer Wouter Keuning schrijft: “Boot wijst erop dat de toezichthouder momenteel in een kramp zit, doordat de politiek feitelijk tegen hem zegt: ‘Als er iets misgaat, is het jouw schuld’. Boot: ‘De toezichthouder heeft in het huidige klimaat veel meer te verliezen door ergens ruimte te geven, dan door ergens ruimte weg te nemen. Als hij de teugels laat vieren en het gaat mis, wordt hij morgen op alle voorpagina’s afgemaakt.’”

De overdracht van de voorzittershamer gebeurde in het kader van het afscheid van Herman Wijffels als hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering aan de Universiteit Utrecht. Wijffels blijft als lid aan het Lab verbonden. In juni was Peter Blom ook al de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van MVO Nederland geworden. MVO Nederland is het expertisecentrum voor Nederlandse bedrijven die streven naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. Meer dan 2000 bedrijven zijn aangesloten bij deze netwerkorganisatie.

Het Sustainable Finance Lab is een informeel netwerk van merendeels academici van verschillende disciplines en universiteiten in Nederland die lid zijn op persoonlijke titel. Doel van het SFL is een stabiele en robuuste financiële sector die bijdraagt aan een economie die de mens dient zonder daarbij zijn leefmilieu uit te putten. Daartoe ontwikkelt SFL vernieuwende ideeën en biedt een platform voor discussie daarover.

Peter Blom, destijds mede-initiatiefnemer: “Binnen het SFL reflecteren we op de systeemvragen die de financiële crisis van 2008 heeft opgeroepen. SFL heeft zich ontwikkeld tot een gezaghebbende stem voor zowel beleidsmakers, toezichthouders alsook de sector zelf. Niet dat de bankiers het altijd eens zijn met de wetenschappers, maar de intensieve discussies leveren voor alle betrokkenen telkens weer waardevolle nieuwe inzichten op.”

Arnoud Boot: “SFL is het enige instituut in Nederland dat vertrekt vanuit de vraag: wat is de maatschappelijke waarde van de financiële sector? En dat doet op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten. SFL vormt zo een onmisbare brug tussen wetenschap en praktijk.”

Herman Wijffels: “Wat vijf jaar geleden begon als een experiment is uitgegroeid tot een mooi instituut met een stevig team onderzoekers aan de Utrecht School of Economics. Ik heb de SFL-leden leren kennen als uitermate deskundige en creatieve wetenschappers. De interesse in elkaars specifieke kennis maken van de bijeenkomsten altijd inspirerende gelegenheden waarvan de uitkomsten gelukkig veel gehoor vinden. Met Peter Blom en Arnoud Boot als mijn opvolgers is de verbinding geborgd tussen wetenschap en operationele ervaring in de financiële sector.”


Louis Bolk Instituut viert jubileum van veertig jaar in stilte

12 oktober 2016

Het Louis Bolk Instituut maakt in een persbericht bekend dat de viering plaatsvindt met een symposium voor genodigden: “Op woensdag 12 oktober viert het Louis Bolk Instituut zijn 40-jarig bestaan met een jubileumsymposium voor genodigden in Driebergen. Centraal thema is ‘Denken in gezonde systemen’. Key note speaker is Cees Veerman, die zijn visie presenteert op de toekomst van duurzame landbouw in ons voedselsysteem. Directeur Jan Willem Erisman neemt zijn publiek mee in de waarde van systeemdenken voor grote maatschappelijke vraagstukken. Dagvoorzitter is Pieter van Geel, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Instituut.” Biojournaal bericht erover.

Dagblad Trouw besteedt vandaag aandacht aan de jubilaris met een groot tweepagina-artikel: ‘Biologisch-dynamisch laboratorium’. Uitgaande van het Demetercongres op 5 oktober in de Zonnehoeve wordt de stemming gepeild door journalist Emiel Hakkenes. Hij spreekt Peter Brul, in de jaren zeventig biologisch-dynamisch boer in Oost-Groningen, die de twee oprichters van het dan al twee jaar bestaande Louis Bolk Instituut, Ferdie Amons en Jan Diek van Mansvelt, voorstelt om ook systematisch onderzoek te doen naar biologisch-dynamische landbouw. Zij hielden zich namelijk als bioloog van de Universiteit van Amsterdam op eigen initiatief bezig met onderzoek naar de werkzaamheid van homeopathische geneeswijzen. Niet Peter Brul, maar Jan Bokhorst was degene die er startte met landbouwkundig onderzoek, wat nadien de grootste afdeling zou worden.

Tegenwoordig is het Louis Bolk Instituut geëvolueerd tot, zoals de instelling zelf schrijft, “een internationaal onafhankelijk kennisinstituut ter bevordering van écht duurzame landbouw, voeding en gezondheid. Belangrijke opdrachtgevers zijn onder andere het Ministerie van Economische Zaken, provincies, waterschappen, natuurbeherende organisaties en het bedrijfsleven. Opdrachtgevers waarderen onze integrale visie op duurzame landbouw, voeding en gezondheid en ons vermogen om praktische kennis en adviezen te bieden die leiden tot een duurzame en gezonde groei van mens, dier, plant en bodem. De laatste jaren groeide de belangstelling voor de organisatie vanwege innovatieve concepten rond veerkracht (Positieve Gezondheid en Natuurinclusieve landbouw). Met innovatieve opfoksystemen (zoals kalveren bij de koe) kwam het instituut dit jaar veelvuldig in het nieuws.”

En hoe zit het met de biologisch-dynamische landbouw? Jan Diek van Mansvelt geeft in Trouw toe dat Nederland in Europa met biologisch nogal achterblijft. “Maar de vooruitzichten blijven steeds beter worden, met steeds meer jonge bewuste consumenten. Het duurzaamheidsbewustzijn groeit. Zo zie ik het doel van het Louis Bolk Instituut mooi dichterbij komen.”

En Peter Brul zegt: “De biologisch-dynamische boeren zijn inderdaad heel klein in aantal gebleven. Maar ze zijn er nog wel. En het zijn ook vaak kleurrijke, veelzijdige en inspirerende bedrijven, die daarmee ook voortdurend het signaal afgeven dat je als ondernemer voor een heel andere aanpak kunt kiezen, met maatschappelijk gezien heel andere uitkomsten.”


Demeter Magazine 2016-2017 op papier en online

13 oktober 2016

Stichting Demeter meldt op haar website het verschijnen van het speciale Demeter Magazine 2016-2017:

“Demeter magazine, unieke krant over biodynamische landbouw en voeding
In vele biologische speciaalzaken is een special van de Krant van de Aarde helemaal in het teken van biodynamische landbouw en voeding beschikbaar. Waar staat het keurmerk Demeter voor? Wie zijn de boeren en tuinders? Wat beweegt hen? Hoe is de bd landbouw ontstaan? Wat zijn de normen en richtlijnen? Kan een in stukjes gesneden Demeter komkommer weer aan elkaar groeien? Lees het en stuur het door. Een unieke uitgave over ‘Vitale voeding uit een levende landbouwcultuur.’”

Op de website van Krant van de Aarde staan veel artikelen uit dit magazine waarin nog veel meer vragen worden beantwoord:

“Waar ligt een biodynamisch bedrijf in mijn omgeving? Wie zijn de mensen die onze producten telen? Is biodynamisch voedsel relevant wat betreft gezondheid en vitaliteit? Of vooral voor een vruchtbare aarde? Waar komt het gedachtegoed achter biodynamische landbouw eigenlijk vandaan? Aan wat voor normen moet je voldoen voor iets het Demeter-keurmerk mag dragen? Houden de Demeter boeren de kalfjes bij de koe? Hoe zit het met ons zaadgoed? Woudwezens, bestaan die echt?”

Artikelen met titels als:
– Zie de boerderij als een levend organisme
– Op Warmonderhof gaan wonen, werken en leren hand in hand
– Werken aan bewustzijn
– De kracht van een levende bodem
– Kalfjes bij de koe
– Landbouwhuisdieren zijn er voor een gezonde bodem
– Meer diversiteit op de akker én in het winkelschap
laten zien waar het in de biologisch-dynamische landbouw om draait.

Op de website van Demeter is ook een ‘Verslag van het congres LandbouwCultuur van de toekomst’ te vinden: “Was u niet bij ons congres LandbouwCultuur van de toekomst dan kunt u hier het verlag lezen.”

“Afgelopen woensdag, 5 oktober, hield Stichting Demeter samen met de BD Vereniging en de landbouwsectie van de Antroposofische Vereniging haar jaarlijkse congres in biologisch-dynamische boerderij Zonnehoeve in Zeewolde. Tegen de achtergrond van goede groeicijfers (de BD-landbouw steeg in areaal van 5150 naar 6289 hectare tussen 2011 en 2015) spraken onder meer schrijver Frank Westerman, kaasmaker Jan Dirk van de Voort en landbouwdocente Joke Bloksma over de rol van natuur en cultuur in de BD-landbouw.”

Het verslag is ook te lezen op Biojournaal.


Zegetocht van Demeter duurt voort

15 oktober 2016

Demeter is de laatste tijd al volop in het nieuws, maar het eind is nog niet bereikt. Dat blijkt uit het bericht zaterdag 15 oktober op de website van de Volkskrant, met het Demeterlogo prominent in beeld. Het nieuwsbericht is getiteld ‘Slechts elf van negentig keurmerken voor duurzaam voedsel krijgen predicaat “topmerk”’:

‘De keuze voor duurzaam en verantwoord eten wordt makkelijker. Van de ongeveer negentig keurmerken en logo’s voor duurzame voeding, waarvan de betrouwbaarheid lang niet altijd vaststaat, krijgen er elf het predicaat “topkeurmerk”.’

En u begrijpt het, tot die elf behoort ook Demeter. Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken gaf voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal de opdracht om uit te zoeken welke keurmerken het hoogst scoren op criteria duurzaamheid (milieu, dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden), transparantie en betrouwbaarheid.

De Volkskrant schrijft: ‘Volgens Milieu Centraal zitten consumenten die duurzaam willen eten met deze elf keurmerken “altijd goed”.’ En, voegt de krant er geruststellend aan toe: ‘Het is niet gezegd dat keurmerken die niet in de top elf staan niet in orde zijn.’

Ook dagblad Trouw bericht op dezelfde dag ‘Dit zijn de dertien beste voedingskeurmerken’. Hier zijn het er echter twee meer dan in de Volkskrant, verschil moet er zijn. ‘Een overzicht van de dertien beste keurmerken is te vinden op keurmerkenwijzer.nl. Het gaat onder meer om Beter Leven, Demeter, EKO en Fairtrade. Twee van de dertien zijn buitenlandse merken, een uit Duitsland (Naturland biologische vis) en een uit Zweden (KRAV).’

Als klap op de vuurpijl publiceert NRC Handelsblad op zaterdag 15 oktober in de wijnspecial Lux een artikel van wijnkenner Harold Hamersma dat opent met deze zinnen:

‘In de wereld van het biologisch-dynamische wijngaardenieren zijn drie namen van belang: Rudolf Steiner, Nicolas Joly en Marc Nomblot. Wie biodynamisch werkt, vermijdt bedrijfsvreemde elementen zoals herbiciden, pesticiden en kunstmest, schreef Rudolf Steiner voor. Hij respecteert fruit- en bladdagen en houdt rekening met kosmische invloeden van de planeten. Kortom, de natuur maakt de wijn. En de mens helpt slechts een handje.’

Demeter krijgt dus een heel goede pers, de biologisch-dynamische landbouw is nu echt aangekomen in de landelijke media.


Antroposofische wandeling door Zutphen

17 oktober 2016

In Zutphen kun je sinds kort een wandel- en fietsroute doen waarbij je de sporen van de antroposofie in en om Zutphen volgt. Zutphen staat bekend om haar antroposofie en is al langer een geliefde woonplaats voor mensen die zich hiermee verbonden voelen. Initiatiefneemster Sylvie Uenk ging op zoek naar plekken en verhalen die vertellen waarom dit juist in Zutphen zo is ontstaan.

Alle verhalen hebben een plek gekregen in een wandelroute van ongeveer anderhalf uur door het centrum van Zutphen en een fietsroute van ongeveer een uur door de wijken en buitengebied van Zutphen. Om dit te bereiken sprak Sylvie Uenk onder meer met Maria la Gaaij (oprichtster van de Boekerij), Jonno van der Werf (beheerder van de antroposofische bibliotheek), liep en fietste door stad en ommeland en dook in de archieven. Uenk: “Antroposofie is verweven met Zutphen. Dat merk je aan de stad. De kleurrijke affiches, de hoeveelheid alternatieve therapeuten, het type winkels in de binnenstad, de muzikale activiteiten, de architectuur van gebouwen én, niet te vergeten, het vrijeschoolonderwijs.”

De route start met het verhaal over antroposofisch huisarts Bos die zich in 1954 vestigde aan de Rozenhoflaan. Het echtpaar Bos ontmoette gelijkgestemden met wie zij de pioniersgroep van antroposofie in Zutphen vormde. In het souterrain van de grote woning startte een kleuterklasje, op zolder kwam een ‘winkeltje’ met natuurlijk spel- en tekenmateriaal, zoals krijtjes van bijenwas en houten speelgoed. Cursussen, lezingen, boekuitleen en een uitgiftepunt voor biologisch-dynamische groenten maakten het geheel compleet. Al snel groeide het initiatief letterlijk uit de voegen en verspreidde de antroposofie zich verder uit over de stad.

De wandelroute voert naar de omgeving van de Dieserstraat waar zo’n 45 jaar geleden de eerste antroposofische winkels waren. In de binnenstad loop je langs vioolbouwers, spirituele centra en het waterwerk op de IJsselkade. Natuurlijk zijn ook de locaties van het vrijeschoolonderwijs opgenomen in de route. Verder fiets je door verschillende wijken van Zutphen, langs de kerk van de Christengemeenschap, het terrein van de voormalige Kaardebol, natuurspeelplekken, antroposofische woongemeenschappen en langs biologische boerderij Korenblik en biologisch-dynamische landbouwbedrijf Urtica De Vijfsprong. De route is verkrijgbaar bij VVV Zutphen als onderdeel van een tiental themaroutes door de stad. Ideefabriek Achterhoek heeft deze route financieel mede mogelijk gemaakt.


Meer ruimte voor vrijescholen

17 oktober 2016

‘Weinig kansen voor nieuwe basisscholen’, meldt Laura van Baars vandaag op de website van Trouw: “In het kader van de onderwijsvernieuwing is het kabinet een groot voorstander van innovatieve ‘onderwijsvernieuwers’ die iets anders willen proberen. Maar er komen in Nederland nauwelijks nieuwe basisscholen bij. Dit jaar zijn het er tien.”

Het ministerie is bezig de onderwijswet voor het oprichten van nieuwe scholen te verruimen. De Raad van State buigt zich momenteel over het voorstel. De verwachting is dat scholen zonder godsdienstige oorsprong, maar juist met een specifieke pedagogische of didactische benadering, dan meer kans maken. Laura van Baars schrijft: “De ‘groeimarkt’ zit nu vooral in islamitische scholen. Die kunnen makkelijk worden opgericht, terwijl de steeds populairder wordende vrije scholen er niet tussen komen.” Met de aangepaste wet zou dit beter moeten kunnen. Maar zekerheid daarvoor is er niet.

Maar het kan ook op een andere manier. De woordvoerder van staatssecretaris Dekker zegt: “Initiatiefnemers kunnen zich aansluiten bij een bestaand schoolbestuur. Bestaande scholen kunnen ook ‘overstappen’: denk aan een katholieke school die vrijeschool wordt. Maar als mensen zelfstandig nieuwe scholen willen beginnen, dan wordt dat wel makkelijker.”

De wet is nog niet definitief, daar is de Vereniging van vrijescholen zich zeer bewust. Zij speelt daarop in door betrokkenen bij vrijescholen op te roepen: “Denk mee namens de vrijescholen! Geïnteresseerden uit de dagelijkse praktijk zoals ouders, leraren, schoolleiders, schoolbesturen en vertegenwoordigers van gemeenten zijn van harte uitgenodigd om hierover mee te praten op een bijeenkomst. Deze bijeenkomsten zijn een goede gelegenheid om specifieke problematiek aan te kaarten en ervoor te zorgen dat de beleidsmedewerkers van het ministerie dit meenemen in de ontwikkeling van de wet.” Ze vinden op verschillende plekken in het land in oktober en november plaats.

Op 1 oktober hield de koepelorganisatie nog een eigen netwerkbijeenkomst waarop betrokkenen zich konden buigen over de mogelijkheden van oprichting of uitbreiding van nieuwe en bestaande vrijescholen. Ook hierbij was het ministerie aanwezig om te leren van de praktijk.

Van de zomer had Dekker al de toekomstige sluiting van een flink aantal te kleine scholen kunnen voorkomen. Dat zou het gevolg zijn van de nieuwe wet, omdat de specifieke ‘richting’ van scholen niet meer zou meetellen. Maar dat was niet Dekkers bedoeling geweest, schreef Trouw: “Het wetsartikel betekent de redding van menig reformatorische school in de stad, van een flinke groep islamitische scholen, maar ook van vrije scholen en de enige joodse basisschool van Nederland.”

Uit de praktijk blijkt dat het oprichten van een nieuwe vrijeschool niet eenvoudig is. Een brainstormavond bijvoorbeeld in Oosterbeek in juni maakte dit bijzonder duidelijk. Ook al bestaat er veel belangstelling voor een vrijeschool, hier voor kinderen van 1 tot en met 5 jaar. Niettemin rijzen vrijescholen nog steeds de pan uit, zoals we in juni meldden. De meest recente berichtgeving betreft Almere.


Verslag bijzondere Algemene Ledenvergadering over het pand Riouwstraat

19 oktober 2016

Op donderdagavond 13 oktober waren een kleine honderd leden van de Antroposofische Vereniging naar het Iona-gebouw in Driebergen gekomen om met het bestuur te spreken over de mogelijke verwerving van de Riouwstraat 1-3 te Den Haag. Namens het bestuur van de AViN en de Stichting Euritmie (die eigenaar is) hielden respectievelijk Jaap Sijmons en Bert de Graaff (voorzitters) een toelichting op de beleidsvisie, waarna een gesprek met de leden plaatsvond. Al snel was duidelijk dat er wel bedenkingen waren bij de uitvoering, maar het idee dat de vereniging zich weer ontfermt over het oude verenigingsgebouw vond weerklank bij de meeste aanwezigen. In de latere ledenraadpleging door handopsteken was de zaal vrijwel unaniem voor deze stap.

In een tweede deel van de avond werden de in het gebouw onder te brengen functies en de daarvoor noodzakelijke aanpassingen beschreven door bestuurslid Stephan Jordan. Architect Yaike Dunselman van 9 Graden Architectuur ging daarop voort en liet in een paar schetsen zien hoe daaraan gestalte kan worden gegeven. Zoals de begane grond, die een betere en meer representatieve ontvangst zal kennen en een verbetering van de verzorging (catering/horeca). Deze plattegrond werd ook in een schets van de nieuwe situatie gevat (ruimtelijke beleving verbouwde begane grond door 9 Graden Architectuur).

Het is allemaal erg voorlopig, maar geeft wel een idee. Het bestuur vindt een verbouwing van het pand wel noodzakelijk en wil dit besluit niet in de tijd naar voren schuiven. Het moet toch gebeuren en dan beter direct, zodat wij de komende zeven jaar maximaal profijt hebben van het gebouw. Na een tweede ledenraadpleging aan het slot bleek ook een ruime meerderheid van de leden voor een ‘vernieuwbouw’, ook al kost dat circa € 900.000.

Secretaris Andreas Reigersman lichtte toe hoe de juridische structuur waarschijnlijk wordt. De vereniging zal met de stichting in zoverre samengaan, dat het dagelijks bestuur het bestuur van de stichting zal vormen. Dan kan het bestuurslid dat de portefeuille Riouwstraat zal krijgen (maar dit niet onbezoldigd zal kunnen doen, vanwege de omvang van de klus) vanuit de stichting in dienstverband staan. Bovendien lijkt het fiscaal noodzakelijk tot behoud van onze fiscale ANBI-status (vrijstelling van schenkingsbelasting). Ook de overdrachtsbelasting speelt een rol. Dat is in onderzoek.

Uit de leden klonk het geluid dat men niet direct van het nut van de tweedeling was overtuigd. Waarom het gebouw niet direct eigendom van de vereniging maken? Het bestuur neemt het nog even terug in beraad.

Pim Blomaard hield als penningmeester een toelichting op de totale kosten. Wij hebben een solide financiering, indien wij eenmalig gemiddeld genomen een dubbele contributie van de leden ontvangen (ruim € 600.000). Hij zag echter ook enige creativiteit voor zich om aan dit bedrag te komen, als niet alle leden dit kunnen opbrengen. Na de nodige discussie over met name de juridische structuur en de kosten viel aan het slot de raadpleging ook hier in het voordeel van dit financieel plan uit, zij het met minder grote meerderheid dan op de vorige punten.

Marleen Klinkenberg uit Den Haag vertelde de leden een ‘sprookje’ over de geschiedenis van het huis, zijn bewoners, het eerste antroposofische initiatief binnen haar muren, de vreugde van Willem Zeylmans van Emmichoven toen het eind jaren vijftig gelukt was het pand voor de vereniging te verwerven. Zij heette uit naam van de Riouwstraat reeds alle leden van harte welkom binnen haar muren!

De vergadering sloot af met een toezegging aan de leden nu snel met een meer uitgewerkt plan te komen langs de lijnen waarmee door de aanwezigen instemming werd getoond.

Het dagelijks bestuur, Pim Blomaard, Andreas Reigersman, Jaap Sijmons
We verlaten Motief en gaan verder met nieuwe boeken. Om te beginnen:
Uit de schoot der goden - gebonden versie

De werkelijkheid van de evolutie

auteur: Rudolf Steiner
prijs: € 24,50
inhoudsomschrijving:

Aan het begin van onze kosmische evolutie staat geen Big Bang, maar een door goddelijke wezens uit liefde gebracht offer. Alle materie, alle daarin en daarmee levende schepselen danken hun bestaan aan dit offer. De materie maakt een verdichting door van warmte tot vaste stof, de schepselen die daarbij betrokken zijn, de mensen, raken daardoor gaandeweg los van hun Schepper. Ze worden vrij, dat wil zeggen, ze kunnen zich tegenover hun Schepper opstellen, ze kunnen in Hem geloven, ze kunnen Hem ontkennen, ze kunnen zichzelf als het middelpunt van de schepping gaan beleven. De wereld waarvan ze deel uitmaken is weliswaar een afspiegeling van de goddelijke wereld waaruit zij zijn ontstaan, maar is in zijn minerale toestand van de Schepper afgesnoerd. Alles op aarde vervalt aan de dood, de enige werkelijkheid op aarde. Dan daalt echter Christus, het hoge zonnewezen, af, maakt door zijn opstanding uit de dood de afsnoering ongedaan en geeft de mens de mogelijkheid de verbinding met zijn goddelijke oorsprong te herstellen.

Met een nawoord van Hans Peter van Manen.
2e druk, gebonden, ISBN: 9789060385654
Maar ook dit:
Waarom doe ik wat ik doe?

Menskunde in de praktijk

auteur: Jaap van de Weg
prijs: € 16,50
inhoudsomschrijving:

Ja, waarom doe ik wat ik doe? Meestal doe ik iets zonder erbij na te denken, zeg maar op de automatische piloot. Dat geldt bijvoorbeeld voor het lopen. Daar denk ik niet over na. Ik kijk om me heen of praat met iemand, maar houd me niet met mijn voeten bezig. Wil ik op een andere manier gaan lopen, dan stuit ik op de gewoontepatronen. Waar zit dat patroon en waar zit de wens om te veranderen? Waar komen trouwens die verschillende lagen van het willen vandaan? Hoe zitten we in elkaar? Dit boek is een verkenning in de menskunde, menskunde in de praktijk, menskunde die kan helpen om jezelf en anderen beter te begrijpen. Het boek geeft je aanknopingspunten om na te denken over je erfelijkheid en ook over een geestelijke wereld en ervaringen na de dood. Het mensbeeld achter dit boek stamt uit het boek Theosofie van Rudolf Steiner. Hij schreef het in 1904 en het is het lijfboek van de auteur. Jaap van de Weg ‘vertaalde’ het in de taal van de eenentwintigste eeuw en het boek staat vol eigen ervaringen, en ervaringen van mensen uit zijn praktijk.

1e druk, paperback, 14 x 20 cm, ISBN: 9789060388068
Op het einde kom ik weer terug op boeken, maar eerst wat anders. Iets meer medisch. Het vervolg van Hugo Verbrugh op de vorige keer. Dit is van 10 oktober:
‘Hoop doet leven’ en empathie werkt echt

Vorige week had ik hier een pissig stukje over een artikel in NRC Handelsblad van 3 oktober: desteronline.nl/waarschuwende-bijsluiter-nrc-handelsblad-3-oktober-2016. Dat artikel was geschreven door Maarten Boudry (1984, Vlaams filosoof, docerend lid van de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap aan de Universiteit Gent), en ging over homeopathie en maakte me om twee redenen uitzonderlijk kwaad. Het was op afstand het domste stukje tekst dat ik ooit over homeopathie heb gelezen en, ik begreep ten eerste niet hoe zoiets kon verschijnen in een krant die toch nog steeds als kwaliteitskrant geldt, en ten tweede niet hoe iemand die zó redeneert aan een normale Nederlandstalige universiteit kan werken.

Intussen zijn we een paar dagen verder en is de ergste woede ietwat verdampt. Ook is intussen op de Opiniepagina van NRC Handelsblad op 8 oktober onder het kopje ‘Filosoof blijft in cocon’ een brief gepubliceerd van dr. Ruth Seldenrijk [mij niet persoonlijk bekend] die mij ernstig aanspreekt. Ik kopieer hem in zijn geheel:

‘De meeste rupsen spinnen een cocon om zichzelf te beschermen. Ze zoeken een geschikt plekje en spinnen zich dan in en blijven ongeveer waar ze zijn. Een analogie van de illusie van een jeugdige hoogleraar filosofie. Maarten Boudry weet het: “Homeopathie is veilig, het geloof erin gevaarlijk” (NRC 3/10). Heeft de filosoof geen gevaarlijk geloof? Het is een illusie dat je het natuurlijke proces van rups naar vlinder kunt wegredeneren door het een geloof te noemen. Het is een illusie het wetenschappelijk vastgestelde effect van een homeopathische interventie bij bijvoorbeeld dieren en zelfs celkweken geloof te noemen. Het is een illusie dat je binnen een filosofische cocon zou kunnen weten wat geloof is. Het is een feit dat noch rups, noch patiënt, noch homeopathie hier hoeven wakker te liggen van een dergelijke zichzelf in een cocon ingespind hebbende filosoof.’

Mede hierdoor weer wat aangemoedigd, durf ik nu te proberen ‘sine ira et studio’, zo goed mogelijk ‘zonder boosheid en obsessieve preoccupaties’, samen te vatten wat mij over dit onderwerp zo intens beweegt. Ik maak een korte reconstructie.

De zaak begon een maand of drie geleden. Toen kwam in het nieuws hoe een Duitse Heilpraktiker in de buurt van Venlo, net over de grens, ook Nederlandse kanker-patiënten had behandeld op een manier die in Nederland terecht wettelijk verboden is. Dat zorgde begrijpelijkerwijs voor enige rumpus [= reuring, opschudding, heftig debat (red)]. Twee auteurs, beiden hoogleraar aan een Nederlandse universiteit, gaven naar aanleiding daarvan commentaar in NRC Handelsblad.

Op 9 augustus stelde Suzanne van de Vathorst, medisch ethicus: ‘Sommige patiënten willen nu eenmaal strijdend ten onder’. Naar aanleiding van het bericht ‘De politie onderzoekt een omstreden Duitse kliniek’, stelde zij de vraag ‘Moeten patiënten worden beschermd tegen de hoop die dit circuit biedt?’ 23 september borduurde Peter Jan Margry, etnoloog, UvA, in NRC Handelsblad hierop voort: ‘Vooral hoogopgeleiden bezoeken een alternatieve genezer – Alternatieve therapieën hebben het tij mee: zo’n miljoen gebruikers, vaak hoogopgeleid.’ en gaf een goed onderbouwd ontkennend antwoord op de retorische vraag ‘Zijn dat allemaal naïeve idioten?’ Het waren allebei NRC Handelsblad-waardige artikelen: helder, evenwichtig, genuanceerd, goed gedocumenteerd – en potentieel aanleiding voor serieuze, creatieve discussie.

En toen kwam dus deze Vlaamse filosoof: NRC artikel (betaalmuur, 5 artikelen gratis)

Wat hij in dat artikel aan de orde stelt, laat zich niet samenvatten, want hij ‘stelt’ niets. Zijn artikel is alleen een quasi-ludiek woordenspelletje van hetzelfde soort als het dijenkletsertje over de vraag waar in Europa de grootste patat-kraam staat. Lees het zelf maar na en huiver. Dankzij het digitale format van deze tekst kan dat met een simpel klikje zó geregeld worden: desteronline.nl/category/columns/hugo-verbrugh

En intussen heeft Boudry mij de eer gegeven te reageren op mijn Ster-stukje; desteronline.nl/waarschuwende-bijsluiter-nrc-handelsblad-3-oktober-2016/#comment-3075

Hoe nu verder? Ik weet niet beter dan de lezer te verwijzen naar het boek ‘Al te naïeve geneeskunde? Materiaal voor de vorming van een oordeel over alternatieve geneeswijzen’. Het is intussen 16 jaar oud en al lang uitverkocht maar nog steeds actueel; een digitale versie krijgt de lezer die mij (hugo@verbrugh.nl) daarom vraagt. Ultrakort samengevat en up to date gebracht: homeopathie en andere zogenaamde ‘alternatieve geneeswijzen’ helpen niet alleen vaak, maar werken soms echt wel, afhankelijk van wie ze toepast. Het is allemaal een kwestie van empathie. Empathie is sinds kort een super-modewoord. Iedereen gebruikt het, niemand weet wat het precies is, laat staan hoe het werkt. Om dat te begrijpen is echt een nieuw denkraam nodig, een niet zogenoemd ‘paradigma’.

En daar wordt aan gewerkt – maar niet in de filosofie (en zeker niet in die van de Universiteit Gent), en ook niet in de reguliere geneeskunde, want de werking van empathie past op geen enkele manier in het nu gangbare verdienmodel van de gezondheidszorg.

Een waarlijk revolutionair boekje waarin dit even besproken wordt, verscheen een paar maanden geleden van de hand van de kort tevoren overleden kinderarts Charles de Monchy: ‘De derde revolutie in de geneeskunde’ (Uitgeverij Milinda / De Driehoek).

Zijn stelling is dat wij thans een revolutie in de geneeskunde meemaken. Na de indrukwekkende successen van het natuurwetenschappelijke medische model wordt de geneeskunde steeds nadrukkelijker geconfronteerd met vragen waarop zij het antwoord schuldig moet blijven, zoals de invloed van psychosociale factoren, onbegrepen ziekten, de mogelijkheid om door gerichte wilsinspanning autonoom geachte lichaamsfuncties te beïnvloeden. Het gangbare medische model zal ingrijpend moeten worden bijgesteld.

Het is een must voor wie echt iets wil begrijpen van wat nu in de geneeskunde plaatsvindt. Ik heb de Kralingse Boekhandel Amesz aanbevolen dit boek in voorraad te nemen.

En oh ja, voordat ik het vergeet: de grootste patatkraam van Europa staat op de grens van Nederland en Frankrijk.

Hugo Verbrugh
Dit was nog niet het laatste, want eergisteren volgde:
Onduidelijkheid rond het levenseinde, eerste aflevering

Dat was groot nieuws, medio vorige week. ‘Kabinet wil onduidelijkheid rond levenseinde wegnemen’, luidde de kop boven een groot artikel in NRC Handelsblad van donderdag 13 oktober. Dat is erg kort door de bocht geformuleerd, en het is een veelzeggend onduidelijke formulering, maar waar het inhoudelijk om gaat, werd meteen óverduidelijk. Het gaat over een nieuw initiatief van het kabinet inzake een variant van een oud, essentieel probleem, namelijk de vrijwillige levensbeëindiging onder de naam euthanasie. Over sommige aspecten daarvan is veel onduidelijkheid en daar wil het kabinet een einde aan maken.

Het nieuwe zit ’m erin dat nu de twee bij dit thema betrokken ministers, Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, VVD) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD), komen met een pleidooi voor ‘aanvullende wetgeving waarmee ouderen uit het leven kunnen stappen wanneer zij dat leven ONDANKS GOEDE GEZONDHEID ervaren als een te zware last of geen mogelijkheden meer zien tot een ZINVOL BESTAAN.’

Zoals het hier staat, stond het ook in NRC Handelsblad. De hoofdletters in het citaat heb ik aangebracht; dat is de kern van het nieuwe. We waren in Nederland gewend geraakt aan het feit dat artsen een ongeneselijke of anderszins zeer ernstig zieke patiënt zó mogen behandelen dat hij, ietwat omfloerst gezegd, ‘uit zijn lijden verlost wordt’.

Dat artsen soms zo handelen, is op zichzelf zo oud als de wereld. Maar praktisch altijd gaat het dan volgens het Franse gezegde ‘Cela se fait, cela ne se dit pas’: iedereen doet en iedereen weet van iedereen dat die het ook doet, maar we praten er niet over. Alleen in de wandelgangen wordt er soms terloops iets over gezegd.

In Nederland zijn we daar tegenwoordig relatief openhartiger over. Dat wordt door velen als relatief goed gezien. Verpleeghuisarts-filosoof Bert Keizer schrijft daar wijs en genuanceerd over in ‘Tumult bij de uitgang – Lijden, lachen en denken rond het graf’ (Lemniscaat Rotterdam, 2013). Bijzonderheden over het hoe en wat van euthanasie, komen geregeld ter sprake in de media, maar over euthanasie gaat dit initiatief van het kabinet juist niet. Nu gaat het alleen om een plan voor een nieuwe wettelijke regeling die bedoeld is om allerlei criteria die nu gelden voor legitieme euthanasie te omzeilen. Terminale ziekte, ondragelijk lijden en aanverwante voorwaarden vervallen nu. ‘Zelfs een stapeling van ouderdomsklachten die leiden tot een ondraaglijk leven’ hoeft niet meer. Het is bedoeld voor ‘Gezonde mensen, die desondanks het leven niet meer zien zitten’ (NRC Handelsblad). Het probleem staat bekend onder de naam ‘voltooid leven’.

Het plan riep, zoals te verwachten, veel en ernstige en zwaarwegende reacties en commentaren op. Over één aspect heb ik nergens iets gelezen of gehoord – noch in de media noch in de toelichting van de kant van de initiatiefnemers. Ik bedoel de kwalificatie van vrijwillige levensbeëindiging zoals die wordt genoemd in de opening van het klassieke essay ‘De mythe van Sisyphus’ van Albert Camus (1942): ‘Er bestaat maar één werkelijk ernstig filosofisch probleem: dat is de zelfmoord’. En er kan geen misverstand over zijn: daar gaat het om in dit plan van de twee ministers. Moord met uitdrukkelijk voorbedachten rade. Dat de dader dezelfde persoon is als de moordenaar, doet in eerste instantie minder ter zake.

Die aanhef van het essay van Camus is een opmerkelijk begin, stelt Esther Wit, afgestudeerd aan de Universiteit voor Humanistiek, hoofdredacteur van de Humanistische Canon, ‘al was het maar omdat we bij filosofie eerder aan zaken als waarheid en ethiek denken, dan aan zelfmoord’: http://www.humanistischecanon.nl/existentialisme/camus__mythe_van_sisyphus.

Dat laatste is zeker waar. Maar Esther Wit maakt een voorbehoud. Ik herhaal het IN HOOFDLETTERS: ‘We denken bij filosofie EERDER aan zaken als waarheid en ethiek, dan aan zelfmoord’. Sommige filosofen, vooral zij die het absolute nulpunt van de filosofie proberen te vinden, denken dan aan iets anders en kiezen als eerste thema de vraag ‘Waarom is er iets, en niet veeleer niets?’

Die vraag is niet te beantwoorden. Daarover zijn alle filosofen het eens. Juist dat maakt hem zo oer-filosofisch, redeneren sommigen. En als je die filosofische oer-vraag verbindt met wat volgens Camus het enige waarlijk serieuze probleem van de filosofie is, komt er een belangwekkende vraag op tafel die tegelijk oer-filosofisch EN wèl te beantwoorden is: ‘Waarom BEN IK er, en ben ik er niet NIET?’

Op die vraag hebben velen een antwoord gegeven. Eén ervan luidt: ‘Omdat mijn medemensen niet zonder mij kunnen’. Een ander antwoord luidt: ‘Die vraag moet je anders stellen. Eigenlijk ben ik, en is evenzo ieder mens, er afwisselend wel en niet’. Zó kom je dan op de reïncarnatie – ook een belangrijk onderwerp in de filosofie.

Enzovoort. Via via kom je, wanneer je echt goed redeneert, vanuit die openingszin van Camus vanzelf op de hele filosofie. En in de ruim zeventig jaar die sinds de publicatie van dat essay verstreken zijn, heeft de empirische wetenschap zoveel vooruitgang geboekt, dat ook daar zwaarwegende argumenten te vinden zijn die maken dat het ‘voltooid leven’ probleem fundamenteel anders benaderd moet worden dan in de toelichting bij dit plan beschreven is.

Zelfs maar een aanduiding van die fundamenteel andere benadering van het plan van Edith Schippers en Gerard Adriaan van der Steur heb ik, zoals al gezegd, nergens gehoord of gelezen. Kennelijk hebben deze twee initiatiefnemers zelf in hun toelichting niets in die richting gezegd. Dat getuigt van laakbare onwetendheid en erger.

Daarom doet zich in de voorgenomen aanpak van het ‘voltooid leven’ probleem door het kabinet een variant voor van de zaak die was aangespannen door klimaatorganisatie Urgenda en die op 24 juni 2015 zijn voorlopig beslag kreeg. De rechter in Den Haag heeft toen bepaald dat de Nederlandse Staat in 2020 de uitstoot van het broeikasgas CO2 met ten minste 25 procent moet hebben teruggebracht ten opzichte van het niveau in 1990. De rechter was van oordeel dat de Staat een ZORGPLICHT heeft voor de bescherming en verbetering van het leefmilieu.

‘Zorgplicht’ van de Staat: dat is ook hier in het geding. Mensen moeten vrij zijn om hun eigen leven te beëindigen, maar de overheid mag dat niet faciliteren door alle kennis en wijsheid die daarover in de filosofie en de wetenschap leeft, dood te zwijgen.

Het plan van de beide ministers lijkt voorlopig geen schijn van kans te maken. Volgens veel commentatoren is het ook alleen bedoeld als stunt in de aankomende verkiezingscampagne. Maar als het op langere termijn serieus lijkt te worden, overweeg ik om, net als Urgenda in verband met de de uitstoot van het broeikasgas CO2, de Staat bij de rechtbank aan te klagen wegens bedrieglijke voorlichting.
Ik vond dit op de website van Antroposana, het is de vaste column van Peter Staal in het blad ‘Stroom’:
Nep of echt?

11 oktober 2016

Column door Peter Staal. Peter Staal is antroposofisch huisarts

In de tijd dat ik studeerde was het ongepast om je met alternatieve geneeskunde bezig te houden. Toch was men na de studentenrevolutie op universiteiten wel wat gewend, een student die een doctoraalscriptie over antroposofische geneesmiddelen wilde maken kon er ook nog wel bij. Ook al was de werking van alternatieve therapieën, zo wist men zeker, gewoon te danken aan het placebo-effect. Placebo betekent: je nept de patiënt. Die denkt dat hij een geneesmiddel krijgt en alleen al door die gedachte gaat het beter.

Het eerste boek dat ik voor mijn doctoraalscriptie las was een boek over geneesmiddelenonderzoek. Daarin werd het placebo-effect behandeld (Kienle: Artzneimittelsicherheid und Gesellschaft).

Nu is het placebo-effect een lastig probleem, maar wel te snappen, immers: we weten allemaal dat ziekte niet iets op zichzelf staands is, maar dat de ziektebeleving bepaalt hoe ziek iemand is. Als je heel ziek bent, en je hoort ineens dat er iets belangrijks gebeurd is, kun je je toch even inspannen. Als je pijn hebt maar je hebt iets te doen waarvoor je je moet concentreren, ervaar je toch ineens minder pijn.

Collega’s die mij indertijd uitmaakten voor iemand die alleen maar met placebo-effect werkte, antwoordde ik steevast dat zij dat dan ook maar moesten doen, dan hadden ze voor hetzelfde effect minder chemisch gefabriceerde middelen nodig. Uit onderzoeken blijkt echter dat de antroposofische geneeskunde minstens zo goed is als reguliere zorg bij bepaalde aandoeningen (Josien Bensing in Medisch Contact 2006) en in ieder geval goedkoper.

Hoe verklaar je dan het placebo-effect? Die vraag heeft me wel beziggehouden.

Er zijn auteurs die menen dat het placebo-effect helemaal niet bestaat, maar opgeroepen wordt door de manier van onderzoek. Hoe ‘blinder’ je onderzoekt, hoe meer nepreacties je krijgt. Omgekeerd blijkt dat als patiënten veel vertrouwen in de voorschrijvend arts hebben het gemeten effect van het geneesmiddel ook beter is. Dit effect is er ook zonder dat vertrouwen, maar het werkt beter met dat vertrouwen. Dat is de reden waarom je eigenlijk niet van placebo-effect, maar van vertrouwens-effect zou moeten speken. Ook daar is onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat communicatieve vaardigheden en vertrouwen dat de arts en de patiënt aan elkaar schenken concreet helend werken. Met andere woorden: als ik als arts mijn best doe en de patiënt heeft daarin vertrouwen, dan heeft dat een concreet helend effect op zijn aandoening. Er is helaas niet zo veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van antroposofische geneesmiddelen, maar de onderzoeken die er liggen geven mij veel vertrouwen in onze methodes en middelen. Zo is het cirkeltje rond en wat mij betreft het placebo-effect wel behoorlijk gerelativeerd.

De antroposofische geneeskunde is minstens zo goed als reguliere zorg bij bepaalde aandoeningen (Ipcoss, onderzoek van Hamre et al. 2010) en in ieder geval minder prijzig (Baars en Koreman, hogeschool Leiden 2014). Deze duurzame geneeskunde maakt gebruik van relatief goedkope technieken: gesprek, kennis, vertrouwen en een goed product uit de apotheek van de natuur. Daarbij is niets nep.
Dan vond ik ook nog deze tekst op de website van Podium voor praktijkgericht onderzoek:
Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg

De antroposofische gezondheidszorg bestaat al sinds begin vorige eeuw, heeft een hoge patiëntwaardering en een schat aan ervaringskennis en -deskundigheid opgebouwd, maar loopt qua hedendaagse eisen van professionalisering achter.

Door overheden, zorgverzekeraars en zorginstellingen wordt er zowel nationaal als internationaal toenemend om bewijzen van de werkzaamheid, kwaliteit en veiligheid gevraagd. De antroposofische gezondheidszorg is in veel gevallen nog te weinig in staat om voldoende wetenschappelijke bewijzen te kunnen overleggen. De consequentie hiervan is dat de beschikbaarheid van de antroposofische therapieën in het gedrang komt. De druk van het leveren van voldoende bewijzen heeft de antroposofische gezondheidszorg de afgelopen jaren sterk in beweging gebracht. Inmiddels staat het onderzoek nationaal en internationaal hoog op de beleidsagenda’s.

Sinds 2007 heeft het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg een volwaardige plaats gekregen in Hogeschool Leiden. Hogeschool Leiden is voor de hand liggend vanwege haar historische band met vanuit de antroposofie geïnspireerde opleidingen (o.a. Kunstzinnige Therapie).

Het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg richt zich als enige lectoraat in Nederland op het kennisdomein van de antroposofische gezondheidszorg. Dankzij een netwerk met internationale, reguliere en antroposofische onderzoeksinstellingen die zich bezighouden met onderzoek naar de antroposofische gezondheidszorg, beschikt het lectoraat over de meest recente (internationale) kennis en onderzoeken.

Het lectoraat werkt nauw samen met het antroposofische gezondheidszorg-werkveld en werkt aan praktijkproblemen door middel van praktijkgericht onderzoek, gericht op de volgende drie centrale categorieën:

1. het aantonen van effectiviteit en veiligheid,
2. het leveren en ontwikkelen van optimale kwaliteit, en
3. het verbeteren van de communicatie over antroposofische gezondheidszorg.

De expertise van het lectoraat wordt tevens, ook in samenwerking met andere lectoraten van Hogeschool Leiden, ingezet om een bijdrage te leveren aan de antroposofische gezondheidszorg opleidingen (met name de opleiding Kunstzinnige Therapie van Hogeschool Leiden) en aan het helpen oplossen van de actuele problemen in de (reguliere) gezondheidszorg, die voor grote uitdagingen staat. Bezuinigingen zijn hard nodig, maar mogen niet ten koste gaan van kwaliteit, toegankelijkheid en innovatie van de zorg. Dit leidt tot ontwikkelingen in de richting van: health promotion (‘gezondheid bevorderen’), het invoeren van ‘stepped care’ (‘eerst lichtere behandelmethoden in de eerstelijnszorg’), terugbrengen van medicijngebruik en stimuleren van patiëntencompetentie en zelfmanagement.

Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg
Om het niet te ingewikkeld te maken, en niet te veel (en ook om op boeken terug te komen), eindig ik vandaag met het gisteren bij News Network Anthroposophy Limited (NNA) verschenen artikel:
Gesamtausgabe von Rudolf Steiner geht ihrer Vollendung entgegen

Das Archivmagazin hat erstmals einen Überblick in die noch ausstehenden etwa 53 Bände der angestrebten 400 Bände der Rudolf Steiner Gesamtausgabe gebracht. Damit will das Archiv Transparenz schaffen.

Von NNA-Korrespondent Wolfgang G. Vögele

Schon zu Lebzeiten von Rudolf Steiner hatte die Bibliographie seiner Werke einen aus der Sicht mancher Kritiker beängstigenden Umfang erreicht. 1921 stellte der Orientalist Hans Heinrich Schaeder mit einem gewissen Unbehagen fest: “Der Sechzigjährige arbeitet, agitiert, schreibt unermüdlich”.

Was hätten diese Kritiker erst zum Umfang der Rudolf Steiner Gesamtausgabe gesagt? Derzeit geht sie ihrer Vollendung entgegen und wird mit über 400 Bänden eine der größten Gesamtausgaben eines einzelnen Autors sein.

Wie die Rudolf Steiner Nachlassverwaltung in ihrem neuen “Archivmagazin” mitteilt, soll das publizistische Großunternehmen “Gesamtausgabe” (GA) zum 100. Todestag der Gründergestalt (2025) abgeschlossen sein. Das “Magazin” bringt erstmals einen Überblick in die noch ausstehenden etwa 53 Bände der GA und legt zugleich die Editions-Kriterien offen. Die Ausführlichkeit, mit der das geschieht, ist kennzeichnend für eine Politik der Transparenz, die Dr. David Marc Hoffmann, seit Herbst 2012 Leiter des Steiner Archivs, verfolgt.

Die Herausgeber des Mammut-Projekts begannen schon vor vielen Jahrzehnten, das Gesamtwerk zu sichten, um es der Öffentlichkeit als bedeutendes Kulturerbe zur Verfügung zu stellen. Damit erfüllen sie einen Auftrag der Alleinerbin Marie Steiner, die 40 Jahre lang als Herausgeberin tätig war und 1943 den Nachlassverein gegründet hatte.

Freilich will die GA keine kritische, sondern eine mit den notwendigsten Kommentaren versehene “Lese- und Studienausgabe” sein, die den Bedürfnissen der anthroposophischen Bewegung und deren Interessenten Rechnung trägt. Unabhängig davon erscheint seit 2013 eine “kritische” Edition der Schriften Steiners, herausgegeben von Christian Clement im renommierten Fachverlag Holzboog in Stuttgart, der u.a. auch die Werke des Philosophen Schelling herausgibt. Aber auch diese ist noch nicht die “endgültige” Ausgabe, denn das Ideal wäre aus wissenschaftlicher Sicht eine “kritische Gesamtausgabe”, deren Realisierung allerdings die Hinzuziehung externer Fachleute und öffentliche finanzielle Unterstützung erfordern würde.

Editionsgeschichte

Im ersten Teil des Magazins gibt Hoffmann einen Überblick über Geschichte und Gestalt der Gesamtausgabe. Rechnet man die Vorgeschichte mit ein, die 1908 mit der Begründung des Philosophisch-theosophischen Verlags in Berlin begann, so dauert die Editionsgeschichte von Steiners Werk schon 108 Jahre. Auch die Themen “Schutzfristen” und “digitaler Lesesaal” werden erörtert.

Hoffmann stellt die noch ausstehenden, in Planung begriffenen Bände vor. Einige Inhalte dieser Bände können hier nur stichwortartig genannt werden: Übersetzungen aus dem Alten und Neuen Testament, öffentliche Vorträge während des Weltkriegs, die 1922 gehaltenen Vorträge der berühmten Wolff & Sachs-Tourneen, und der häufig nachgefragte, wegen mangelhafter Mitschriften aber bisher zurückgestellte Berliner Vortragszyklus “Das Christentum als mystische Tatsache” (1901/02) usw.

Aus dem Nachlass sind die “Briefe” besonders interessant: Sie enthalten nicht nur persönliche, sondern auch weltanschauliche Aussagen und bilden somit eine wichtige Ergänzung zu den Schriften und Vorträgen. Die bisher erschienenen Briefbände sind unvollständig und erfüllen heutige Editionskriterien nicht. Deshalb sollen die insgesamt 1.800 erhaltenen Briefe von Steiner erstmals vollständig in 6 Bänden erscheinen.

Dagegen werden die etwa zwölftausend Briefe an Steiner nicht in die GA aufgenommen, weil sie nicht Teil seines Werkes sind. Ihr Abdruck würde “mehrere Dutzend Bände füllen”, was auch eine ökonomische Unmöglichkeit darstellen würde. Allerdings sollen Gegenbriefe, soweit noch vorhanden, wenigstens erwähnt, zitiert oder paraphrasiert werden. Spezielle Briefwechsel (wie sie teilweise schon vorliegen) sollen in Forschungsbänden außerhalb der GA ihren Platz finden, wo sie besser kontextualisierbar sind.

Aus der Abteilung “Vorträge” sind noch 13 Bände der öffentlichen und 10 Bände der Mitliedervorträge zu edieren. Von den Vorträge zu einzelnen Lebensgebieten fehlen noch drei Bände zur Eurythmie, zwei über bildende Künste und zwei über soziale Fragen. Auch sind Nachträge aus dem künstlerischen Werk vorgesehen. Wie den Briefen kommt auch den rund 622 Notizbüchern und etwa 7. 044 Notizzetteln Steiners ein hoher Stellenwert im Gesamtwerk zu. Sie sollen vollständig digital veröffentlicht werden, was jedoch angesichts des hohen editorischen Aufwandes (Kommentierung) bis zum Jubiläum 2025 nur teilweise geschehen kann. Als “Vorschau” werden zwei gedruckte Auswahlbände erscheinen.

Appell

Die Vollendung der GA wird auf 7 Millionen Franken veranschlagt. Marc C. Theurillat richtet einen “innigen Appell” an die potentiellen Geldgeber, Privatpersonen und Stiftungen, von denen schon einige Zusagen vorliegen. Durch ihre Spenden wirken sie mit an dem Ziel, das Steiner in seiner Autobiographie einmal als das “Hineinstellen der Anthroposophie vor das Bewußtsein der heutigen Zeit” bezeichnete.

Sie verhindern damit, dass Steiners Werk “auf unabsehbare Zeit Fragment bleibt”. In einem eigenen Kapitel stellt der Editionsrat die Editionsrichtlinien als für die Herausgeber verbindliche Basis vor.

Der zweite Teil des Magazins befasst sich mit dem künstlerischen Nachlass Steiners und dokumentiert die in den letzten Jahren immer enger gewordene Kooperation zwischen Goetheanum und Nachlassverwaltung, zweier aufgrund historischer Entwicklungen früher strikt getrennten arbeitenden Institutionen.

In den letzten Jahrzehnten traten die künstlerischen Anregungen Steiners, aber auch dessen eigene Skizzen verstärkt in den Fokus der Öffentlichkeit. Ein Pionier dieser Entwicklung ist Prof. Walter Kugler, der Steiners Wandtafelzeichungen publik machte und sie in den größten Museen der Welt ausstellte.

Seiner Initiative sind auch die zum 150. Geburtstag Steiners entstandenen großen Ausstellungen zu verdanken. Allmählich wird die anthroposophische Kunst als eigenständige Strömung anerkannt, nachdem sie der offizielle Kunstbetrieb lange ignoriert hat.

Bodo von Plato, Vorstandsmitglied am Goetheanum, setzt sich dafür ein, dass das Kulturerbe Steiners zukünftig “als wesentlicher Teil der in und um Basel entstehenden Kultur- und Museumslandschaft” zur Geltung gebracht wird. So sei vorgesehen, die reichhaltigen Sammlungen der Fachleute Heide Nixdorf und Reinhold J. Fäth in die Goetheanum Kunstsammlung zu integrieren.

Bekanntlich hat Fäth in seinem großen Ausstellungskatalog “Aenigma. Hundert Jahre anthroposophische Kunst” (2015) dokumentiert, was von Steiners Anregungen in die allgemeine Kunstwelt eingeflossen ist.

Konkreter Schritt

Die Integrierung der beiden Sammlungen markiert einen ersten konkreten Schritt auf dem Weg, “wie künftig am Goetheanum ein unseren besonderen Anforderungen entsprechendes Museum entstehen kann” – als ein “der breiteren wie einer professionellen Öffentlichkeit zugänglicher Ort anthroposophisch inspirierter Kunst”. Unter der Leitung von Johannes Nilo, Leiter der Dokumentation am Goetheanum, wurde die fachgerechte Konservierung und Aufbereitung der Kunstsammlung, die neben Steiners künstlerischem Nachlass auch Werke anthroposophischer Künstler umfasst, in Angriff genommen.

Zu den bereits angelaufenen Maßnahmen gehört beispielsweise die grundlegende Inventarisierung der zur Zeit in mehreren Gebäuden untergebrachte Sammlung, die nicht nur künstlerische Arbeiten Steiners, sondern auch seiner Schüler umfasst.

Nilo begreift das Museum als einen Ort der Identitätsbildung in einer globalisierten Welt. Er weist auf eine zukunftsträchtige Dimension des Museums hin, die über Konservierung und kunstwissenschaftliche Erforschung bis zur neuen “Impulsierung” der Betrachter reiche.

Archivmagazin. Beiträge aus dem Rudolf Steiner Archiv Nr. 5, August 2016, “Die Rudolf Steiner Gesamtausgabe. Aktueller Stand und Abschlussplanung”. Basel: Rudolf Steiner Verlag 2016, 197 Seiten, zahlreiche Abbildungen. 22.80 EUR.

zondag 9 oktober 2016

Nieuwsbronnen


Zijn we zomaar weer vier weken verder... De laatste keer was ‘Bos’ op zaterdag 10 september, gewijd aan die beroemde vijftiende verjaardag een dag later. Hoewel daar nog veel meer over te zeggen zou zijn, laten we dat nu maar even achter ons. Eerst maar eens wat zich recent heeft voorgedaan, in de afgelopen tijd. Dan zal ik beginnen met het gebruikelijke rondje nieuwsbronnen: eerst Motief en Antroposofie Magazine, vervolgens AntroVista. Daarna zien we wel verder.

In chronologische volgorde. De links zijn in het originele bericht aangebracht, niet in deze kopie hier. Ook voor foto’s en zo zult u er zelf naartoe moeten surfen.
Henk Hage schilderde in de gevangenis

8 september 2016

De Volkskrant bracht op 7 september het nieuws dat kunstenaar Henk Hage een jaar lang doorbracht op de longstay-afdeling van de Pompekliniek in het Brabantse dorp Zeeland. Niet dat hij tbs had gekregen, zoals degenen die daar vastzitten. Terbeschikkingstelling is “een behandelmaatregel voor mensen die zware delicten hebben gepleegd en lijden aan een psychiatrische ziekte of stoornis”. Nee, hij verbleef daar tot mei van dit jaar om portretten te schilderen. Van 88 delinquenten met een psychische stoornis. Maar ze mochten niet herkenbaar in beeld gebracht worden, dat was te confronterend.

Tien jaar geleden maakte Henk Hage een boek met zelfportretten, met als titel Onbewaakte ogenblikken. Dit jaar verschijnt er een nieuw boek, nu met portretten van tbs’ers. De titel: Bewaakte ogenblikken.

Hage werd hiervoor gevraagd met als achterliggend idee om iets te doen aan de negatieve beeldvorming rond deze groep mensen, om hun een gezicht te geven. Hij richtte ter plekke een klein atelier in, in een hoek van de vergaderkamer van de bewonersraad. Wie wilde, kon zich laten schilderen. Het leidde tot bijzondere ontmoetingen. Hage in de Volkskrant: “Je hebt te maken met mensen die niets meer te verliezen hebben. Die geven zich gemakkelijk bloot. Die openhartigheid doet je smelten.”

In 2007 en 2008 maakte Henk Hage alle omslagen van de boeken die uitkwamen in de reeks Werken en voordrachten van Rudolf Steiner. Het waren er vijf:

Algemene menskunde als basis voor de pedagogie
De weg tot inzicht in hogere werelden
Egyptische mythen en mysteriën
Het wezen van de kleuren
De wereld van de gestorvenen

Zijn recente werk is vanaf 16 september te zien in een tentoonstelling van de portretten in Museum Het Valkhof in Nijmegen. De afbeeldingen zijn gebundeld in het boek Bewaakte Ogenblikken, portretten van longstay tbs’ers, Uitgeverij Vantilt. € 19,50.


Jeugdzorginstelling Intermetzo overgenomen door Pluryn

15 september 2016

Dagblad De Stentor meldde op 13 september dat jeugdzorginstelling Intermetzo is overgenomen door collega-zorginstelling en grotere broer Pluryn. In mei werd bekend dat Intermetzo – het vroegere de Zonnehuizen – het financieel zwaar te verduren had. Zie ook het bericht ‘Jeugdzorginstelling Intermetzo in de problemen’.

Volgens de krant biedt Intermetzo plek aan zo’n drieduizend cliënten, en Pluryn aan hetzelfde aantal plus vierhonderd. Toestemming voor deze grote fusie werd door de Nederlandse Zorgautoriteit in juli verleend. Intermetzo schreef op 15 juli in ‘NZa positief over initiatief Intermetzo en Pluryn’:

“Pluryn en Intermetzo slaan de handen ineen en bereiden een overname voor middels een bestuurlijke fusie. Intermetzo heeft in Pluryn een toekomstbestendige samenwerkingspartner gevonden na een periode van sterke onzekerheid. De NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) heeft daar geen problemen mee. Sterker nog, de bestuurlijke fusie komt de continuïteit van zorg voor kinderen en hun ouders ten goede, zo oordeelt de NZa.

De NZa toetst of betrokken partijen de plannen voldoende hebben afgestemd met de ondernemings- en cliëntenraden. Ook kijkt de NZa wat de gevolgen zijn voor de cruciale zorg aan cliënten. De NZa is tot een positief eindoordeel gekomen. De cruciale zorg (zorg op basis van de Wet langdurige zorg en crisisopvang) komt door de concentratie niet in gevaar; de ondernemingsraden, cliëntenraden en overige belanghebbenden van Pluryn en Intermetzo zijn op zorgvuldige wijze betrokken. Alle medezeggenschapsorganen hebben positief geadviseerd.”

Op 1 september liet Intermetzo weten dat een ‘Bestuurlijke fusie Pluryn en Intermetzo per 1 september feit’ is. “De rechtspersoon en het label Intermetzo blijven bestaan. Zoals gebruikelijk bij een bestuurlijke fusie door overname worden de Raden van Bestuur samengevoegd. Intermetzo heeft in Pluryn een toekomstbestendige samenwerkingspartner gevonden na een periode van onzekerheid.”

Het persbericht meldt echter wel: “De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft per spoedbesluit toestemming voor de overname door Pluryn gegeven omdat faillissement voor Intermetzo dreigde. ACM moet nog wel een inhoudelijk oordeel vellen over de toelaatbaarheid van deze overname.”

De vraag is wat dit betekent voor de antroposofische identiteit van Intermetzo Zonnehuizen. Op de website staat onverminderd: “Bij Intermetzo Zonnehuizen is antroposofie een inspiratiebron. Ieder kind is uniek in wie hij is, hoe hij is, wat hij meemaakt en wat hij wil.”


Orgaandonatie: brandpunt van de belangstelling

19 september 2016

Orgaandonatie staat in het brandpunt van de belangstelling. Dit vanwege een wetsvoorstel van D66 dat op 13 september met de meest minimale meerderheid van 75 tegen 74 stemmen werd aangenomen door de Tweede Kamer. Door het donorplan van D66-er Pia Dijkstra krijgt iedere Nederlander de vraag voorgelegd orgaandonor te worden, maar wordt hij automatisch donor als hij na herhaaldelijke oproepen geen eigen keuze heeft gemaakt. Voor- en tegenstanders van deze wet bestoken elkaar sinds deze stemming hevig met een scala aan argumenten.

Orgaandonatie is al lang een veelbesproken thema in antroposofische kringen. Dit is vooral het werk van de Stichting Bezinning Orgaandonatie (SBO) die in 1996 werd opgericht. De eerste zestien jaar was Ger Lodewick voorzitter. Bestuurslid van het eerste uur Ari van Buuren nam het gedurende drie jaar van hem over, tegenwoordig vervult Abele Reitsma deze functie. In de Adviesraad hebben verschillende landelijk bekende antroposofen zitting, ook anderszins zijn die betrokken bij de stichting.

Op 9 februari schreef de Stichting Bezinning Orgaandonatie een Open Brief aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het wetsvoorstel van Pia Dijkstra: “De SBO zet zich in voor een geïnformeerde keuze van de Nederlandse burger over al dan niet doneren van organen. Wij zijn niet tegen of voor orgaandonatie, maar wél voor een belangeloze, complete voorlichting over orgaandonatie.”

Dit is iets dat sinds de stemming in de Tweede Kamer op 13 september in de landelijke pers meer en meer wordt gedaan. De NOS bijvoorbeeld schreef de dag daarna op zijn website ‘Mensen hebben geen idee van de impact van orgaandonatie’. Hierin trad tevens oud-SBO-voorzitter Ger Lodewick op. “Ook Ger Lodewick, schrijver van het boek Wat je over orgaandonatie zou moeten weten, vindt dat potentiële orgaandonoren onvoldoende op de hoogte te zijn van de gevolgen. ‘Zij horen te weten wat er met hun lichaam gaat gebeuren. De overheid moet hier duidelijker over zijn.’” Zo schreef hij december 2015 een opinieartikel in dagblad Trouw, ‘Wees eerlijk, lichaam leeft bij orgaandonatie’.

In een interview eind 2014 vertelde hij hoe hij met de antroposofische visie op orgaandonatie in aanraking was gekomen: “Bij een lezing van een antroposofische arts ontmoette ik iemand van de werkgroep orgaandonatie, daar heb ik me eind jaren negentig bij aangesloten. Uit deze werkgroep is uiteindelijk de Stichting Bezinning Orgaandonatie ontstaan waar ik zestien jaar lang voorzitter van geweest ben.”

Er is in feite veel literatuur over orgaandonatie te vinden, waar een antroposofische visie in min of meerdere mate in doorschemert. Om te beginnen een oud artikel uit 2002 van Trouw-journalist Cokky van Limpt , ‘Het geheugen van het hart’. Van SBO-adviseur Ineke Koedam verscheen in 2014 ‘Een andere kijk op orgaandonatie, verkenningen van het stervensproces’. Haar inleiding bij de presentatie valt hier te lezen. Vanuit medische hoek schreef de Leidse huisarts Huib de Ruiter van antroposofisch gezondheidscentrum ‘de Lemniscaat’ over orgaandonatie. Hans Stolp deed dit vanuit algemeen-spirituele invalshoek in diverse publicaties. Zoals het bij Ank-Hermes uitgekomen boek Orgaandonatie, waarom wel, waarom niet? Maar ook op de website ‘Esoterisch Christendom’ staat van hem een tweedelig artikel over orgaandonatie.


Freek de Jonge gastspreker op de Michaëldagen

22 september 2016

De Michaëldagen zijn vandaag weer begonnen! Geschikt voor iedereen tussen de 16 en de 36 jaar. Het evenement vindt van donderdag 22 tot en met zondag 25 september in Vierhouten plaats. Vorig jaar een hele Michaëlweek, dit jaar een extra lang weekend. Met als publiekstrekker Freek de Jonge op vrijdagavond. Het programma is intensief:

“We starten de dag, na een actief ochtendbegin en ontbijt, met zang en een impulsvoordracht. Kort en krachtig. Daarna gaan we aan de slag in werkgroepen, zijn er gezamenlijke activiteiten en is er na de avondmaaltijd een gastspreker rondom het dagthema: natuur, cultuur, mens en onze tijdsgeest: Michaël. We sluiten de avond af met een bezinningsactiviteit en kampvuur. Op zaterdag is er een dansfeest.”

Er is een grote keur aan werkgroepen. Op de website worden ze allemaal opgesomd. Waar het om gaat is de initiatiefkracht te ervaren van mensen die op een verantwoorde en duurzame manier de wereld tegemoet treden. Die kracht lijkt in de huidige tijd steeds groter te worden.

“De zelfstandigheid en moed die het vraagt om buiten de gebaande paden een weg te bewandelen, werpt zijn vruchten af in hoe wij met de natuur, de cultuur en elkaar en onszelf omgaan. Er is nog een lange weg te gaan en tegelijkertijd zijn er prachtige initiatieven te vinden in onderwijs, landbouw, economie, zorg, architectuur en in de verschillende kunstvormen.”

Meer dan tweehonderd jonge mensen zijn aanwezig om dit bijzondere evenement mee te maken.


Antroposofie Magazine op hippe Amsterdamse PuurFair beurs

22 september 2016

Zondagmiddag in Amsterdam-West. De najaarszon schijnt op het terrein van de Westergasfabriek. De terrasjes zijn vol, de drie kleine lama’s in de provisorische kraal bij de ingang staan dicht tegen elkaar gedrukt. Ze slingeren hun lange halzen om elkaar, ze beschermen zich tegen de al te opdringerige kinderen. Het is voor hen gewoon te druk.

Aan de zijkant van het plein een grote hal met industriële uitstraling, hoog en licht: Zuiveringshal West. Op de vloer vele standjes met faire en pure producten en diensten: van biologisch eten tot elektrisch vervoer, van fair fashion tot duurzame architectuur. Meteen bij binnenkomst toont de tweede stand links een bekend puur en fair product: Antroposofie Magazine.

Het is 18 september 2016 en het is de tweede PuurFair in de historie. En Antroposofie Magazine is erbij! De bijna voltallige redactie is aanwezig: Heleen Hupkens en Cisly Burcksen staan alle geïnteresseerden enthousiast te woord. Meteen tegenover hun stand staan de coolste e-bikes te pronken. Estafette is trouwens ook aanwezig, evenals Schaapje schaapje. Plus vele anderen.

Hipsters uit Amsterdam en omstreken verdringen zich om de stand (helaas niet zichtbaar op de foto). Het doorgaans jonge publiek, single of samen, met kinderen en buggy, heeft veel belangstelling voor een beurs als deze. De banner van Antroposofie Magazine waait. AM gaat erin als koek.

“PuurFair gelooft dat we een betere, blijere en groenere wereld alleen samen kunnen maken.” AM heeft hetzelfde geloof. De ondertitel van het magazine, ‘levenskwaliteit beleven’, is er tenslotte niet voor niets.


Vrije Hogeschool hoge uitzondering in de Tweede Kamer

29 september 2016

‘Doe iets met je leven en met je talenten. Haal eruit wat erin zit. Dat levensmotto kreeg Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker van huis uit mee. En brengt ze ook in praktijk, zowel zakelijk als privé.’ Deze tekst komt uit een interview van tijdschrift Elegance met Bussemaker. Het zou een mooie slogan voor de Vrije Hogeschool kunnen zijn. Aanvankelijk zag de verhouding tussen minister en Vrije Hogeschool er echter minder florissant uit. Ruim een week geleden bracht website AntroVista verontrustend nieuws:

‘Na 45 jaar zal de Vrije Hogeschool wellicht toch op zoek moeten naar een nieuwe naam. In februari dit jaar diende minister Bussemaker een wetsvoorstel in, dat uitsluitend aan “echte” universiteiten en hogescholen toestaat om dergelijke termen in hun naam te gebruiken.’

De wet is bedoeld om misleiding van studenten en misbruik van de naamgeving te voorkomen. Aanleiding vormden diverse recente fraudegevallen. Maar hiermee zou de Vrije Hogeschool haar eigen naam niet langer mogen voeren.

CDA en ChristenUnie spraken op 14 september in de Tweede Kamer de wens uit om een uitzondering te maken, niet alleen voor de Evangelische Hogeschool, maar ook voor de Vrije Hogeschool. Dat leek weinig kans te maken. Woensdag 28 september was de behandeling van de voorgenomen wijziging van de wet op het hoger onderwijs. Daarin was al opgenomen dat volksuniversiteiten en volkshogescholen hun naam mogen behouden.

Michel Rog (CDA) en Eppo Bruins (CU) dienden nu samen een amendement in om de Vrije Hogeschool en Evangelische Hogeschool hun naam te laten behouden. De Kamer werd ervan doordrongen dat anders de Vrije Hogeschool op één hoop zou worden gegooid met ‘nephogescholen’ die voorwenden graden te geven. Met als gevolg dat de VH onterecht, net als de Evangelische Hogeschool, zijn naam zou moeten wijzigen.

Het resultaat was dat de Vrije Hogeschool meermaals werd genoemd als een school die het verdient uitzondering te zijn, door zowel links als rechts. Dat geeft al goede hoop op de uitslag over een week, wanneer erover moet worden gestemd.

Aan het eind van het debat kreeg het wijzigingsvoorstel bovendien steun van de minister. Zij zei bereid te zijn het amendement over te nemen, daar dit voor indieners Rog en Bruins kennelijk zo belangrijk was. Zij was gegaan van principieel (niemand uitgezonderd) naar pragmatisch (alleen uitzondering volkshogescholen en volksuniversiteiten). Zij wilde echter na het debat, waarin een brief van VH-directeur Gerrie Strik (zie brief-vaste-commissie-oc-w-inzake-art-34-412 van 22 september aan de Kamercommissie) werd voorgelezen door oud VH-student Michel Rog, die pragmatiek uitbreiden tot de VH en de EH.

Tegen alle eerdere verwachting in zullen zowel CDA, CU en SGP, als D66, GL en SP mogelijk voor het amendement stemmen. De Vrije Hogeschool gaat dus echt voorbij links en rechts en brengt het midden samen.

Update 6 oktober

De Vrije Hogeschool meldt de uitslag van de stemming op 4 oktober 2016: zowel indieners CDA en de ChristenUnie als de PvdA, D66, SGP en Partij voor de Dieren hebben voor het amendement gestemd. VVD, PVV en GroenLinks stemden tegen.


Biologisch-dynamische landbouw nog steeds in de lift

29 september 2016

Steevast elk jaar rond de feestdag van de aartsengel Michaël, op 29 september, komt Demeter met de Demeter Monitor over biodynamische landbouw en voeding. Dit mede ter voorbereiding op het jaarlijkse congres van Stichting Demeter, in samenwerking met de BD-Vereniging en de landbouwsectie van de Antroposofische Vereniging. Dit jaar wordt dat op 5 oktober in Zeewolde gehouden. Demeter is sinds 1928 het internationale keurmerk voor producten uit de biodynamische landbouw.

In 2015 was het bericht:

“Er zijn in Nederland 129 boeren die samen 5845 hectare landbouwgrond biologisch-dynamisch bewerken. Dat is 10% van al het biologische landbouwareaal. In 2014 was er een toename van 512 hectare, dus een groei van 10%.”

De nieuwe Monitor 2015-2016 laat een verdere stijging zien:

“Het areaal nam toe van 4.962 hectare in 2012 tot 6.289 hectare eind 2015; het aantal boeren steeg in diezelfde periode van 119 naar 132. Het Demeter-areaal groeit percentueel iets sneller dan het totale biologische areaal. Nu valt 10,6% van het biologisch areaal onder Demeter-licentie. Deze groei is uniek als je het vergelijkt met de sterk teruglopende aantallen boeren en tuinders in de totale landbouwsector.”

In verhouding tot andere landen doet de bd-sector in Nederland het erg goed:

“Nederland is qua areaal opgeklommen naar de vierde plaats wereldwijd. Duitsland is met meer dan 72.000 hectare onder Demeterlicentie koploper, op grote afstand gevolgd door Italië, Frankrijk en Nederland.”

Er zijn volgens de monitor meer stijgende lijnen te bespeuren:

“Het aantal Demeter-licentiehouders in handel en verwerking nam de afgelopen vijf jaar met 25% toe tot 95 begin 2016. Opvallend is verder de aanhoudende groei in de opleidingen voor biodynamische landbouw en landbouw en zorg.”

Het congres ‘Naar een toekomstbestendige landbouwCULTUUR’ met onder andere schrijver Frank Westerman vindt 5 oktober plaats op de Zonnehoeve. Hier wordt ook verdere toelichting op de cijfers gegeven. De Demeter Monitor voor trends en ontwikkelingen in de biodynamische landbouw en handel met Demeterkeurmerk 2015-2016 staat online. De monitor is een gezamenlijke uitgave van Stichting Demeter, BD-Vereniging, biodynamische mbo-opleiding Warmonderhof, Stichting Grondbeheer en Kraaybeekerhof Academie.
En wat heeft Antroposofie Magazine in die tussentijd gebracht? Dit gaat niet helemaal chronologisch, omdat ik het per rubriek naloop. Eerst ‘Uitgelicht’.
BD-ondernemers: boerenbloed met een vleugje idealisme

Door redactie – 26 september 2016

De belangstelling voor biologisch-dynamische voeding groeit. Steeds meer jonge mensen willen er ook hun vak van maken en volgen een opleiding aan de Warmonderhof, hét opleidingsinstituut voor BD- landbouw in Nederland. Ze kiezen regelmatig voor het ondernemerschap, maar vooral voor een andere kwaliteit van leven. Antroposofie Magazine ging op bezoek bij drie BD-ondernemers en vertelt hun verhaal in het septembernummer.

We spraken met Gerlof Pronk van de Noaberhoeve in Echten. Hier verdienen ze de helft van hun inkomen met landbouw en de ander helft met de zorgboerderij. De vennoten willen ook meer ruimte gaan bieden aan mensen die zichzelf willen ontwikkelen in de BD-landbouw of aan de zogenoemde ‘ongebonden grond’ landbouw. “Van de komende generaties kunnen we niet meer verwachten dat ze zich dertig jaar binden aan een plek. Vrijheid en persoonlijke ontwikkeling horen immers ook bij de BD-landbouw. De Naoberhoeve kan een vehikel zijn waarin mensen land kunnen pachten, een tijdje kunnen boeren en dan weer weggaan. De grond is dan van niemand en van iedereen.”

In een yurt op de Zonnehorst wonen Max van den Dool en Elsa met hun baby en een tweede op komst. “Onze droom is een gemengd bedrijf, dat divers maar overzichtelijk en behapbaar is,” vertelt Max. Een plek waar alle facetten van de BD-landbouw een verdiende plek krijgen: de composthoop, preparaten, gewassen, kas, vee en mens.

Maar dromen kunnen soms groot uitpakken. Vastgoedontwikkelaar Jos van Leussen combineert zijn ervaring als projectontwikkelaar met zijn opleiding op Warmonderhof. Rondom Zwolle liggen honderden hectaren grond die in de speculatietijd zijn aangekocht voor woningbouw. Hij zet zich in om die stukkenland te benutten voor biologische stadslandbouw. “Vastgoedontwikkelaar BPD heeft ondertussen 32 hectare ingebracht, ik heb al vier biologische boeren gecontracteerd, en Rabobank, BPD en het Overijssels Landschap investeren mee,” vertelt hij trots.

Het hele artikel is te lezen in het derde nummer van Antroposofie Magazine. Deze is verschenen op 3 september jl. en is verkrijgbaar in diverse (boek)winkels. Zie de lijst van verkooppunten.
De rubriek ‘Actualiteiten’.
Vrijeschoolliederen op cd

Door redactie – 8 september 2016

Speelgoedwinkel Rozemarijn en Vrijeschoolliederen.nl slaan de handen ineen voor het uitbrengen van een bijzondere kerst-cd. Het is de bedoeling dat dit de eerste wordt in een serie cd’s met liederen rond de seizoenen en de jaarfeesten uit het rijke vrijeschoolrepertoire, uitgevoerd door kinderkoor Spring. De eerste dubbel-cd met liederen rond Sinterklaas, advent en kerstmis verschijnt op 5 november.

Het idee voor deze cd’s ontstond toen Esther Koerts van Rozemarijn in gesprek raakte met vrijeschoolleerkracht Matthijs Overmars, de man achter Vrijeschoolliederen.nl en dirigent van Kinderkoor Spring. “Ik merk dat ik in de kerstperiode graag muziek wil draaien in de winkel. De meeste kinder-cd’s vind ik echter niet mooi of gaan al snel irriteren,” vertelt Esther. Ik weet hoe mooi er gezongen word op vrijescholen en sprak met Matthijs over deze wens. Zo ontstond het idee om een serie cd’s met vrijeschoolliederen op te nemen. Geen registraties van uitvoeringen op school, maar echte professionele opnamen.” Inmiddels zijn er nieuwe arrangementen gemaakt en de start van de opnamen staat gepland voor oktober.

De productie kan echter alleen doorgang vinden bij voldoende belangstelling. Geïnteresseerden kunnen nu daarom alvast een exemplaar van de dubbel-cd reserveren via de website en ook zal er een crowdfundingsactie opgezet worden. “Het mooie aan crowdfunding is dat je kunt toetsten in hoeverre er behoefte is aan wat je aan het doen bent,” zegt Esther Koerts. “Ook voor consumenten biedt het een toegevoegde waarde, want zij kunnen het hele proces volgen. Dat is toch iets heel anders dan wanneer je een kant-en-klaar cd’tje in je handen hebt.”

De cd is te bestellen via de website van Rozemarijn, waar ook je ook alvast een geluidsfragment kunt beluisteren.


Michaëldagen: intensief en fantastisch

Door redactie – 26 september 2016

‘Hoe wil ik in de wereld staan in relatie tot de natuur, mijn medemens en de toekomst’. Met die vraag in hun achterhoofd kwamen meer dan 200 jonge mensen van 22 tot 25 september 2016 bij elkaar tijdens de jaarlijkse Michaëldagen. Ze sloegen hun tenten op rond de Zonnehal van camping De Paasheuvel in Vierhouten om samen een veelheid aan workshops, lezingen en voorstellingen bij te wonen. De redactie van Antroposofie Magazine was uitgenodigd een dagje mee te maken.

Bij aankomst klonk prachtig gezang uit de hal, waar de deelnemers ‘s ochtends na het ontbijt de dag samen startten. Een magisch moment zo midden in de natuur. We zagen deelnemers van andere kampen om ons heen even stil staan en zich verwonderen waar deze prachtige samenzang vandaan kwam.

Aziza Mayo, lector ‘Waarde(n) van vrijeschoolonderwijs’ aan de Hogeschool Leiden, stelde haar toehoorders tijdens de ochtendlezing voor een belangrijke vraag: Past de manier waarop je leeft bij wat jij belangrijk vindt? Ze vertelt hen dat we als kinderen leren ons in systemen in te voegen. Dat is immers het doel van opvoeding en onderwijs. Maar wil je wel leven zoals je dat nu doet? Een vraag waar we de dag goed mee in kunnen!

Workshop smeden

Hierna is het tijd voor de workshops. Ik kies voor smeden, dat wil ik wel eens ervaren. Buiten hebben vier sterke mannen vuurplaatsen en aambeelden klaargezet. Beeldhouwer en smid Rik ten Cate vertelt over de kwaliteiten van ijzer: “De aarde bevat ijzer, maar ook ons lichaam, als het ijzergehalte te laag is voel je een gebrek aan energie” en “IJzer verbindt, maar kan ook scheiden, denk aan een mes of een schaar”. We luisteren geduldig, maar eigenlijk staan we te popelen om te beginnen met het smeedwerk.

Eerst steken we de vuren aan. De kolen zorgen ervoor dat de hitte in de vuurbak meer dan duizend graden wordt. Een schort en handschoenen ter bescherming van ons lichaam zijn dus geen overbodige luxe. Als de vuren goed op gang zijn, mogen we aan de slag. Ik kies voor de beginnersklus: het maken van een kachelpook. De smid doet de handelingen stap voor stap aan ons voor. Binnen vijf minuten heeft hij een mooi uitgevoerde pook gereed. Dat ziet er eigenlijk best eenvoudig uit, maar de praktijk blijkt natuurlijk een stuk lastiger! Voor ik een mooie punt aan mijn ijzeren staaf heb ben ik al gauw een half uurtje verder. “Je mag wel wat harder slaan,” hoor ik de smid naast mij zeggen. “Ga stevig op twee benen staan en hef je hamer wat hoger. Laat die hamer maar op het aambeeld knallen. Durf maar eens hard te slaan!” Ja, het is voor mij ook durven, merk ik. Ik volg zijn voorbeeld en laat de hamer op de hete staaf denderen. Jee, wat een krachtig gevoel geeft dat. Ik voel m’n spieren in mijn rechterarm na een half uurtje wel protesteren, maar ik zet door. Net binnen de twee uur van de workshop is mijn kachelpool klaar. Met respect voor het ambacht van de smid.

Naast smeden konden deelnemers ook workshops volgen in vilten of een Oloïde maken in steen, een mooie oefening in ruimtelijk inzicht. Op het veld rond de Zonnehal werd druk geschuurd, gesopt en in kleine groepjes gepraat.

Antroposofie en religie

Na de lunch ga ik met een klein groepje in gesprek met Frank Storm, priester bij de Christengemeenschap, over antroposofie en religie. We groeien naar een steeds meer apocalyptische wereld waarin techniek een steeds grotere plaats inneemt, houdt hij ons voor. Dan is de vraag: Hoe sta je als mens in deze wereld?

Hij onderscheidt vier werelden: de wereld onder je (de natuur), de wereld naast je (de samenleving), de wereld boven je (de geestelijke wereld) en je eigen wereld (zelf).

“De natuur geeft ons veel,” zegt hij, andersom moeten wij als mens ook goed voor die natuur zorgen. Met respect, eerbied. Ook de goden brengen offers. De aartsengel Michaël zegt niet wat je moet doen, maar ondersteunt je bij alles wat je onderneemt met barmhartige intelligentie.” Uiteindelijk gaat het ook om het zelf. “Heb je wel zelfrespect, ben je blij met je aanwezigheid hier op aarde, ben je bereid tot verdere ontwikkeling?”

Verhelderend is de manier waarop hij over de mensheidsrepresentant van Rudolf Steiner spreekt, waarin de mens zich tussen Lucifer en Ahriman beweegt. Lucifer probeert op allerlei manieren de mens los te maken van de werkelijkheid van ons aardse bestaan; hoogmoed, doorgeslagen idealisme, beter weten zonder werkelijk inzicht, zweverigheid, allerlei godsdienstige stromingen en sekten die de werkelijkheid uit het oog verliezen, zijn dan het gevolg. Ahriman probeert ons te doen geloven, dat alleen het zicht-, weeg- en meetbare de werkelijkheid is, bij voorbeeld in wetenschap, techniek en vaak ook in de politiek. Cijfers bepalen wat er gebeurt. “Hoe ga je om met datgene dat je in je leven tegenkomt. Dat is de vraag waar wij als mensen voor staan,” geeft Frank Storm ons mee. “Laten we hier op aarde geen heilige proberen te worden,” stelt hij. Een heldere boodschap: Verlies je niet in het krampachtig vasthouden aan zekerheden, maar ook niet in spiritualiteit.

Euritmievoorstelling

We worden getrakteerd op de prachtige euritmievoorstelling “Time” van Elsemarie ten Brink. Samen met Martje Brandsma danst ze op teksten van T.S. Eliot’s “Four Quartets”. “And the end of all our exploring will be to arrive where we started and know te place fot the first time” staat voor op de flyer. Konstantyn Napolov speelt op fabuleuze wijze de marimba en percussie. Ook klinkt muziek van Johann Sebastian Bach en heel verrassend: Paul McCartney. Via de beamer zien we hem ‘Blackbird’ zingen.

Nu pas dringt de tekst goed tot me door:

Blackbird singing in the dead of night
Take these broken wings and learn to fly
All your life
You were only waiting for this moment to arise.


Freek de Jonge

In de avonduren volgt het laatste cadeau van de dag: een optreden van Freek de Jonge. Aan de hand van zijn eigen jeugdervaringen schetst hij de aankomende onderwijzers (er zitten heel wat studenten van de Vrijeschoolpabo in de zaal) wat volgens hem echt belangrijk is voor kinderen om te leren. Het gaat volgens hem om vertrouwen, discipline en concentratie.

Op cabareteske wijze, maar ondertussen bloedserieus, vertelt hij over zijn schooltijd waar hij bepaald geen vertrouwen aangereikt kreeg door de meester. We zien op de foto een klein guitig jongetje met een brilletje op tussen de grote jongens zitten. Het leren ging hem niet goed af. De meester keek vooral naar wat niet goed was. Het was zijn vriend die hem bewust maakte van zijn talent om mensen aan het lachen te krijgen. Een talent dat hij uitbouwde tot de kunstenaar die hij geworden is. Maar niet zomaar, daar is discipline voor nodig. Niet in de vorm van drillen, maar intrinsiek gemotiveerd: je moet het zelf willen. En concentratie. Als voorbeeld laat hij ons een foto zien van gouden medaille winnares Sanne Wevers op de evenwichtsbalk. In opperste concentratie zette ze een superprestatie neer tijdens de Olympische Spelen in Rio.

Na afloop ging hij met de jonge mensen in de zaal in gesprek.

Het was een intensieve en fantastische dag!

Heleen Hupkens, hoofdredacteur AM
In de categorie ‘Artikelen. Helemaal te lezen’.
Waarom kiest een arts voor antroposofische geneeskunde?

Door redactie – 22 september 2016

Waarom kiest een regulier opgeleide huisarts ervoor om antroposofische geneeskunde te gaan bedrijven? Een geneeswijze die zich niet uitsluitend baseert op evidence-based onderzoek, maar op het vierledige mensbeeld van Rudolf Steiner en zijn visie op ziekte en gezondheid. We vroegen het aan drie huisartsen.

Tekst: Hester Anschütz

“Ik neem echt niet alles van de antroposofische geneeskunde klakkeloos over”

Maud de Bruijn, sinds 2005 werkzaam als huisarts bij Therapeuticum Utrecht, was voorheen zeven jaar regulier huisarts:

“Het Therapeuticum in Utrecht leek mij tien jaar geleden de plek waar ik mogelijk iets aan mijn werk kon toevoegen dat verder ging dan slechts ‘kookboekgeneeskunde’. In de reguliere geneeskunde constateer je een probleem bij een patiënt, vervolgens sla je het receptenboek als het ware open en zoek je het middel dat het probleem oplost. Ik wilde graag iedereen met iets van waarde mijn deur uit laten gaan en ervoer bij de reguliere geneeskunde armoede op dit punt. De antroposofische geneeskunde geeft mij extra gereedschap om mensen iets mee te geven.

Destijds werd ik door Casper Post Uiterweer, huisarts bij het Therapeuticum, gevraagd om in Utrecht te komen werken. We kenden elkaar van een gezamenlijke huisartsendienst. De eerste keer dat hij mij vroeg, had ik het woord antroposofie volgens mij nog bijna nooit gehoord. Toen hij mij voor de derde keer vroeg, ben ik er eens gaan kijken. Op dat moment kwamen in mijn leven een aantal dingen samen, zoals mijn interesse in natuurgeneeskunde en mijn zoektocht naar spiritualiteit in de zorg. Het Utrechtse Therapeuticum leek mij de plek waar deze dingen voor mij bij elkaar zouden kunnen komen.

Ik neem echt niet alles van de antroposofische geneeskunde klakkeloos over. Op sommige punten haak ik zelfs af. Niet omdat er voor de effectiviteit van methoden en middelen van de antroposofische geneeskunde minder bewijs zou zijn dan bij reguliere middelen. Daar heb ik geen moeite mee. Er zijn binnen de reguliere huisartsgeneeskunde ook nog zoveel dingen die niet bewezen zijn en die zogeheten ‘ervaringsgeneeskunde’ zijn. Maar ik heb soms mijn twijfels bij middelen op homeopathische basis, waar geen enkel werkend molecuul meer in zit. Daar ben ik nog wat zoekende in.

Ik maak als arts vrij veel gebruik van de aanvullende therapieën die we hier in het Therapeuticum hebben, zoals de uitwendige therapie, ritmische massages of kunstzinnige therapie. Dankzij het antroposofische vierledige mensbeeld begrijp ik beter hoe je bijvoorbeeld bij allergische klachten kunstzinnige therapie kunt inzetten. Dat je om een lichamelijke allergie te beteugelen met oefeningen op papier gaat werken, lijkt een idioot idee. Dankzij het antroposofische mensbeeld van lichaam, etherlichaam, ziel en geest begrijp ik hoe kunstzinnig werk kan inwerken op het etherische, op de vitale krachten, die bij allergieën te ongebreideld aanwezig zijn.

Ik ben niet geregistreerd als antroposofisch arts. Ik heb de antroposofische artsenopleiding voor een groot gedeelte gedaan, maar heb deze uiteindelijk, mede door twee zwangerschappen, niet afgemaakt. Misschien doe ik dat ooit nog, maar of ik me laat registreren, weet ik niet. Ik vind alle anti-kwakzalfbewegingen en de heftigheid waarmee je soms bejegend wordt als je uitgesproken antroposofisch bent, lastig. Antroposofie is een prima insteek, maar ik heb soms wat moeite met de dogmatiek en hoe daarmee wordt omgegaan.”


“Het sluit elkaar niet uit, de reguliere en de antroposofische geneeskunde”

Thomas Garbe, sinds zijn afstuderen in 1992 huisarts bij Therapeuticum Helianth, Rotterdam:

“Toen ik tijdens mijn co-schappen door een vriendin van mij werd meegenomen naar een lezing van de huisarts Frank Wijnbergh over antroposofische geneeskunde, dacht ik: ‘Zo wil ik met mensen omgaan.’ Ik merkte dat hij anders naar mensen keek, meer vanuit zijn hart, dan ik gewend was van de specialisten die ik in het ziekenhuis dagelijks meemaakte. Voor de specialisten stonden patiënten duidelijk op een lager niveau dan zij, die moesten vooral doen wat de dokter hen zei en verder niets. Het waren bij die lezing ook geen gekke zweverige toestanden, geen gebedsgenezers zal ik maar zeggen. Voor zulke zaken ben ik allergisch, daar moet ik niets van hebben.

Ik ben gaan lezen over antroposofie, over de diverse aspecten ervan, zoals het bankwezen, de kerk en de scholen. Dat sprak me aan. Antroposofie voegt op al die gebieden in het leven iets toe. In de gezondheidszorg vond en vind ik het menselijke aspect boeiend. Dat je als arts ook aandacht hebt voor het levensverhaal van de mens tegenover je, hoe dat mogelijk een rol kan spelen bij een ziekte. Dat maakt mijn beroep als huisarts boeiend.

Ik ben geboren in Duitsland, heb tot mijn achttiende jaar in Bremen gewoond. Hierna ben ik in Amsterdam geneeskunde gaan studeren. Na mijn afstuderen kon ik meteen in het Therapeuticum in Rotterdam terecht. Ik ben daar begonnen en heb cursussen gevolgd op het gebied van antroposofische geneeskunde. Een echte opleiding bestond in 1992 nog niet. Nu is dat allemaal anders georganiseerd. Ik ben gecertificeerd lid van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen (NVAA). Door antroposofische geneeskunde te gaan doen, verlaat je wel een beetje het pad van de reguliere geneeskunde, maar toch ook weer niet. Het sluit elkaar niet uit, de reguliere en de antroposofische geneeskunde, dat vind ik het mooie eraan. Bij homeopathische geneeskunde bijvoorbeeld, doe je alleen nog maar dat. Ik heb het reguliere niet verlaten, ik heb zowel reguliere als antroposofische patiënten en patiënten die gewoon iets willen dat werkt.

Ik vind de samenwerking binnen het therapeuticum misschien wel het belangrijkste aspect aan het antroposofische geneeskunde bedrijven. Je doet het niet alleen, je kunt met elkaar overleggen, patiënten bespreken. Ik ben geen solist. En met het gereedschap dat de antroposofische geneeskunde mij geeft, hoef ik niet zo snel tegen een patiënt te zeggen: ‘Daar moet je maar mee leren leven’. Dat geeft lol aan mijn werk.”


“Vanuit de antroposofische visie kijk ik naar het bredere plaatje”

Helena Maryns, sinds haar afstuderen in 2006 huisarts in Gent (België):

“Ik vind dat de antroposofie een heel handig kader geeft om als arts mee te werken. Antroposofie weerlegt niets van de klassieke geneeskunde, maar neemt een breder referentiekader, waardoor je een ziekte meer procesmatig kunt bekijken. Ik vind dat het werk daardoor levendiger wordt, niet meer zo droog en koud, maar echt niet minder exact dan de klassieke geneeskunde. Vanuit het referentiekader van het vierledige mensbeeld kun je heel exact werken, dat is geen onzin.

Als je het etherlichaam wilt bestuderen bijvoorbeeld, heb je binnen de antroposofische geneeskunde duidelijke punten waarop je kunt gaan kijken. Zo kun je bij kinderen kijken hoe vitaal ze zijn. Dan meet je niet hoe groot of zwaar ze zijn, maar je kijkt of ze wallen onder hun ogen hebben, of ze bleek zijn, of ze goede of selectieve eters zijn en of ze goed slapen. Als een kind minder vitaal is, kun je vervolgens nagaan hoe dat komt. Ontstaat dit vanuit het stofwisselingsgebied of is het meer een zielenprobleem, dus hebben ze stress? Vanuit welk gebied werkt er iets in op de vitaliteit en hoe kun je dat corrigeren? De klassieke geneeskunde zal al snel zeggen dat een kind iets psychologisch heeft en hem naar de kinderpsycholoog sturen. Vanuit de antroposofische geneeskunde kijk je naast het psychologische niveau ook naar het astrale niveau en zoek je naar mogelijke inwerking op het emotionele niveau, met kunstzinnige therapie of bijvoorbeeld prikkelbeperking.

Ik heb de antroposofische geneeskunde tijdens mijn studie aan de universiteit van Gent leren kennen op een conferentie in Dornach. Daarvan is mij vooral dat beeldende en de procesmatige benadering van de dingen bijgebleven. Ik kende de antroposofie al van mijn tijd op de Steinerschool (zo noemt men de vrijeschool in België, red.), maar dit seminar was toch deels een eyeopener voor me. In de klassieke geneeskunde kijk je meer symptomatisch: je ziet een aantal klachten van de patiënt en dan geef je er een middel voor. Waar problemen zijn, daar los je het op. Dus als iemand diabetes heeft, dan geef je antidiabetica, heb je een hoge bloeddruk, dan geef je daar iets tegen. Vanuit de antroposofische visie kijk ik naar het bredere plaatje.

Ik noem mij niet specifiek antroposofisch arts. Als mensen ernaar vragen, benoem ik het wel, maar ik profileer me niet als zodanig. Ik vind dat ik mijn patiënten vooral moet garanderen dat ik goede geneeskunde verzorg. Ik voel me vooral een huisarts.”
En dan ‘Blog. Inspiratie voor dagelijkse beslommeringen’. Deze is van Jesse Mulder.
Basis Kwalificatie Onderwijs biedt schijn-objectiviteit

Door redactie – 6 oktober 2016

Recentelijk verschenen er verontrustende berichtjes in het nieuws (bijvoorbeeld in de Volkskrant): maar liefst drie op de tien docenten aan de universiteit zouden ‘niet gekwalificeerd’ zijn. Het bericht blijkt afkomstig van het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg); de betreffende kwalificatie is de zogeheten Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO). Nu ben ik zelf universitair docent, en sinds twee maanden in het trotse bezit van mijn BKO – terwijl ik al meer dan tien jaar betrokken ben bij het onderwijs op mijn departement, eerst als student-assistent, later als docent. Ik ken de situatie dus ‘van binnen’ en daardoor weet ik dat dit nieuwsbericht een stuk onzinniger is dan de welluidende naam van ISO-voorzitter en -spreekbuis Jan Sinnige doet vermoeden.

Om je BKO te halen, moet je namelijk laten zien dat je over de nodige vaardigheden beschikt. Je moet diverse soorten onderwijs hebben gegeven (hoorcolleges, werkgroepen, scriptiebegeleiding etc.). Dan moet je dat natuurlijk wel eerst gedaan hebben – dus zonder BKO, ‘ongekwalificeerd’. Een beginnend docent heeft daar zo’n twee jaar voor nodig. En omdat er relatief veel beginnend docenten zijn (die vaak zelfs voor minder dan twee jaar aangesteld worden) is het dus niet zo gek dat een goed deel van de docenten ‘ongekwalificeerd’ is.

Nu goed, zult u denken, dat is dus een suffe denkfout van Sinnige en consorten die klakkeloos door de media wordt overgenomen – dat kennen we wel. Maar er valt meer over te zeggen. Allereerst is er het volgende opvallende argument, uit de mond van Sinnige: “Om les te geven op de basisschool is vier jaar scholing vereist, terwijl op universiteiten docenten zonder enige opleiding tot lesgeven voor de klas staan.” “Dat mag toch niet zo zijn!”, zouden we er in hedendaags politiek jargon aan kunnen toevoegen. De gedachte lijkt hier te zijn dat het veel moeilijker is om les te geven aan een universiteit dan om les te geven aan simpele kleuters. Natuurlijk, je hoeft geen academische lesstof te beheersen om voor een basisschoolklas te staan. Maar dat is een inhoudelijke eis, geen didactische of pedagogische eis – en op dat vakinhoudelijke punt zijn academisch docenten natuurlijk prima ‘gekwalificeerd’. Ze hebben de relevante academische opleiding met succes afgerond, tenslotte. Pedagogisch en didactisch stellen kleuters veel hogere eisen dan studenten. Studenten zijn immers volwassen mensen (nou ja, in principe in ieder geval – hoewel ik soms twijfel). Sinniges opmerking laat weer eens mooi zien hoe schromelijk dat tegenwoordig wordt onderschat.

Daarnaast valt op dat het formele stempel van een kwalificatie gelijkgesteld wordt aan kwaliteit van de docent. Alsof je zonder BKO onmogelijk goed les kunt geven (en met BKO vanzelfsprekend van onberispelijke kwaliteit bent). Als je wilt weten of de docenten aan de universiteiten goed lesgeven, is BKO’s tellen een misleidende methode. Dat is een tendens die overal in onze maatschappij opduikt: er zijn twijfels over de kwaliteit van een of ander (iets in de zorg, het onderwijs, of elders), daar wordt dan iets formeels aan gehangen (een kwalificatie, een keurmerk, een verplichte methode), en vervolgens wordt die formele entiteit zonder omhaal als maatstaf voor de kwaliteit gebruikt. Het gevaar daarbij is dat je een bedrieglijke laag van schijn-objectiviteit creëert die alle aandacht naar zich toe trekt, zodat er nog minder aandacht voor de daadwerkelijke kwaliteit is. (Zo specialiseert de partner van onze bevlogen minister van VWS Edith Schippers zich in advies aan zorginstellingen, zodat ze binnen de door haar gestelde regels met ‘slim declareren’ er zo veel mogelijk uit weten te slepen – zie hier.) Waarmee ik niet wil zeggen dat zulke formele oplossingen altijd fout zijn (ik ben ook niet per se tegen het BKO), maar alleen dat we niet in de genoemde valkuil moeten stappen.

Zo schuilen er achter zo’n oppervlakkig nieuwsberichtje over de BKO toch nog belangrijker thema’s dan je op het eerste gezicht misschien denkt. Hoe het ook zij, ik ga vanmiddag mijn best doen om mijn nieuwe masterstudenten een prachtig college filosofie van de tijd voor te schotelen!

Jesse Mulder is universitair docent bij de vakgroep Filosofie en Religiewetenschap. Hij promoveerde in 2014 cum laude op het thema Conceptual Realism, over de structuur van metafysisch denken. Sindsdien werkt hij als postdoc bij Informatica op project Responsible Intelligent Systems. Jesse is vader van twee dochters.
Goed, dat is wel weer even mooi genoeg van Antroposofie Magazine.

AntroVista heeft zijn website de afgelopen tijd weer eens vernieuwd, aangepast aan de eisen van de tijd. Het ziet er weer keurig uit. Er is alleen geen aparte nieuwsrubriek meer. Evenmin een datumaanduiding, dat is best lastig. Dat wordt daarom scrollen en scrollen... van boven naar beneden, dus juist niet chronologisch. Dit was van precies een maand geleden:
Uit de steigers

Het is u mogelijk niet ontgaan: de verbouwing van AntroVista is deze week afgerond. We hebben goed naar uw wensen geluisterd en de site daardoor nog gebruiksvriendelijker kunnen maken. Ook gebruikers van smartphones en tablet zullen merken dat alles net even beter werkt.

Hoewel er uiterlijk niet eens zoveel verschil te zien is, was dit toch de grootste verbouwing in het 15-jarig bestaan van AntroVista; er is maar liefst een jaar aan gewerkt.

Bij zo’n omvangrijk werk kan er allicht iets mis gaan. Mocht u een foutje tegenkomen, meld het ons dan! Ook voor wensen, suggesties en tips zijn we u zeer erkentelijk. meld-een-fout.html

Met een klik op deze link leest u hoe uw internet voortaan begint met AntroVista: maak-antrovista-startpagina.html

AntroVista wordt sinds 2001 verzorgd door onbetaalde vrijwilligers. Hier leest u hoe u ons werk kunt steunen: service-steun-antrovista.html
Precies daarvóór plaatste AntroVista dit:
Euritmie Impresario gestopt

Na 27 jaar en honderden voorstellingen is Imke Jelle van Dam gestopt met zijn werk als organisator van euritmie- en toneelvoorstellingen.

Het stokje werd op 4 september overgedragen aan Ernst Reepmaker, van de Oostenrijkse euritmietheatergroep Kompanie Vonnunan. Hij wil overkoepelend werken voor de landen Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en Nederland.

Imke Jelle blijft wel de maandelijkse e-mail-nieuwsbrief, de Euritmie-muziek-theaterkrant, website en het Garantiefonds verzorgen. Ook staat hij u graag met raad en daad terzijde als er vragen zijn op het gebied van organisatie, financiering en publiciteit. www.euritmie.nl

100 jaar euritmie

Eind 2013 publiceerde Imke Jelle het standaardwerk over de honderdjarige geschiedenis van de Nederlandse euritmie. Ter aanvulling op dit boek verzorgt hij een website, waarin u o.a. een register met biografieën van alle Nederlands euritmisten vanaf het eerst uur vindt.
Nieuws van 30 augustus:
Directeur ALS Stichting voor de rechter

Op 30 augustus moet de oud-directeur van de ALS Stichting voor de rechter komen. Twee jaar geleden verduisterde hij een grote som geld van de stichting. Na de ontdekking hiervan, verklaarde hij het geld te hebben terugbetaald. Waarschijnlijk deed hij dit echter met de € 143.000 die hij ontvreemdde van de Stichting Vrienden van de Rudolf Steiner Kliniek, waarbij hij als penningmeester werkte. www.parool.nl/~oud-directeur-vervolgd

Update 13 september: de uitspraak

http://nos.nl/artikel/2131808-celstraf-voor-oud-directeur-stichting-als.html
Ik had het hier ook al over op 30 augustus in Filistijnen. Kort na 5 augustus kwam er dit:
Wilsonbekwaam?

In het AD verscheen een column van Tommy Wieringa, waarin hij inhaakt op de suspecte Duitse kankerbehandelingen die afgelopen week in het nieuws waren. Met opzettelijke onzorgvuldigheid stelt hij daarin deze behandelaars gelijk aan de antroposofische geneeskunde.

Hij roept met zijn artikel echter ook belangrijke, actuele vragen op:

Mag iedereen altijd, ook bij levensbedreigende ziekte, zijn eigen behandelwijze kiezen?
Ook als dat een ongebruikelijke keuze is; een andere dan je zoon of de Minister van Volksgezondheid zou maken?
Of moeten we ervan uitgaan dat dergelijke patiënten dan wilsonbekwaam zijn en moet de grondwet op dit punt worden aangepast?

www.ad.nl/~dode-patienten-doen-geen-aangifte
Een ander bericht daar weer vóór gaat over iets dat hier volgens mij nog niet langs is geweest. Dat was na alle rampberichten weer eens een opsteker voor Zutphen.
1,4 miljoen voor Zutphense scholen

Onderzoek bracht aan het licht dat de Zutphense vrijescholen ruim 10 jaar lang te weinig geld ontvingen van de gemeente Zutphen voor het onderbrengen van leerlingen. De scholen en de gemeente zijn nu een nabetaling van ruim 1,4 miljoen euro overeengekomen. www.destentor.nl~geblunder-in-zutphen
Als laatste van AntroVista dan dit meest recente bericht dat momenteel bovenaan staat:
Nieuws

50 jaar Scorlewald

Vijftig jaar geleden werd door Carolien en Norbert Visser de grondslag gelegd voor het huidige sociaaltherapeutische instituut Scorlewald in Schoorl. Begonnen werd in de oude boerderij ‘De Arend’, waar Lena Struik al eerder de Bergense Vrije School was begonnen. De groep cliënten bestond aanvankelijk uit 9 jongens, waaronder de zoon Remko van het echtpaar Visser.

(Bijzonder detail: op St. Jansdag dit jaar overleed Remko, die de directe aanleiding tot het ontstaan van Scorlewald was.)

In de afgelopen vijftig jaar is het instituut uitgegroeid tot een bloeiende gemeenschap, een klein dorp met vele dependances in heel Noord-Holland. Het jubileum wordt gevierd met allerlei activiteiten, voordrachten en opvoeringen, waarvan een deel voor iedereen toegankelijk is.
www.scorlewald.nl
https://www.facebook.com/scorlewald
Bij Scorlewald zelf is hier uiteraard ook een bericht over te vinden.
Scorlewald viert 50 jarig jubileum. Kom naar het festival!

Dit jaar bestaat zorginstelling Scorlewald 50 jaar! Reden voor een mooi feest een leuke activiteiten in de periode van 29 september t/m 14 oktober.

Naast een aantal besloten festiviteiten is er op vrijdag 7 en zaterdag 8 oktober een festival op Scorlewald en haar buitenlocaties. Beide dagen zet Scorlewald tussen 10:00 en 15:00 uur haar deuren open voor publiek en is er voor jong en oud van alles te beleven.

Vrijdag 7 oktober zullen de werkplaatsen zich presenteren en kun je onder andere een penning slaan, rondleidingen krijgen, workshops volgen, tentoonstellingen bezoeken en zijn er lekkere biologische hapjes en drankjes. Zaterdag 8 oktober zullen de woonhuizen van Scorlewald zich presenteren en is er live muziek, theater en zullen mini restaurantjes zorgen voor heerlijke versnaperingen.

Er zal een paard en wagen zijn om het publiek ook te vervoeren naar de locaties buiten het terrein van Scorlewald. Ook de Hoftuin in Bergen heeft een zeer aantrekkelijk programma.

Komt dus op vrijdag 7 en zaterdag 8 oktober naar het Scorlewald Festival en laat je verrassen en verwennen. Bij de winkel Kardeis is een programma af te halen met een overzicht van alle activiteiten en een plattegrond. Er is beperkte parkeerruimte dus kom op de fiets als het kan!

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Friso Vonder, telefoon: 072-5099444 of via f.vonder@scorlewald.nl
We gaan door naar het volgende. Voorgaande keren liet ik hier iets volgen uit ‘De grote Rudolf Steiner Citatensite. Meer dan 1000 citaten en fragmenten uit het werk van de grote visionair, denker en hervormer Rudolf Steiner.’ Laat ik dat maar weer eens doen. Hoewel daar elke dag iets nieuws bijkomt (of iets eerders opnieuw wordt geplaatst), dus is het hier niet bij te benen. Vandaag is het dit:
De menselijke intelligentie zal steeds sterker de neiging vertonen het kwade uit te denken

Onze intelligentie gaat een bepaalde weg; tegenwoordig verkeren we nog sterk in een ontwikkeling van de intelligentie zoals de Grieken die hadden. Door onze intelligentie begrijpen wij dat wat aan de dood onderhevig is. Maar ook deze vorm van intelligentie die het dode begrijpt, verandert. In de komende eeuwen en millennia zal deze intelligentie iets totaal anders worden. Onze intelligentie heeft nu al een bepaalde aanleg. De mensheid zal terechtkomen in een ontwikkeling van de intelligentie waarin deze de neiging zal hebben alleen het onware, de dwaling, het bedrog te begrijpen, en alleen het kwade uit te denken.

De leerlingen van de esoterische scholen, en met name de ingewijden, wisten vanaf een bepaalde tijd dat de menselijke intelligentie een ontwikkeling naar het kwade doormaakt en dat het steeds moeilijker zal worden alleen door intelligentie het goede te herkennen. De mensheid verkeert nu nog in deze overgang. Wij zouden kunnen zeggen: het lukt de mens nog net, wanneer hij zijn intelligentie gebruikt en geen buitengewoon wilde instincten in zich heeft, enigszins naar het licht van het goede op te zien. Maar deze menselijke intelligentie zal steeds sterker de neiging vertonen, het kwade uit te denken, het kwade in te voegen in het morele en in het kennen, de dwaling.

Dat was een van de redenen waarom de ingewijden zich de mannen van zorg noemden, omdat de ontwikkeling van de mensheid in de eenzijdigheid, zoals ik die zojuist uiteengezet heb, inderdaad zorgen baart; zorgen juist om de ontwikkeling van de intelligentie. Het is tenslotte niet voor niets dat de intelligentie de moderne mens zozeer met trots en hoogmoed vervult. Dat is, zo zou ik het willen noemen, een voorproefje voor het kwaad-worden van de intelligentie in de vijfde na-Atlantische periode, waarin wij nog maar aan het begin staan. Wanneer de mens niets anders zou ontwikkelen dan zijn intelligentie, dan zou hij op aarde een boos wezen worden. Wanneer wij vertrouwen willen hebben in de toekomst van de mensheid en deze toekomst als een vruchtbare toekomst willen zien, dan mogen wij niet vertrouwen op de eenzijdige ontwikkeling van de intelligentie. In de Egyptisch-Chaldeeuwse tijd was deze intelligentie nog iets goeds, maar daarna is zij tot iets geworden dat verwant is met de krachten van de dood. Deze intelligentie zal een verbinding aangaan met de krachten van bedrog, van dwaling en van het boze. Hierover zou de mensheid zich vooral geen illusies moeten maken. We moeten er in alle openheid rekening mee houden dat we ons moeten beschermen tegen de eenzijdige ontwikkeling van de intelligentie. Niet voor niets zal er juist door de antroposofisch georiënteerde geesteswetenschap iets anders kunnen komen: namelijk het opnemen van dat wat door een vernieuwd schouwen uit de geestelijke wereld kan worden verworven, wat niet door intelligentie begrepen kan worden maar pas begrepen kan worden wanneer men accepteert wat de wetenschap van de inwijding door middel van het schouwen uit de geestelijke wereld haalt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 296 – Die Erziehungsfrage als soziale Frage – Dornach, 16 augustus 1919 (bladzijde 89-90)

Overgenomen uit het boek Opvoeden en onderwijzen als sociale opgave (bladzijde 101-102). Vertaling John Hogervorst en Hanneke Nelemans.

Eerder geplaatst op 9 november 2014
Deze is ook mooi:
Wat het oog ziet, is van groot gewicht

Veel mensen geloven dat het materialisme van onze moderne tijd voortkomt uit het feit dat zo veel materialistische geschriften gelezen worden. Maar de occultist weet dat dit slechts een geringe invloed heeft. Wat het oog ziet, is van veel groter gewicht, want het heeft invloed op processen in de ziel, die min of meer in het onbewuste verlopen. Dit heeft een bij uitstek praktisch belang. […] Waar in de uiterlijke vorm ziel is, daar stromen ook de zielenkrachten over op wie het ziet en bekijkt. […] De antroposofische opvoedkunst zal er opmerkzaam op maken dat wat het oog ziet, de mensen diep beïnvloedt. […] De geesteswetenschapper weet hoeveel ervan afhangt in wat voor vormenwereld de mens leeft. […]

Rondom het midden van de Middeleeuwen ontstond langs de Rijn die merkwaardige religieuze beweging die men de Duitse Mystiek noemt. Een ontzaglijke verdieping en verinnerlijking ging van de leidende geesten van de christelijke mystiek uit, van Meester Eckhart, Tauler, Suso, Ruysbroek en anderen, die men “papen” noemde. In de dertiende en veertiende eeuw had de naam “paap” nog niet de betekenis van tegenwoordig, het was nog iets eerbiedwaardigs. Men noemde de Rijn in die tijd de “grote papensteeg van Europa”. En weet u waar deze grote verdieping en verinnerlijking van het menselijk gemoed, deze vrome gevoelens, die een innige vereniging met de goddelijke wezenskrachten zochten, opgewekt zijn? Ze zijn opgewekt in de gotische kathedralen met hun spitse gewelven, pilaren en zuilen. Dat heeft deze zielen opgevoed. Zo sterk werkt het wat wordt gezien. Wat de mens ziet, wat in zijn ziel gegoten is vanuit zijn omgeving, dat wordt in hem een kracht. Daarnaar vormt hij zichzelf – tot in zijn volgende incarnatie. […]

Een bouwstijl wordt niet uitgevonden, hij wordt in een tijd geboren vanuit de grote gedachten van de ingewijden; zij laten hem instromen in de wereld. De bouwwerken ontstaan, ze werken op de mensen; de menselijke zielen nemen in zich iets op van de in deze vormen levende spirituele kracht. Dat wat de ziel opgenomen heeft door het aanschouwen van de bouwvormen – bijvoorbeeld de gotiek – dat treedt naar voren in de stemming van de zielen: innige zielen ontstaan, die naar het hogere opkijken. Een paar eeuwen geleden hebben mensen wat in de gotische stijl leefde, in zich opgenomen. En nu volgen we deze mensen enige eeuwen verder, die in de ziel de kracht van deze bouwkundige vormen opgenomen hebben – ze tonen nu in hun volgende incarnatie de uitdrukking van deze innerlijke gemoedstoestand in hun fysionomie, in hun gezichten. De zielen van de mensen hebben de gezichten gevormd. Zo ziet men waarom zulke kunsten beoefend worden. Ver, ver vooruit in de verre toekomst zien de ingewijden. Daarom vormen ze in een bepaalde tijd uiterlijke kunstvormen, architectonische stijlen in het groot. Zo wordt in de mensenzielen de kiem voor toekomstige mensheidstijdperken gelegd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 101 – Mythen und Sagen/Okkulte Zeichen und Symbole – Stuttgart, 14 september 1907 (bladzijde 158-160)

Eerder geplaatst op 7 september 2014
En deze dan:
Een bittere waarheid

De mensheid leeft nu in een vreselijke catastrofe. Als de mensheid er niet toe zal besluiten zich te voegen naar de hier bedoelde nieuwe spiritualiteit, dan zullen in steeds nieuwe perioden, misschien in heel korte tijd, deze catastrofen steeds weer terugkomen. Met de middelen die de mensheid al gekend heeft, voor deze ramp is uitgebroken, zal deze ramp en alle gevolgen nooit geheeld worden. […] En deze catastrofale tijd zal zo lang duren – hoewel ze ook tussendoor voor enige jaren overbrugd kan zijn, schijnbaar – tot de mensheid ze op de enige juiste wijze interpreteren, uitleggen zal, namelijk dat het een teken is dat de mensen zich moeten wenden naar de geest, die het puur fysieke leven doordringen moet. Dat zal tegenwoordig nog voor velen een bittere waarheid zijn, omdat het een ongemakkelijke waarheid is, maar het is een waarheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Ulm, 30 april 1918 (bladzijde 84)

Eerder geplaatst op 17 augustus 2014
Tot slot van deze selectie nog deze drie op rij:
Geesteswetenschap maakt iemand langzaam en geleidelijk tot een ander mens

Door de geesteswetenschap wordt het pas ernst met de menselijke kennis, en daarvoor schrikken de mensen terug. Ze zouden ook de spirituele wetenschap als iets willen hebben wat zo boven aan de oppervlakte van het bestaan kabbelt. Dat het de kern en essentie van de mens benadert, daarvoor zijn de mensen bevreesd. Daarom willen ze de bovenzinnelijke wetenschap niet accepteren. Zouden ze de geesteswetenschap aannemen, dat zou het met veel in het sociale leven, in het historische leven in de nabije toekomst anders moeten worden, dan zouden de mensen in het meest alledaagse leven anders moeten denken. En daar komt het op aan.

Daarom is het ook zo dat men de andere wetenschap opnemen kan, maar men blijft dezelfde het hele leven door, men wordt alleen rijker aan kennis. Geesteswetenschap moet men niet opnemen zonder dat het iemand verandert, en men kan het niet opnemen zonder dat het iemand verandert. Ze maakt iemand langzaam en geleidelijk tot een ander mens. Men moet geduld hebben, maar ze maakt iemand tot een ander mens, want ze appelleert aan geheel andere mensheidsopgaven, en ze appelleert aan heel wat anders in de menselijke natuur.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Heidenheim, 29 april 1918 (bladzijde 56-57)

Eerder geplaatst op 11 augustus 2014

De overledenen zijn niet opgehouden er te zijn, slechts onze ogen zijn opgehouden ze te zien

Er is niets belangrijker voor het leven, ook zelfs voor het materiële leven, als grondige (Duits: durchgreifende) overtuigingen van het samenzijn met het geestelijke te kunnen hebben. Zouden de mensen de laatste tijd niet de samenhang met de geestelijke wereld zo zeer verloren hebben, dan zouden de zware tijden van tegenwoordig niet gekomen zijn. Deze diepere samenhang zien maar heel weinig mensen tegenwoordig in; in de toekomst zal het wel ingezien worden.

Tegenwoordig gelooft men: Als de mens door de poort van de dood gegaan is, houdt zijn activiteit met betrekking tot de fysieke wereld op. Nee, die houdt niet op. Een voortdurend levendig verkeer vindt plaats tussen de zogenaamde doden en de zogenaamde levenden. En we kunnen zeggen: Degenen die door de poort van de dood zijn gegaan, ze zijn niet opgehouden er te zijn, slechts onze ogen zijn opgehouden ze te zien; maar ze zijn er. Onze gedachten, onze gevoelens, onze wilsimpulsen, ze staan met hen in verbinding. Want juist ook voor de doden geldt het Evangeliewoord: ‘Zoek ze niet in uiterlijke gebaren, het rijk van de geest is midden onder u.’

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Neurenberg, 10 februari 1918 (bladzijde 56-57)

Eerder geplaatst op 10 augustus 2014

Een reuzenstap voorwaarts

Met ons gevoels- en wilsleven zijn wij geheel niet gescheiden van de doden. Hetgeen wat zich aan onze blik onttrekt, dat is alleen uit onze voorstelling en uit onze zintuiglijke waarnemingen verdwenen. Het zal een reusachtige stap voorwaarts in de ontwikkeling van het mensengeslacht op aarde betekenen, voor het deel van de levensloop op aarde dat dit mensengeslacht nog te doorleven heeft, als de mensen het bewustzijn hier in zich zullen opnemen: In hun gevoelsimpulsen, in hun wilsimpulsen zijn ze één met de doden! – De dood kan ons uiteindelijk alleen van de fysieke waarneming van de doden beroven. Maar we kunnen niets voelen, zonder dat in de sfeer waarin we voelen, de doden aanwezig zijn, niets willen, zonder dat in de sfeer waarin we willen, de doden eveneens aanwezig zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Bern, 29 november 1917 (bladzijde 20)

Eerder geplaatst op 4 augustus 2014
Goed, wat nu? De Christengemeenschap. Die meldt op zijn website onder ‘Nieuws’.
Overlijdensbericht heer Schroeder
Gepubliceerd op 29 september 2016

Op zaterdag 17 september 2016 is in een verzorgingshuis in Stuttgart overleden
Hans-Werner Schroeder
* 24 augustus 1931 (Frankfurt a.d. Oder)
geestelijke met emeritaat en oud-bewindsdrager van de Christengemeenschap

Hans-Werner Schroeder ontving op 12 maart 1955 in Stuttgart de priesterwijding. Hij begon als gemeentegeestelijke in Berlijn en maakte van 1968 tot 2000 deel uit van de leiding van het priesterseminarie in Stuttgart. Van 1979 tot zijn emeritering in 2000 was hij lid van de Kring van Zeven, het centrale leidingsorgaan van de internationale priesterkring.

Hans-Werner Schroeder schreef o.a. de volgende boeken:

• Gebed en meditatie (1977)
• Mensch und Engel (1979)
• Vom Erleben der Menschenweihehandlung (1981)
• Das christliche Bekenntnis – ein Übungsweg (1982)
• De hemelse hiërarchieën (1983)
• Der Mensch und das Böse (1984)
• Drieëenheid en drievuldigheid (1990)
• Das Evangelium in Jahreslauf (1992)
• Der kosmische Christus (1995)
• Over de wederkomst van Christus (2000)
• Die Christengemeinschaft ‒ Entstehung - Entwicklung - Zielsetzung (2001)
• Leven met Christus (2003)
• Friedrich Benesch ‒ Leben und Werk (2007)
• Over de epistels in de mensenwijdingsdienst (2009)

Geplaatst in Buitenland
Er is ook een
Digitale Nieuwsbrief september 2016
Gepubliceerd op 29 september 2016

Digitale Nieuwsbrief september 2016
 Daarin vinden we dit nieuws op bladzijde 2:
Internationale Pinksterconferentie 2017 in Den Bosch

De Internationale Pinksterconferentie vindt volgend jaar definitief plaats in Den Bosch, van 2 tot 6 juni 2017. De oorspronkelijke plaats van samenkomst zou Ahoy zijn in Rotterdam. Toen voor de zomer bleek dat Ahoy tegelijkertijd plaats zou bieden aan een groot dance festival, The Flying Dutch, besloot het organisatiecomité dat dit niet samenging met onze conferentie en is men op zoek gegaan naar een nieuwe locatie.

Voor zo’n grote conferentie, waar we vijftienhonderd tot tweeduizend mensen van de Christengemeenschap uit de hele wereld verwachten, is het kort dag als je krap een jaar van tevoren nog naar een nieuwe plek moet uitzien. Gelukkig is dat goed afgelopen en zijn we met onze conferentie welkom in Den Bosch, in congrescentrum 1931.

Programma

Onder de handen van de Programmagroep krijgt het programma steeds meer vorm. Als plenaire sprekers staan o.a. op het programma:
* Otto Scharmer – Grondlegger van het presencing institute, bekend van zijn Theorie U, Leiden vanuit de toekomst – Van ego-systeem naar eco-systeem;
* Bastiaan Baan – Behoeft in Nederland weinig introductie, sinds vorig jaar seminarieleider in Spring Valley;
* Constanza Kaliks – namens de Vorstand van de Algemene Antroposofische Vereniging

Aanmelden via de website

De viertalige website httpp://www.whitsunconference2017.org wordt nu snel gevuld met meer informatie. Via deze website kunt u zich binnenkort ook aanmelden voor de conferentie en de jongerenconferentie, kinderen kunnen aangemeld worden voor het jeugdkamp op Berka (10-14 jaar).

Toegangsprijzen en steunacties

De toegangsprijzen voor de conferentie en voor de jongerenconferentie worden binnenkort en op de website gepubliceerd, Het zal ook mogelijk zijn om een deel van de conferentie bij te wonen. Het organisatiecomité doet een beroep op iedere gemeente om intern een fondsje te vormen waar gemeenteleden kunnen doneren om deelname mogelijk te maken voor gemeenteleden die de toegangsprijs niet kunnen opbrengen. Misschien heeft uw gemeente, of uw gemeentegeestelijke, contacten met een verafgelegen of pioniersgemeente in het buitenland en kunt u het financieel mogelijk maken dat enkele leden uit zo’n gemeente de conferentie kunnen bezoeken.
De genoemde website is deze.
Spelen met vuur
Internationale Pinksterconferentie 2017 van de Christengemeenschap
2-6 juni 2017
1931 Congrescentrum,
’s-Hertogenbosch, Nederland
Een conferentie met sprekers, activiteiten, workshops, programma en diverse evenementen.
Daar staat dit ook:
Een nieuwe locatie voor de conferentie

Zoals bekend zou de Pinksterconferentie worden gehouden in Ahoy te Rotterdam. In mei 2016 werd bekend dat Ahoy gelijktijdig met de Pinksterconferentie in 2017 een groot dansfeest gaat organiseren, Flying Dutch. Dit betekende voor ons niet alleen veel geluidsoverlast, maar ook zouden we het buitenterrein en de campingplek in het Zuiderpark niet meer kunnen gebruiken. Met het verwachte aantal van 20.000 tot 30.000 bezoekers van het dansfeest zou onze conferentie ook in het niet vallen. Reden voor ons om de overeenkomst met Ahoy te beëindigen en een nieuwe locatie op te zoeken. Deze hebben we inmiddels in Den Bosch gevonden en we hopen binnenkort het contract met het nieuwe conferentiecentrum te kunnen ondertekenen. Zodra dit gebeurd is verschijnt de nieuwe informatie op de website. Deze gebeurtenissen hebben met name ook de verdere ontwikkeling van de website en de registratie vertraagd. Uiteraard gaat de conferentie gewoon door en we zijn als organisatie enthousiast met de voorbereiding daarvan aan het werk. Houdt u dus de nieuwsrubriek in de gaten.
Terug op de eigen website is dit ook interessant:
Internationaal

Een speciale relatie heeft Nederland met Zuid-Amerika, o.a. door het Latijns-Amerikaans hulpfonds. Als voorbeeld noemen we in Argentinië de biologisch-dynamische boerderij “La Choza”, (130 ha), 60 km van Buenos Aires. Deze boerderij ligt in een regio waar 70% van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Op dit terrein woont Maarten de Gans, geestelijke in de Christengemeenschap. Er wordt daar sociaalpedagogisch werk verricht. Het Latijns-Amerikaans Hulpfonds geeft steun aan het werk van de Christengemeenschap ter plaatse en op het hele subcontinent. Er is op “La Choza” onlangs een cultusruimte en woonruimte voor de geestelijke afgebouwd. Boven ziet u een viertal foto’s.

Behalve in onze eigen regio – of zoals dat in de Christengemeenschap wordt aangeduid het bewindsgebied Nederland-Vlaanderen – is de Christengemeenschap inmiddels aanwezig op alle continenten. Het grootste aantal regio’s met een eigen website vindt men in Europa. Buiten Europa vormen vaak hele continenten een regio. Naast de website van de regio zijn daar in de meeste gevallen ook de eigen websites van de gemeenten.

Hieronder vindt men de links naar de verschillende continenten. Via de internationale website kan men zien welke nieuwe regio’s of soms alleen gemeenten er bij komen. Mocht u op zoek zijn naar bijv. adressen van gemeenten van de Christengemeenschap in Europa of daarbuiten, dan kunt u deze via de onderstaande links terugvinden. Daarnaast kan men natuurlijk op de hoogte blijven van ontwikkelingen elders in de Christengemeenschap. Vrijwel iedere regio en daarbinnen iedere gemeente heeft zijn eigen nieuwsbrief met bijv. een overzicht van activiteiten, tijden wanneer de mensenwijdingsdienst plaatsvindt etc.

1. Europa
2. Noord-Amerika
3. Zuid-Amerika
4. Zuid-Afrika
5. Australië-Nieuw-Zeeland
6. Japan
7. Internationaal
Over grote internationale conferenties gesproken. Dit is er een in Antwerpen, op vrijeschoolbeweging.nl aangekondigd. De hoofd- en ondertitel ontbreekt echter: Lichtbaken 19017-2017. Rudolf Steiners trinitaire denken: inspiratie voor nu en morgen.
Nieuw licht op mens en samenleving

24 februari 2017 @ 19:30 - 26 februari 2017 @ 12:30

€ 125

Voor het eerst sinds héél lang wordt er in België opnieuw een internationale conferentie georganiseerd in verband met steinerpedagogie en antroposofie. Het was in 1917 dat Rudolf Steiner, na decennia van onderzoek, voor het eerst de drieledige constitutie van de mens beschreef (als bijlage bij zijn boek Von Seelenrätseln). Tevens was het in 1917 dat Steiner in de twee Memoranda die hij schreef naar aanleiding van het oorlogsgebeuren, voor het eerst gewag maakte van de sociale driegeleding. Tot slot was 1917 ook een belangrijk jaar waarin het werk aan de Mensheidsrepresentant begon.

Nu, 100 jaar later, willen de organisatoren van deze conferentie de impulsen van 1917 opnieuw oppakken en onderzoeken wat daarmee in de 21ste eeuw nog kan worden gedaan. Daartoe hebben zij eminente sprekers en werkgroepleiders uit binnen- en buitenland uitgenodigd.

De conferentie vindt plaats van 24 tot 26 februari 2017 in de school van de Volkstraat in Antwerpen. De vier hoofdvoordrachten zijn:

– ‘Het jaar 1917 in het leven en werk van Rudolf Steiner’ (Peter Selg)
– ‘De opvatting van de driegelede mens. De weg van Rudolf Steiner naar de publicatie hiervan in 1917’ (Tomáš Zdražil) zie zijn artikel ‘Moed-krachten en steinerpedagogie’.
– ‘De wereldsituatie van 1917 tot vandaag en de geboorte van de idee van de driegeleding van het sociale organisme’ (Albert Schmelzer)
– ‘De wording van de moderne mens in het spanningsveld van extremen. Rudolf Steiners werk aan de sculptuur van de Mensheidsrepresentant in de Eerste Wereldoorlog’ (Roland Halfen)

De voordrachten worden in het Duits gehouden maar consecutief naar het Nederlands vertaald. Elke deelnemer kan vier werkgroepen volgen – er is keuze uit twintig thema’s.

Voor snelle inschrijvers is er een voordeeltarief: 125 euro. Na 15 november betaalt men 145 euro voor de conferentie, inclusief twee maaltijden op zaterdag. Inschrijvingen gebeuren via het formulier op de website.

• organisatie: Antroposofische Vereniging in België
• contact: lichtbaken1917-2017@antroposofie.be
• contactpersonen: Werner Govaerts, Wilbert Lambrechts, Hilde Maas, Eliane Schuytjens
• meer info: www.lichtbaken1917-2017.be
Op de originele website is ook een eerdere, vertaalde voordracht van Peter Selg te vinden: Een licht in de duisternis van Europa. Zeer de moeite waard.
En dan ook dit nog. Op 3 oktober fulmineerde Hugo Verbrugh op zijn weblog op De Ster Online tegen een opinieartikel die dag in ‘zijn krant’.
Een waarschuwende bijsluiter bij NRC Handelsblad van 3 oktober 2016

Het gaat niet goed in de geneeskunde. Elke dag verschijnen wel berichten en commentaren die dat documenteren en illustreren. Soms verschijnt iets dat bovendien aantoont waardoor het niet goed gaat. Gisteren gebeurde zoiets in, of all places, het kwaliteitsdagblad NRC Handelsblad. Onder de titel ‘Homeopathie is veilig, het geloof erin gevaarlijk’ debiteerde Maarten Boudry (1984, Vlaams filosoof, professor in Gent) de zoveelste versie van het dertien-in-een-dozijn sleetse riedeltje over homeopathie.

‘Niets is onschadelijker dan een suikerbolletje of een paar druppels water, kundig geschud in een homeopathische fabriek’, schrijft hij [dat intussen steeds beter wordt aangetoond dat suiker wel degelijk schadelijk kan zijn, is hem kennelijk niet bekend]. ‘Een homeopathisch medicijn bevat geen enkele werkzame stof, dankzij de absurde verdunningsgraad [lang niet alle homeopathische preparaten zijn ‘absurd verdund’; de schier weergaloze zelfverzekerdheid van de auteur wordt slechts overtroffen door zijn onwetendheid en zijn povere argumentatie], en is daarom vrij van bijwerkingen.’ [dit is logisch-filosofisch een lege bewering; als een middel geen werking kan hebben, heeft dat ook geen bijwerkingen]

Dan gaat onze filosofische deskundige op de sarcastische toer: ‘Wat een verschil met reguliere geneesmiddelen!’ [zou hij ooit gehoord hebben van de intense volksverlakkerij inzake antidepressiva die aangetoond geen enkele werking hadden tegen depressie, maar wel ernstige bijwerkingen, waardoor de patiënten op grond van desinformatie op de bijsluiter gingen geloven dat ze een werkzaam middel kregen?] ‘Zullen we dan maar allemaal geschud water slikken, en ondertussen de Vereniging tegen de Kwakzalverij verbieden, in de hoop dat we het binnenkort allemaal gaan geloven ook? Wie wil immers niet van de weldaden van het placebo-effect genieten? Maar de illusie van homeopathie is minder onschuldig dan ze lijkt.’

En dan komt iets dat bedoeld lijkt als serieuze argumentatie. ‘De ene illusie volgt naadloos uit de andere. Idem voor de patiënt. De positieve ervaring met het ene suikerbolletje sterkt het vertrouwen in het andere. Homeopathie is niet schadelijk door wat erin zit, maar door het geloof dat wat erin zit, echt werkt. … Je kunt je geloof in homeopathie niet naar believen in- en uitschakelen, afhankelijk van de voor- en nadelen.’

De onwetendheid van de auteur is fabuleus. Homeopathie is in de wereld gekomen als laatste aflevering van een van de belangrijkste filosofische stellingen uit de geschiedenis: de zogeheten signatuurleer. Wie geleerd heeft goed te kijken, ziet overal in de natuur en de mens ‘tekenen’, signa, meervoud van signum. De Franse filosoof Michel Foucault (1926-1984) heeft er een geweldig boek over geschreven. ‘Les mots et les choses (1966): ‘De woorden en de dingen’.

Die tekenen wijzen op overeenkomsten. Zo ziet de geschoolde arts in veel ziekten ‘tekenen’ die hij herkent van zogenoemde geneeskrachtige planten. Op grond daarvan meent hij dat extracten van die planten zouden kunnen helpen tegen die ziekten.

Of dat helemaal echt waar is, kan ter discussie gesteld worden. Niet ter discussie staat, dat (1) die signatuurleer serieuze filosofie is, en (2) heel wat ziekten vanzelf overgaan zodat ‘voorzichtig niets doen’ de beste ‘remedie’ is, en dat (3) inzicht in [en dat is iets anders dan geloof aan] het ziekteproces en in alles wat daarmee te maken heeft, de ‘remedie’ kan verstevigen.

Dat is een rationele uitleg van hoe het komt dat nu al ruim twee eeuwen lang generaties homeopaten wereldwijd succesvolle artsen zijn. Het is ontmoedigend om te moeten lezen hoe een nitwit van zulk formaat als deze Gentse filosoof aan mijn krant zulke wartaal kan slijten. Ik daag Boudry uit voor een openbaar debat over de quatsch waarmee hij onze kwaliteitskrant heeft opgezadeld. Dit stukje is een bijsluiter voor bij NRC Handelsblad van vandaag, 3 oktober 2016: ‘Pas op! De krant van vandaag bevat een groot artikel met levensgevaarlijke onzin van een zogenaamd deskundige filosoof’.

Hugo Verbrugh
Ja, wat nu nog? Is dit al voldoende? Of moet er meer komen? Het internationale nieuws heb ik nog niet eens aangeraakt... ik kan het dus niet hierbij laten, hoeveel doorzettingsvermogen het ook van de lezer vergt. Zoals dit nieuws, dat moet nog echt even:
Personelle Veränderungen in der Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie

Nach 21 Jahren wird Rüdiger Grimm seine Mitarbeit als Sekretär der Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie für Heilpädagogik und Sozialtherapie zum 31. Dezember 2016 beenden. Als neue Leiter der Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie und ihres Sekretariats wurden Jan Göschel, Bart Vanmechelen und Sonja Zausch berufen.

Dr. phil. Jan Göschel, geb. 1974 ist langjähriger Mitarbeiter der Camphill Gemeinschaft Beaver Run in den USA und Leiter der Camphill-Academy, einem Zusammenschluss der Ausbildungsstätten für Heilpädagogik und Sozialtherapie in Nordamerika. Nach seinem Studium der Psychologie und Waldorfpädagogik in Edinburgh und einem Sonderpädagogik-Studium in den USA wurde der gebürtige Deutsche in der Camphill Bewegung in Amerika tätig. Er ist langjähriges Mitglied im Internationalen Ausbildungskreis und Ausbildungsrat der Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie.

Bart Vanmechelen, geb. 1963, ist Direktor von «De Speelhoeve», einer Einrichtung für schwermehrfach behinderte Kinder in Belgien, die er seit mehr als zwanzig Jahren leitet. Er hat Psychologie in Belgien und Organisationsentwicklung in England studiert und ist seit vielen Jahren in der Anthroposophischen Bewegung und der Freien Hochschule für Geisteswissenschaft engagiert. Besonders hat er sich aktiv an der «Goetheanum Meditation Initiative» beteiligt. Bart Vanmechelen ist Generalsekretär der Belgischen Landesgesellschaft.

Sonja Zausch, geb. 1968, hat nach Ausbildungen als Bäckerin, Tänzerin und Eurythmistin und Jahren der beruflichen Arbeit im Bereich Tanz und Eurythmie den Weg in die Heilpädagogik und Sozialtherapie gefunden. Sie arbeitet an der «Emil Molt Akademie» in Berlin, einer Ausbildungsstätte u.a. für anthroposophisch orientierte Sozialassistenz und Heilerziehungspflege. Im Rahmen eines Masterstudiums an der Alanus Hochschule Alfter hat sie über Gruppeneurythmie in der Erwachsenenbildung gearbeitet. Ihr Interesse gilt insbesondere nonverbalen, in Bewegung stattfindenden Kommunikationsprozessen. Im deutschen Bundesverband anthroposophisches Sozialwesen «Anthropoi Bundesverband» ist sie Koordinatorin für den Fachbereich Berufliche Bildung und Mitglied des Bildungsrates.

Jan Göschel wird mit 50 Stellenprozenten, Bart Vanmechelen und Sonja Zausch werden mit jeweils ca. 20 Stellenprozenten mitarbeiten.

Die Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie ist das internationale Forum der Zusammenarbeit der anthroposophischen Heilpädagogik und Sozialtherapie, ihrer Verbände und Einrichtungen. Als runder Tisch führt sie Vertreterinnen und Vertreter aus fast 50 Ländern zusammen. Sie ist Teil der Medizinischen Sektion der Freien Hochschule Goetheanum. Die Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie unterhält ein Sekretariat in Dornach, das für die Koordination der internationalen Zusammenarbeit zuständig ist. Ihr Rechtsträger ist der gemeinnützige Verein «Fonds für Heilpädagogik und Sozialtherapie» mit Sitz in Dornach. Die Verabschiedung von Rüdiger Grimm und die Übergabe an die neuen Leitungspersonen findet bereits anlässlich der Internationalen Tagung für Heilpädagogik und Sozialtherapie «… und werdend mich ins Dasein prägen. Das Ich in Leib und Welt», sowie der Klausurtagung der Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie im Oktober 2016 am Goetheanum Dornach statt.

www.khsdornach.org

Impressum: Konferenz für Heilpädagogik und Sozialtherapie, Ruchti-Weg 9, 4143 Dornach, Schweiz, khs@khsdornach.org, www.khsdornach.org
Wat ik echter hier alleen kan noemen, zijn de ontwerpen die Christian Clement elke keer op zijn website onder de noemer SKA-BLOG plaatst. Het gaat natuurlijk hierom, dat weet iedereen ondertussen wel:
Seit Herbst 2013 kommt beim Stuttgarter Wissenschaftsverlag frommann-holzboog die erste textkritische Ausgabe der Schriften Rudolf Steiners (SKA) heraus. Diese legt die Grundlagentexte der anthroposophischen Geisteswissenschaft zum ersten Mal in textkritischer Edition vor.

Steiners zentrale Schriften zwischen 1884 und 1910 werden in ihrer Textentwicklung durch die verschiedenen Neubearbeitungen hindurch verfolgt, im Rahmen von Steiners intellektueller Biographie kontextualisiert und hinsichtlich ihrer Quellen und Bezüge umfassend transparent gemacht. So wird ein neuer Editionsstandard für das geschriebene Werk Steiners gesetzt, welcher der wissenschaftlichen Auseinandersetzung mit der Anthroposophie eine bisher nicht vorhandene textuelle Grundlage schafft.
Maar nu die weblog dus.
Entwurf zu einer Einleitung in Rudolf Steiners “Geheimwissenschaft”

July 11, 2016

I. Rudolf Steiners Kosmogonie im Kontext religiöser, naturwissenschaftlicher und philosophischer Ursprungstheorien


Der idealistische Hintergrund der Kosmogonie Rudolf Steiners (Entwurf)

September 29, 2016

(Abschnitt II einer Einleitung zu SKA 8: Rudolf Steiners Schriften über Welt- und Menschheitsentwicklung: “Aus der Akasha-Chronik” und “Die Geheimwissenschaft im Umriss”)


Der theosophische Hintergrund der Kosmogonie Rudolf Steiners

October 8, 2016
Zo, dan heb ik dat in ieder geval ook even genoemd. En eigenlijk hoort Lorenzo Ravagli hier ook bij. Ik had hem een hele tijd gevolgd, voor het laatst op 25 november 2014 in Waagstuk: 
Op 8 november publiceerde hij ‘1963 – Das Ende einer Ära’ in zijn serie over de geschiedenis van de Algemene Antroposofische Vereniging
Sindsdien heb ik zijn serie laten schieten. Enerzijds werd het gewoon teveel, anderzijds had hij zelf begrijpelijkerwijs liever dat men zijn teksten op zijn eigen website ging lezen. Er is intussen heel veel bijgekomen. En ook dat moet ik eens documenteren. Dus hierbij.
1963

1963 ging die lange Ära zu Ende, in der Albert Steffen maßgeblich die Geschicke der Anthroposophischen Gesellschaft bestimmt hatte. Über die Dauer dieser Ära kann man geteilter Meinung sein. [1963 | Das Ende einer Ära | Mehr ...]

1964

1964, im Jahr der Gründung der PLO, der Unterzeichnung des Bürgerrechtsgesetzes zur Aufhebung der Rassentrennung durch Lyndon B. Johnson – der die Nachfolge des am 2. November 1963 ermordeten Präsidenten John F. Kennedy angetreten hatte – und der Tonkin-Resolution, die den Eintritt der USA in den Vietnamkrieg vorbereitete, bahnte sich auch in der Führung der Anthroposophischen Gesellschaft ein Politikwechsel an. [1964 | Die Größe eines Wagnisses | Mehr ...]

1965

Dass die Aktivitäten der Haußer-Stiftung zumindest für Rudolf Grosse ein maßgeblicher Grund waren, sich mit der »Bücherfrage« zu beschäftigen – die sich bei ihm ab 1965 nachgerade zum beherrschenden Thema entwickelt zu haben scheint –, geht aus einem langen Brief hervor, den er Ende März 1965 an seinen Vorstandskollegen Herbert Witzenmann schrieb, der zu dieser Zeit nach einem leichten Herzinfarkt mit einer Lungenentzündung in einem Pforzheimer Krankenhaus lag. [1965 | Die Bücher Rudolf Steiners gehören ins Goetheanum | Mehr ...]

1966

Die »Erklärung« des Vorstandes zur Bücherfrage im Jahr 1965 erklärte oder klärte gar nichts, vielmehr war die durch sie hervorgerufene Verwirrung beträchtlich. Auch in den folgenden Jahren rangen unterschiedliche Positionen miteinander. Der Vorstand selbst war in dieser Frage gespalten. [1966 | Der Vorstand als spirituelle Emanation des Geisteslehrers | Mehr ...]

1967

Mitte der 1960er Jahre beschäftigte sich die anthroposophische Bewegung nicht nur mit der »Bücherfrage«. Im letzten Drittel des 20. Jahrhunderts nahm diese Bewegung einen bedeutenden Aufschwung. Dieser Aufschwung war auch durch die gesamtgesellschaftliche Entwicklung bedingt, durch die anthroposophische Kernthemen wie Menschenrechte, Emanzipation, Ökologie, ganzheitliche Heilweisen und Spiritualität auf die politische und kulturelle Tagesordnung gesetzt wurden. [1967 | Die Weihnachtstagung als ewige Aufgabe | Mehr ...]

1968

Am 14. Januar 1968 erschien im »Nachrichtenblatt« der Anthroposophischen Gesellschaft folgende Mitteilung: »Der Bücherverkauf am Goetheanum wird in Zukunft auch die durch die Nachlassverwaltung herausgegebenen Werke Rudolf Steiners in den Verkauf aufnehmen. Dieser Beschluss beendet einen seit vielen Jahren bestehenden, den Mitgliedern in seiner Verursachung bekannten Zustand. Dadurch werden Kräfte frei, die für die Weiterentwicklung der Anthroposophischen Gesellschaft und ganz besonders für die Verwirklichung der Hochschule eingesetzt werden können. [1968 | Ein Tag von weltgeschichtlich negativer Bedeutung | Mehr ...]

1968

Durch seinen Brief an den Vorstand vom 30. Januar 1968, in dem Witzenmann mitteilte, er könne »vorläufig« nicht mehr an dessen »Beschlüssen mitwirken und für diese keine Mitverantwortung« mehr »übernehmen«, hatte er sich eigentlich bereits aus diesem Gremium verabschiedet. Um so erstaunlicher ist es, dass es bis zum März 1974, also volle sechs Jahre, dauerte, bis eine endgültige Formel gefunden wurde, die diese Tatsache offiziell zum Ausdruck brachte. Es waren sechs quälende Jahre für alle Beteiligten, für die ganze Gesellschaft. [Anrufung der Toten, Aufruf an die Lebenden ...]

1969

Dass die Mitglieder der Anthroposophischen Gesellschaft nicht nur mit der Selbstdestruktion beschäftigt, sondern auch zu bedeutenden sozialen Leistungen imstande waren, zeigt ein Ereignis, das zu den deprimierenden Szenen der Generalversammlungen einen erfreulichen Kontrast bildet: die Gründung des Gemeinschaftskrankenhauses Herdecke durch Gerhard Kienle (1923-1983), das im November 1969 eröffnet wurde. [One giant leap ...]

1970

Im Jahr der US-Invasion in Kambodscha, der Gründung der RAF und des Arbeiteraufstandes in Polen, begann der Vorstandskonflikt der anthroposophischen Gesellschaft aus seiner Latenzphase zu erwachen, in die er im vorangegangenen Jahr eingetreten war. Aus der Sicht des übrigen Vorstandes war es nur konsequent, einem Mitglied, das an seinen Sitzungen nicht mehr teilnahm und dessen Gesamtverantwortung nicht teilen wollte, jene Funktionen zu entziehen, die es für die Gesellschaft und die Hochschule ausübte. [Getrübte Euphorie ...]

1971

Wie nicht anders zu erwarten, wurde die Generalversammlung der Anthroposophischen Gesellschaft am Karsamstag, dem 10. April 1971, zum Schauplatz des nicht länger zu ignorierenden Konfliktes um die künftige Rolle Herbert Witzenmanns. [Der Staub von zwanzig Jahren]

1972

Im Jahr 1972 steuerte der Vorstandskonflikt in der Anthroposophischen Gesellschaft auf einen Höhepunkt zu. Herbert Witzenmann war nicht gewillt, seine »Funktionen in Vorstand und Hochschule als ruhend zu betrachten«. [Auszug aus Ägypten]

1972

Nach dem dramatischen Höhepunkt des zweiten Verhandlungstages, dem Auszug Herbert Witzenmanns und eines Teiles der Mitglieder aus dem großen Saal des Goetheanum, verlief auch der dritte Tag der denkwürdigen Generalversammlung nach dem Muster eines kathartischen Prozesses, der zwischen Selbsterhöhung und Selbsterniedrigung, zwischen Erfolgserzählungen und Selbstzerfleischung hin und her schwankte ... [Dem Gewissen kann man keinen Zwang antun ...]

1972

Der vierte und letzte Verhandlungstag der Generalversammlung 1972, der auf Rudolf Steiners Todestag fiel (30. März 1925), stand im Zeichen der Abrechnung mit dem dissidenten Vorstandsmitglied Herbert Witzenmann und seinen Getreuen. [Es ist eine grenzenlose Qual gewesen ...]

1973

Will man erfahren, was die anthroposophische Gesellschaft und Bewegung in einem bestimmten Zeitraum beschäftigt, bieten sich die Mitgliederversammlungen an, die mindestens einmal im Jahr in der Regel zur Osterzeit stattfinden, und es dem neugierigen Auge des Historikers erlauben, durch die Berichte und aufgeworfenen Fragestellungen teilweise intimen Einblick in den Mikrokosmos dieser Weltanschauungsgemeinschaft, ihre Stimmungslage und ihr Selbstverständnis zu gewinnen. [Großkampf der Widersachermächte ...]

1973

Wie vielfältig und sozial folgenreich die Aktivitäten der »tätigen« Mitglieder der Gesellschaft waren, die laut Grosse oft mehrere Arbeitsfelder zu »beackern« hatten, geht aus den Berichten solcher Mitglieder am 19. und 21. April 1973 während der Generalversammlung hervor. [Die Anthroposophische Gesellschaft als Geistorgan der Menschheit ...]

1973

Auch in der Ansprache von Hagen Biesantz am Karsamstag, dem 21. April finden sich einige Versuche, das Bewusstsein der anthroposophischen Identität zu bestimmen. [Mysterienstätten und die Sehnsucht nach dem Geist ...]

1973

Das Epos von der anthroposophischen Weltbewährung war mit all diesen Erzählungen noch keineswegs an sein Ende gekommen. Am Nachmittag des Karsamstags stellten die drei Professoren Bernhard C.J. Lievegoed, Oskar Borgman Hansen und Emile Rinck die Lage der Dinge in Holland, Dänemark und Frankreich dar. [Mutter, Töchter und der Kampf am Jahrhundertende ...]

1974

Aufgrund einer merkwürdigen zeitlichen Koinzidenz wurden die beiden führenden Weltmächte des Kalten Krieges im Jahr 1974 von Enthüllungen heimgesucht, die den Glauben an die ihnen zugrundeliegenden Ideologien schwerwiegend erschütterten. [Die Opferhandlung Rudolf Steiners ...]

1974

All die religiösen Topoi, die Rudolf Grosse in seiner Eröffnungsrede zur Generalversammlung 1974 angeschlagen hatte, wurden in der folgenden Ansprache von Friedrich Hiebel, der stellvertretend für den Gesamtvorstand aus der allgemein-anthroposophischen Sektion der Hochschule berichtete, aufgegriffen, wenn nicht sogar gesteigert. [Der Ruf aus der Geisteswelt ...]

1974

Einblick in die globalen Aktivitäten der anthroposophischen Bewegung vermitteln auch für das Jahr 1974 die Länder- und Sektionsberichte der Generalversammlung. Sowohl in Großbritannien als auch in den USA stand ein Führungswechsel bevor. [Der Untergang des Abendlandes ...]

1974

1974 musste sich die Generalversammlung seit längerem wieder einmal mit Anträgen aus der Mitgliedschaft befassen, die sich interessanterweise beide auf das Selbstverständnis der Gesellschaft als soziale Körperschaft bezogen. [»Ohne Angabe von Gründen« ...]

1974

Aufschlussreich sind die Berichte, die am Abend des 7. April 1974 aus verschiedenen Ländern und der medizinischen Sektion gegeben wurden. Sie bezeugen, dass die anthroposophische Bewegung im sozialen und politischen Kontext Europas inzwischen unübersehbare Wirkungen entfaltete. [Ganz reale Widersachermächte ...]

1975

Die Vereinten Nationen hatten 1975 unter der Devise »Gleichberechtigung, Entwicklung, Frieden« zum Jahr der Frau erklärt. Ausgerechnet in diesem Jahr scheiterte die Reform des Abtreibungsparagrafen 218 im deutschen Strafgesetzbuch am Bundesverfassungsgericht [Prophete rechts, Prophete links und Weltkind in der Mitten ...]

1975

1975 jährte sich der Todestag Rudolf Steiners zum fünfzigsten Mal, Anlass zurück und voraus zu blicken. Die anthroposophischen Periodika und Institutionen würdigten dieses Ereignis in vielfältiger Weise [Ätherische Frühlingsfrische ...]

1975

Die Jahresversammlung der anthroposophischen Gesellschaft 1975 hatte zwei gewichtige Entscheidungen zu treffen, die ihre Entwicklung in den kommenden Jahrzehnten bestimmen sollten [Rudolf Steiners eigentliche Aufgabe ...]

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)